Een andere werkplek
"Is hier een plaatsje voor me vrij?" vroeg ik.
"Ja hoor," zei Margriet. "Pik de werkplek van mijn collega maar in. Die is er vandaag toch niet." Ze wees op het bureau tegenover haar.
Ik zette mijn tas op tafel en deed de computer aan.
"Heb jij nog geen vaste plek hier?"
"Nee," antwoordde ik. "Ik werk hier ook maar twee dagen in de week. Op woensdag kan ik bij mijn manager in de kamer; op maandag moet ik echt een ander plekje zoeken."
"Op maandag is mijn collega er niet. Dus dan kom je maar lekker hier zitten."
"Dank je." Ik plofte op de bureaustoel en logde in.
"Goed weekend gehad?"
"Prima," loog ik. "Jij dan?"
"Ook goed, maar het is zo gauw voorbij. Vóór je het weet ben je hier weer aan het werk."
"Ja, het leven is kut," wilde ik zeggen. "Toch is het een keuze." Ik zei het niet en glimlachte flauwtjes. "Wil jij iets drinken?" vroeg ik.
"Ik heb net thee, dank je," zei Margriet.
Ik stond op, liep naar de pantry en haalde koffie.
Het duurde lang voordat de pc mijn instellingen had gevonden. Ik ging op de bureaustoel zitten en keek eens om mij heen. Aan de overkant van de gang stond de deur open. Daar zag ik een lange vrouw gebogen over haar tafel. Ze droeg een zwarte pantalon, een zwart truitje met strakke mouwen en een rode overgooier eroverheen. Ik had wel eens bij een vergadering gezeten waar zij ook aan deelnam. Ze leek me wel een aardig mens. Hoe oud zou ze zijn? Van mijn leeftijd? Ze had kleine tietjes. Dat geeft niets. Op het werk ga ik toch niet op de versiertoer.
Ah, ik was ingelogd. Eindelijk. Allereerst ging ik kijken of er mail was. Dat was er. Allemaal onbelangrijke rommel. Weg ermee.
Margriet zuchtte diep.
"Dat was een diepe zucht," zei ik. Ik wist niet wat ik wél moest zeggen.
"Oh ja, sorry."
"Dat geeft toch niets," wuifde ik haar verontschuldiging weg. "Heb je zó'n zwaar weekend achter de rug?"
"Nou, met twee jongens in de beginnende puberleeftijd is het niet altijd gemakkelijk. Heb jij kinderen?"
"Eentje. Een zoon."
"Hoe oud is die?"
"Zeventien."
"Oh, dan ken jij de problematiek."
"Ik vind het niet zo'n probleem."
"Ik ben me erg aan het verdiepen in jongeren in de puberleeftijd. Heel interessant hoe het bij ze werkt in de hersenen."
"Die hersenen moet je gewoon inslaan, als dat tuig niet gehoorzaamt. Of geef ze eens een behoorlijke opvoeding," schoot het door mijn hoofd. "Tja, informatie komt bij hen nu eenmaal op een andere manier binnen dan bij ons," zei ik.
"Je weet er veel vanaf."
"Welnee," schudde ik.
Op de gang liep iemand langs. Het was zo'n applicatiebeheerder. Wat een grijze muis. Daar zit geen greintje humor bij. Toen ik hier in dit Centraal Bureau ging werken en ik die grijze muizen zag, was ik bang dat dát mijn toekomst zou worden. Gelukkig zijn er ook collega's zoals Margriet. Ze is een leuk mens. Blonde krullen en een vol gezicht. Je kunt met haar lachen.
Ze zat voorovergebogen over haar werk. "Godver," zei ze plots.
Ik grinnikte.
"Oh, sorry," klonk het berouwvol. "Ben je gelovig?"
"Ik geloof het niet," is mijn standaard antwoord op een dergelijke vraag.
Nu was het haar beurt om te grinniken. "Nou ja, ik vraag het maar. Ik zou je niet willen kwetsen."
"Doe net of je thuis bent. Dit is jouw kantoor. Ik ben maar te gast."
Kijk, daar had je Monica. Ze stak haar hoofd om het hoekje.
"Nou, jij zit ook steeds weer in een ander kantoor." Ze lachte. Ik vind dat ze mooi lacht. "Vorige week bij mij en nou weer hier."
"Tja, jij had net de deur dicht," zei ik. "Dus moest ik even op zoek naar iets anders."
"Jij hebt veel wisselende werkplekken. Je werkt overal en nergens."
Ik dacht aan mijn andere nieuwe werkplek. "Ik ben gewoon lekker flexibel," zei ik.
"Nou succes," zei Monica. "Ik moet weer gaan."
"Dahaag," zwaaide ik.
"Jij kent ook iedereen," zei Margriet.
"Het zal met mijn functie te maken hebben. En dat ik twee nieuwe werkplekken heb. Ik heb veel contacten in de organisatie." Een grap over wisselende contacten maakte ik niet.
Margriet keek me aan. Uit haar blik kon ik opmaken dat ik de belangrijkste reden niet had genoemd: ik ben een opvallende verschijning met dat heel lange haar in een staart. En als kerel in een soort van secretaressebaan val je sowieso op. "Heb je eigenlijk een opleiding gevolgd voor deze functie?" vroeg ze.
"Nee."
Margriet trok haar wenkbrauwen omhoog van achter haar beeldscherm. Ze dacht er duidelijk het hare van.
"Ik kan nu eenmaal een aantal dingen goed. Dat zagen de managers en dus vroegen ze me voor mijn nieuwe werkplek. Ik ben ook niet echt een secretaresse; ik doe meer." Klonk dit arrogant? Of ken ik gewoon mijn talenten goed? "Daarbij komt het voordeel van een grote organisatie: je kunt nog eens van werkplek wisselen."
"Dat is waar." Margriet boog zich over haar werk. Ik ging ook maar eens wat doen. Toen stond ze op. "Ben zo terug, hoor," zei ze.
"Dat is je geraden ook."
Ze lachte en liep weg.
"Bent u Thomas?" vroeg iemand. Ik keek op. Er stond een alleraardigste jonge vrouw naast mijn bureau.
"Dat ligt eraan wat of je van Thomas wilt," grapte ik.
"Iemand zei dat Thomas mij wel kon helpen."
"Nee, ik heet Bas."
"Weet u iets van Excel?" Het klonk heel onzeker.
Ik weet niets van Excel. "Wat wil je weten?" vroeg ik.
"Eh, hoe leg ik dat uit? Kunt u even meelopen?"
Graag, dacht ik. Ze droeg een grijs truitje en haar donkerblonde haren in een paardenstaartje. Ze had rode wangen, waarschijnlijk van verlegenheid. Opgetogen huppelde ik achter haar aan. In de kamer ernaast ging ze achter een bureau zitten.
"Kijk," wees ze op het scherm, "ik moet hier in deze kolom het aantal keren dat er is gescoord kunnen weergeven. Dus niet hoeveel de uitkomst is, maar het aantal keren."
"Oi," keek ik moeilijk. "Dat moet wel kunnen, ja. Dan moet je in die vakjes een formule zetten. Maar welke dat ook weer precies is, weet ik ook zo even niet."
"Ik kan wel gegevens invoeren, maar die formules zeggen me niets," zei ze zachtjes.
"Hmm, wie zou ons wél kunnen helpen?" dacht ik hardop. Leuk, die nieuwe werkplek, maar ik ken hier nog niet zoveel mensen. Thomas zou vast kunnen helpen. Maar wie was Thomas?
"Nou, laat maar. Ik tel zelf wel en dan voer ik met de hand de aantallen in." Ze ging er alvast goed voor zitten.
"Jammer dat ik je niet heb kunnen helpen. Denk nu niet dat ik niets kan en weet, hoor."
Ze lachte liefjes. Dat moeten die leuke vrouwen niet doen. Daar krijg ik het moeilijk van. "Toch bedankt dat je hebt willen helpen."
"Graag gedaan. Volgende keer gewoon weer om hulp komen vragen; zul je dat doen?"
Ze beloofde het. Ik ging terug naar mijn werkplek. Stik, nu wist ik niet eens hoe ze heette. En had ik haar hand niet in die van mij gevoeld.
"Weet jij," vroeg ik Margriet, toen ze niet veel later weer terug was, "hoe dat ook weer zit met tellingen in Excel?"
Ze kwam naast mij staan en keek op mijn beeldscherm. "Open Excel eens?"
Twee minuten later wist ik het. "Dank je."
"Graag gedaan," zei Margriet. "Toch wel handig, hè? Zo'n opleiding voor de functie." Haar stem klonk een weinig sarcastisch.
Ik nam geen tijd om te lachen. In plaats daarvan liep ik naar de kamer ernaast. Wat zou de mooie-jonge-vrouw-zonder-naam blij zijn dat ik haar toch nog kon helpen!
Barst. Het kantoor was leeg en donker. Waar was ze nou? Met afgezakte schouders slofte ik terug naar mijn bureau.
"Bas," zei Margriet, "ik krijg net een telefoontje van mijn baas. Die komt hiernaartoe voor ons werkoverleg. Zou jij even een ander plekje willen zoeken?"
"Maar natuurlijk," zuchtte ik. Binnen twee tellen had ik de pc afgesloten en mijn spullen gepakt. Op naar een andere werkplek.
Apeldoorn, maart 2010