IND moet zaak Taida opnieuw bekijken

Icoon JustitieDe Nederlandse Integratie- en Naturalisatiedienst (IND) moet de zaak van de achttienjarige vwo-scholiere Taida Pasic, de geboren Kosovaarse die dreigde uitgezet te worden, opnieuw bekijken, omdat de beslissing haar terug te sturen naar haar geboorteland volgens de Amsterdamse rechtbank onzorgvuldig is genomen.

Taida werd twee weken geleden uit haar klas gehaald om via omwegen in een Rotterdams uitzendcentrum terecht te komen. Ontnomen van vrienden en familie werd ze daar opgesloten, waar ze te horen kreeg dat ze het land uit gezet ging worden. Hierop zochten haar Winterswijkse medescholieren media-aandacht door op verscheidene manieren te protesteren, van een symbolische kooi op de Winterswijkse markt tot een demonstratie op het binnenhof in Den Haag.

"De rechtbank is van oordeel dat de beslissing van de minister om het meisje niet toe te staan haar vwo af te maken niet zorgvuldig is genomen, omdat op een aantal door het meisje aangevoerde argumenten niet of onvoldoende is gereageerd", zo staat in een samenvatting van de uitspraak.

De rechtbank oordeelde dat de IND naar twee punten niet voldoende heeft gekeken. De dienst heeft niet in beschouwing genomen in hoeverre Taida is geïntegreerd, en of haar geboorteland Kosovo wel veilig genoeg is. Voordat de IND een besluit kan nemen, moet de dienst haar eerst horen.

Enkele dagen geleden heeft de rechtbank besloten dat Taida in afwachting van deze uitspraak na twee weken in een uitzetcentrum te hebben gezeten naar huis mocht. Daarnaast kreeg ze een schadevergoeding toegekend van ruim duizend euro, omdat de rechtbank oordeelde dat de wijze waarop ze is behandeld onacceptabel is.