Twee keer zo veel babysterfte bij verloskundige
Bij een bevalling bij de verloskundige is de kans dat de baby overlijdt 2,3 keer zo groot als bij een bevalling bij een gynaecoloog. Dat concluderen onderzoekers van het UMC Utrecht uit de analyse van meer dan 38 duizend geboortes, waarover zij woensdag publiceren in het British Medical Journal.
Verloskundigen begeleiden alleen bevallingen met een laag risico. Dat bij die bevallingen toch meer baby's overlijden, noemen de onderzoekers verrassend.
Als tijdens het baren bij de verloskundige iets misgaat, is de kans op overlijden 3,7 keer zo groot dan wanneer tijdens het baren bij de gynaecoloog iets misgaat. Dat komt doordat de verloskundige bij problemen de gynaecoloog eerst moet uitleggen wat er aan de hand is, waardoor tijd verloren gaat.
Het huidige systeem is volgens de onderzoekers niet veilig genoeg. "Op het moment dat er iets misgaat bij de verloskundige, heb je een langere weg te gaan dan wanneer het misgaat bij de gynaecoloog", zegt neonatoloog en onderzoeker Hens Brouwers in de Volkskrant. Alle bevallingen bij de gynaecoloog laten plaatsvinden is volgens de onderzoekers echter geen optie, simpelweg omdat er niet genoeg gynaecologen zijn.
Ze willen liever onderzoeken of het werkt om alle vrouwen in het ziekenhuis of in een geboortecentrum te laten bevallen. Alle bevallingen, met hoog en met laag risico, zouden op één afdeling moeten plaatsvinden. Op die afdeling zouden zowel verloskundigen als gynaecologen moeten rondlopen. Zodra het misgaat, is de nodige hulp dan altijd aanwezig. Een andere optie is alle bevallingen van het eerste kind als risicovol in te schatten.
Over het verloskundige systeem in Nederland is al jaren veel te doen. De babysterfte in Nederland is hoger dan in de meeste andere Europese landen.