Altijd schuld (2)
Dagboek van Effie: Het is vrijdag, mijn laatste dag van de week. Heerlijk, weer een weekend met mijn grote liefde. Morgen onbekende mensen ontmoeten. Een eerste ontmoeting, we gaan samen met twee andere koppels om de beurt voor elkaar koken. Maar eerst de kennismaking. Zal ik het wel doen? Verdomme! Wanneer ik achter mijn pc zit, lijkt het allemaal goed en heb ik er zin in. Waarom voel ik mij altijd zo zenuwachtig wanneer het moment van ontmoeten nadert? Zie ik er nog wel goed uit? Twee Effie zijn veel jonger dan wij. Vijftien jaar jonger. Wij zijn de oudsten. Ze zullen vast denken: Ik dacht dat we met gelijkgestemden samen zouden komen". Mark zegt dat ik die gedachtes moet stoppen. Het is het kind in mij dat mij terroriseert. Soms snap ik Mark niet. Toch houd ik zielsveel van hem. Zou ik hem ooit echt helemaal begrijpen?
Zaterdagochtend in bed. Dit waren de ochtenden bij uitstek om koffie en broodjes voor elkaar te halen. Effie genoot van de pure wijsheden van Mark in haar situaties van angst en schuld. Ze konden dit uren volhouden. Maar na vijf bakken koffie en twee ontbijtjes, strompelde Mark, soms geestelijk vermoeid, zijn bed uit. Maar god, wat hield hij van haar. Van haar anders zijn. Van haar pure schoonheid, zowel in geest als van lichaam. Hij genoot van iedere vezel van haar zijn. Hij zou haar in zijn vlees willen vlechten. Zoals hij zich beeldend voorstelde bij een jong meisje wier haar door haar moeder gevlochten was.
Vanavond zouden ze op visite gaan bij onbekende mensen. Effie had wel met hen gemaild. De mailwisselingen waren hartstikke leuk geweest. Joris en Marjolijn organiseerden het. Effie had foto's gestuurd van Mark en zichzelf omdat Joris hierom gevraagd had. Mark vond het weinig met het eten te maken hebben. Of moest je om bij elkaar te eten er ook al goed uitzien? Ze legden zich erbij neer.
Mark en Effie hadden er goede moed in de nieuwe mensen te ontmoeten. Het was vroeg in de middag. Ze zouden vanavond de Effie van het nieuwe kookclubje voor het eerst ontmoeten. Vier uur voor de afgesproken tijd meldden de initiatiefnemers via mail dat alleen zij overgebleven waren. De rest had om vage redenen afgemaild en -gebeld.
‘Nu zijn we alleen met hen. Zullen wij ook Effie?' Mark wist waar dit op uit zou draaien. Het was niet de eerste keer. Het zou zo op ruzie kunnen uitdraaien met Mark.
‘Ik had er wel zin in, Effie', probeerde hij nog.
‘Ik niet. Ik ken die mensen niet. Met zo'n groepje is het nog wel leuk, maar nu alleen met die twee. Het voelt gewoon niet goed.' Mark ondernam een laatste poging.
‘Kom op, Eff. Nieuwe mensen ontmoeten. Niet altijd zo angstig zijn'. Ze leek gevoelig voor Marks laatste opmerking.
‘Oké, we gaan wel.' Effie had een nagerecht gemaakt. Het hoofdgerecht zou een verrassing zijn.
De deur van de vrijstaande Vila in Wassenaar werd met een ferme zwaai opengedaan. ‘Flinke kakkers', dacht Effie. Dit waren absoluut geen mensen waar ze niet mee om kon gaan. Ze deed er alleen toch wel anders tegen. Anders, vaak een beetje onderdanig.
‘Fijn dat jullie er zijn', bulderde Joris. Mark schatte hem een jaar of vijfendertig en de vrouw iets jonger. Effie noemde direct zijn naam, nog voor hij haar tegen zich aan drukte en op beide wangen zoende. Zo wist Mark zijn naam ook weer. Nu de vrouw nog.
‘Dag Marjolijn', zei Effie spontaan en ze zoenden elkaar vriendelijk. Effie bezat een natuurlijke spontaniteit die bijna altijd ontwapenend was. Joris, een grote, gezette, puur Hollandse man met hoogblond haar, nam direct de leiding in de gesprekken.
‘Je bent een mooie vrouw, Effie', bulderde hij. Zijn stem droeg door het hele huis. ‘Ik dacht dat we voor het eten kwamen', dacht Mark. Hij vond Marjolijn ook een vlotte vrouw. Een beetje een kruising tussen een LINDA- en een VIVA-vrouw. Superbewust van mode en trends en aan de andere kant een troel die helemaal bij haar meubels paste. Vond Mark.
Mark zag de uitputtingsslag die Effie in zichzelf aan het opbouwen was. Langzaam maar zichtbaar, alleen voor Mark. Hij kon al haar reacties, frustraties, hopeloosheden en pure blijheid uittekenen in een miljoen woorden. Hij besefte dat er tussen deze miljoen woorden geen zin zat die Effie zou begrijpen. Hij wist als geen ander waar het vandaan kwam. En toen Joris tegen Effie ging knipogen, tussen het opscheppen van de ree in wijnsaus en de gekookte aardappel door, wist Mark dat hij het toetje waarschijnlijk niet zou gaan halen. Het was eten en waarschijnlijk partnerruil. Mark en Effie stonden er niet afwijzend tegenover, maar op deze afspraak moest gegeten worden. De culinaire hoogstandjes, daar ging het om. Effie had zo haar best gedaan de tiramisu te laten slagen. In de ijskast, uit de ijskast. Ruim cellofaan eromheen, dan weer krap. Het moest perfect zijn.
Joris werkte bij Shell en Marjolijn thuis. Na de gebruikelijke verhandelingen over werk, collega's en familie, wierp Joris na vijf uur een verwachte maar nogal simpele stelling op. Hij was een zakenman die gewend was direct naar zijn doel te gaan. Bovendien waren ze op een tijd aangekomen dat je of naar huis gaat, of iets anders verzint op een tot dan toe zinnige avond. Je kunt een echte filosofische stelling opwerpen, Mark was daar een grote voorstander van. Joris besloot het gladde ijs uit te proberen. Mark was benieuwd hoe hij de bochten aan zou snijden. Snel, met het risico op je gezicht te gaan, of behendig en soepel. Geen geweldige eindtijd maar wel een mooi schouwspel.
‘Wij gaan naar Cap d' Agde op vakantie dit jaar en jullie?'
‘Ja', dacht Mark, ‘bloot, vrijheid en dan het kleine sprongetje naar seks.