Gereformeerden

Ik zit een beetje ongemakkelijk. De bankjes zijn er eigenlijk niet zo op gemaakt, zitten, en de reguliere klanten hebben dan ook allemaal een eigen kussentje. Ik kom alleen nog opdagen als ik de zaterdagavond ervoor niet strontdronken was, niet zo vaak, oftewel, ik zit zonder kussen. Tergend langzame orgelmuziek dweept door de gangen en langs de banken, door de overvolle, sober aangeklede kerk. Ik zie ze zitten. Allemaal strak in het gareel, donkere kledij, de vrouwen lange rokken en aftandse hoeden op, de mannen boven de twintig nagenoeg allemaal in pak.

Het orgel stopt. In een lange processie en een doodse stilte komen de dominee, zes ouderlingen en zes diakenen door de kerk. Allemaal in het zwart. Het lijkt wel een optreden van Johnny Cash, dacht ik wel eens. De hele kerk rijst omhoog. De dominee bestijgt de kansel. Een goede minuut bidt iedereen zijn eigen gebedje; het blijft intussen doodstil. Iedereen gaat weer zitten. Meer zit-en-sta-activiteiten krijgen we niet in anderhalf uur. De dominee spreidt zijn armen, alsof hij een heel groot persoon moet knuffelen, en begint. Drieduizend ogen sluiten zich. Evenveel handen vouwen samen.

"Onze hulpe zij in de naam des Heeren Heeren, die den hemel en de aarde gemaakt heeft..." begint de dominee. Langzaam en galmend schalt het votum door de kerk. Onwillekeurig denk ik aan de anderhalf duizend mensen die hier elke zondag weer trouw zitten, geduldig de donderpreek afwachtend, hopend dat de dominee niet wéér iets zegt over het hebben van televisie en open internet. Ze hebben het vrijwel allemaal, en iedereen verstopt het netjes. TV in het kastje met deurtjes, een wachtwoord op de computer. Het feit dat God alziend is, gaat niet op voor de ouderlingen bij het tweejaarlijkse huisbezoek. Gelukkig maar. De schijn wordt zo al decennia opgehouden, en waarom zou je jezelf beteren als het al die tijd al werkt?

"Die trouwe houdt, en eeuwig leeft, en nooit laat varen de werken Zijner handen." Dit is een van de grootste gereformeerde gemeenten van Nederland. In totaal hebben we ruim tweehonderdduizend SGP-gegadigden in dit landje wonen; in Canada en de Verenigde Staten nog eens vijftigduizend. Allemaal leven ze hun leven in een reformatorisch sociaal isolement, en sinds de twintigste eeuw haar intrede deed en de kerkstrijd losbarstte trokken ze zich steeds meer terug uit de samenleving. Reinheid, kuisheid en godsvreze luiden de klok. Of tenminste, zo lijkt het. Het overmatige drankgebruik van de jongeren, de blasfemie van diezelfde groep, de algehele normvervaging en het steeds vaker zwanger raken van een nog niet getrouwd meisje – uitvoerig beroddeld, maar niemand is schuldig.

"Genade zij u, en vrede, van Hem die is, en die was, en die komen zal..." - hoe zou Jezus, die in dit door de dominee tweemaal per zondag geproclameerde gebed Zijn zegen over ons allen uitspreekt, het allemaal vinden? Na achttien jaar in deze kerk begin ik de hypocrisie in te zien. Men houdt vast aan een geloof dat haar gelovigen met angst en doembeelden om de oren smijt, leeft naar de buitenwereld toe een godvrezend en netjes bestaan, maar koopt elk jaar weer een nieuwe Alfa Romeo. Een groter huis. En maar pochen tegen elkaar. Wat is God goed, dat Hij ons dit schenkt. Christus zei blijkbaar nooit iets over delen: het enige wat massaal wordt aangegrepen als goed doel, is de collectezak op bid- en dankdagen. Een kerk als deze geeft gerust een ton op zo'n dag. Het doel? Je ziel afkopen. Tegenwoordig zijn die twee vrije woensdagen van het jaar niet veel meer dan God de halfjaarlijkse hypocrisie-belasting betalen.

"En van de zeven geesten die voor Zijn troon zijn, en van Jezus Christus, onze Heere, die getrouwe getuige is, de eerstgeborene uit de doden, en de overste van de koningen der aarde. Amen." De kerk opent zijn ogen. De dominee haalt zijn armen uit de lucht. Het is tijd voor een psalm. De snoepjes worden doorgeslikt. De bijbels bladeren naar de psalmen achterin. Het orgel start de vierhonderd jaar oude melodie nog eens in. Vijftienhonderd kelen blèren hun ontzag voor en nederigheid onder God voor de zoveelste keer het kerkgebouw door. Onder het vernis van vroomheid, sociale controle, veel te wijde en zwarte rokken, onder die schijn van een kudde hard meezingende gereformeerden, lees je overal dezelfde verlangende blik naar de buitenlucht. Over anderhalf uur kunnen ze weer FOK!'en.