Geitenhouders willen geld van overheid

De overheid moet een noodfonds oprichten voor geitenhouders die als gevolg van de Q-koorts failliet dreigen te gaan. Dat bepleit LTO Nederland, de organisatie van boeren en tuinders.

Uit een vandaag gepresenteerd rapport van LTO blijkt dat een geitenhouderij waar de helft van de dieren is geruimd, de komende vijf jaar gemiddeld ruim 160 duizend euro schade lijdt. Tot nu toe zijn op 67 boerderijen alle zwangere geiten gedood.

Ook bedrijven die niet besmet zijn, kampen met tegenvallers, doordat ze wegens het fok- en vervoersverbod geen geiten kunnen kopen. De schade voor deze groep bedraagt volgens LTO 26 duizend euro tot en met 2014.

Volgens voorzitter Albert Jan Maat van LTO is de schade onnodig groot geworden doordat de overheid te lang heeft gewacht met maatregelen tegen Q-koorts. Hij verwijt het kabinet laksheid, omdat te laat zou zijn begonnen met vaccineren, terwijl de geitenhouders daar zelf wel op aandrongen.

Over een eigen bijdrage van de geitenhouders aan het noodfonds valt te praten, zegt Maat verder. "Maar je kunt niet van de sector vragen alles helemaal zelf op te hoesten."

LTO kan geen inschatting geven van het totale bedrag dat nodig is. Dat hangt af van het aantal besmette bedrijven dat er nog bijkomt, en ook van het moment waarop maatregelen als het fokverbod weer worden opgeheven.