NAC lijdt 4,2 miljoen euro verlies
Voetbalclub NAC Breda heeft bekendgemaakt dat het over het seizoen 2009-2010 een verlies van 4,2 miljoen euro geleden heeft. Hierdoor is het eigen vermogen van de ploeg van 0,6 miljoen euro positief gedaald naar 3,6 miljoen euro negatief.
Het verlies is hoger dan NAC vooraf ingeschat had. Afgelopen zomer werkte de club al aan vele maatregelen om te snijden in de kosten en om de opbrengsten omhoog te krijgen. Aflopende contracten werden niet meer verlengd, de selectie ingekrompen, bonussen niet uitgekeerd, de premieregeling versoberd en waar mogelijk andere kosten geschrapt.
Opvallend is dat er niet slechts één post is aan te wijzen voor het verlies. Over de hele lijn zijn de kosten hoger uitgevallen dan verwacht. Zo is er aan de selectie 1,7 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot, vielen de huisvestingskosten 500.000 euro hoger uit en waren de kosten voor de wedstrijden 470.000 euro hoger. Verder maakte de ploeg fiscale en juridische kosten en vielen de inkomsten uit televisiegelden en uit de horeca tegen. Deelname aan de voorronde van de Europa League leverde een positief resultaat van 300.000 euro op.
Een belangrijke veroorzaker van de extra kosten was de verbouwing van het Rat Verlegh Stadion. Deze was pas in januari dit jaar gereed, waardoor de club extra kosten moest maken om onder meer de veiligheid te kunnen blijven garanderen. Ook waren hierdoor de opbrengsten voor de horeca lager.
Door alle problemen onstond er bij NAC een betalingsachterstand bij de belastingdienst, maar hierover zijn nu afspraken gemaakt. Ook betaalde de club de premies niet meer bij het spelersfonds CFK en kreeg hiervoor puntenaftrek, maar deze achterstand is nu ingelopen. Momenteel loopt er nog wel een zaak tegen de voormalig speler Archil Arveladze, maar daarin lijkt NAC dankzij een uitspraak van het hooggerechtshof geen risico meer te lopen.
Voor dit seizoen heeft NAC de kosten met 2,5 miljoen euro teruggebracht en is aan de KNVB een sluitende begroting gepresenteerd. De ploeg uit Breda hoopt zo schoon schip te hebben en in de toekomst haar licentie te kunnen behouden.