F1-teams willen geen standaardonderdelen
De Formule 1-teams zijn tegen een standaardisering van een aantal onderdelen om zo kosten te besparen. In plaats van geld te besparen op de ontwikkelingskosten zien ze meer in het beperken van de toegestane uitgaven.
"Ik ben er niet erg happig op standaardonderdelen op de auto te hebben. Ik ben een groot voorstander van het concept van het Resource Restriction Agreement, waarbij we een bepaalde hoeveelheid geld hebben en een bepaald aantal mensen kunnen gebruiken. Daarbij proberen we de slimste mensen te strikken om het beste werk te doen, en we winnen omdat die mensen beter werk doen dan andere lui in andere teams, niet omdat we twee keer zo veel hebben uitgegeven," zei Brawn die er aan toevoegt dat Mercedes op een gezonde manier de sport wil bedrijven.
Williams-baas Adam Parr ziet ook niets in standaardonderdelen, maar ziet winstpunten in het simpeler maken van enkele zaken. "Ik denk dat de wens bestaat om te kijken naar onderdelen die belachelijk ingewikkeld geworden zijn. Een voorbeeld bevindt zich bij de hoeken van de auto. Ik geloof dat we meer dan 130 mallen hebben voor een enkele remkoeler, en ik weet niet zeker of de show daar echt beter van wordt."
"De show wordt wel beter wanneer mensen met slimme ideeën komen, en dat kan je eigenlijk alleen hebben wanneer je de uitgaven aan banden legt. Doe je dat niet, dan hoor je met meer geld ook meer slimme ideeën te kunnen krijgen," zei Parr die hiermee impliceert dat het budget omlaag moet en mogelijk de technische reglementen iets verruimd.
