Meerderheid tegen Suikerfeest als nationale feestdag
Het is al een aantal jaren een precaire vraag: moet het islamitische Suikerfeest een nationale feestdag worden, waarop alle Nederlanders vrij zijn? Uit onderzoek van DAG onder bijna 1000 respondenten blijkt dat 77% niet wil dat het Suikerfeest een nationale feestdag wordt. Belangrijkste reden: Nederland is een land met een joods-christelijke traditie en een islamitische feestdag hoort daar niet bij.
Afgelopen weekend was er consternatie: sommige scholen willen leerlingen voor het feest een dag vrij geven. Schokkend, vindt de PVV van Geert Wilders, want Nederland is geen moslimland. Volgens PVV-Kamerlid Martin Bosma worden Nederlandse ouders die hun kinderen een dag te laat afleveren na de wintersport bestraft, maar mogen scholen wel zelf vrij geven om moslims te behagen.
Vorige week was er ook al ophef, toen staatssecretaris Tineke Huizinga bij talkshow Knevel en Van den Brink stelde dat het in theorie mogelijk is van het Suikerfeest een nationale feestdag te maken wanneer het aantal moslims in Nederland groot genoeg is. Het kwam haar op veel boze reacties te staan.
Het Suikerfeest is het feest waarmee moslims het einde van de ramadan vieren, het vasten tijdens de negende maand van de islamitische kalender. De afsluiting van 29 of 30 dagen vasten wordt gevierd met veel eten en een groot feest. Dat gebeurt nu op een particuliere feestdag; het merendeel van de 850.000 moslims die Nederland telt, neemt er een vrije dag voor op.
Uit het onderzoek van DAG blijkt dat een groot deel van de Nederlanders niet wil dat het Suikerfeest een nationale feestdag wordt, ook niet als het een extra vrije dag voor iedereen zou worden. Een feestdag is voor mensen kennelijk niet een kwestie van de ene vrije dag voor de andere ruilen.
Volgens godsdienstsocioloog Erik Sengers van de Vrije Universiteit komt dat door de culturele waarde die een nationale feestdag heeft. 'Een feestdag op zichzelf heeft betekenis voor degene die het viert, maar een nationale feestdag heeft betekenis voor de samenleving als geheel. Dat noemen we civil religion: dagen die een culturele waarde uitdrukken voor de hele bevolking.'
Dat kan een herdenkingsdag zijn, zoals 5 mei, maar de christelijke feestdagen hebben door de eeuwen heen een vergelijkbare status verworven, ook voor mensen die niet gelovig zijn, zo blijkt uit onderzoek.
'Nationale feestdagen vertegenwoordigen de gevoelens van het merendeel van de mensen en ze geven aan op welke manier een land zichzelf wil zien en profileren', zegt Wessel Krul, hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. 'Veel van de feestdagen die we nu vieren hebben voor een deel van de bevolking geen betekenis, maar neemt niet weg dat ze wel ons culturele erfgoed en geschiedenis vertegenwoordigen.'
Toch 'vieren' veel mensen Pinksteren zonder te weten waar het voor staat. Volgens Sengers gaat het er niet om of je het viert, maar om de veronderstelde waarde. 'Als je een nieuwe nationale feestdag invoert, geef je daarmee aan dat je dat datgene dat wordt gevierd betekenis heeft voor en geaccepteerd is in de samenleving.'
Krul: 'Als we het Suikerfeest als nationale feestdag invoeren, erkennen we dat er een verandering is opgetreden, namelijk dat we een deels islamitische land zijn geworden.' Pinksteren heeft misschien niet veel betekenis meer, maar past wel in onze traditie. 'Je kunt het ook pragmatisch bekijken. Als heel veel mensen vrij nemen, dan ligt het land toch stil en kun je er net zo goed een vrije dag van maken', zegt Krul. Tot die tijd moeten mensen het individueel vieren.
Reacties:
Iedereen vrij met het Suikerfeest? (foto: DAG)
Link naar het onderzoek (.pdf-bestand)