Huisartsenposten niet alert op kindermishandeling

Geen enkele huisartsenpost voldoet aan de normen die zijn gesteld om de signalering van kindermishandeling te verbeteren. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De 121 posten moeten alerter worden op het signaleren van mishandeling van kinderen, vindt de inspectie.

Volgens de IGZ gebruiken huisartsenposten de richtlijn om kindermishandeling beter te signaleren nog niet goed. Zo moeten hulpverleners vragen voor zichzelf beantwoorden naar aanleiding van de ontmoeting met kinderen en ouders. Dat gebeurt niet structureel. Ook registreren veel posten signaleringen niet.

Medewerkers van de posten zijn bovendien onvoldoende geschoold in het herkennen van kindermishandeling en de meeste posten hebben geen afspraken gemaakt met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.

Jaarlijks worden rond de 150 duizend kinderen slachtoffer van mishandeling. Het is volgens de IGZ belangrijk dat huisartsenposten alert zijn op de signalen van kindermishandeling, omdat daar relatief meer kinderen komen dan bij de huisarts en het makkelijk is er betrekkelijk anoniem hulp te zoeken.

IGZ onderzocht alle 121 huisartsenposten in Nederland. Geeneen daarvan voldeed aan normen die door de Landelijke Huisartsen Vereniging en de Vereniging Huisartsenposten Nederland zijn gesteld voor een verantwoorde signalering van kindermishandeling. Uiterlijk in december volgend jaar moeten ze daar wel aan voldoen. IGZ gaat dit controleren.