De ziekte van vijver

Vele jaren geleden, op de middelbare school, was er een meisje in mijn klas die de ziekte van Pfeiffer kreeg. Tof vonden wij allemaal. Jaloers waren we ook. Weken achtereen lekker thuis blijven en doen wat je wilde. Groot was de hilariteit toen de biologie leraar vertelde dat het ook wel de "kissing disease" genoemd werd. De ziekte was via speeksel overdraagbaar, dus wij allemaal wachten wie er nog meer ziek werd zodat we wisten met wie ze aan het kopkluiven was geweest. Niemand werd er verder nog ziek. Onze teleurstelling was groot.

Achteraf bleek het doen waar je zin in hebt flink tegen te vallen. Meestal was ze te moe om ook maar iets te doen. En als ze iets gedaan had was ze nog veel moeier. Uitrusten was er niet echt bij. Rusten hooguit. Hoe mooi het ook klinkt om heel weinig op school te hoeven zijn, het had heel weinig voordelen. Het leek ons beter om gewoon door te gaan met regelmatig een spijbeluurtje in te lassen. Op die manier konden we blijven doen wat we wilden. Met extra hulp en inzet, wat ook weer vermoeiend was, en met een groot doorzettingsvermogen slaagde onze klasgenote erin om het jaar met goed gevolg af te sluiten. Net als de meeste van ons ging ze over naar het volgende jaar.

De meeste, want in onze klas was een jongen die ook een niet al te best jaar had. Niet wat gezondheid betreft. Hij was er altijd bij, vooral als we weer eens spijbelden. Dat was waarschijnlijk ook de reden dat het niet zo goed met hem ging. Voor elk vak, zonder uitzondering, stond hij gemiddeld tussen de 5,0 en de 5,9. Al vrij snel grapten we dat hij de ziekte van vijfer had. Dat bleek veel slechter te zijn voor je schoolleven dan de ziekte van Pfeiffer. Je kon er niet mee door naar de volgende klas. Aan het eind van het jaar hebben we hem dan ook in onze oude klas achter moeten laten.

Vele jaren later, ik was al lang van school af, heb ik in mijn tuin een vijver gemaakt, bestaande uit drie voorgevormde bakken die onderling verbonden waren. Vanuit de onderste bak wordt het water naar de bovenste gepompt en via een overloop stroomt het dan weer terug naar onderen. Als de niveauregelaar tenmiste goed werkt en de overloop niet verstopt is. Omdat dit niet altijd het geval is heb ik zo af en toe last van een compleet leeggepompte bak. Aangezien ik ook vissen wil hebben besluit ik een nieuwe vijver aan te leggen. Ditmaal is het geen voorgevormde bak maar een eigen ontwerp, met hulp van iemand anders uitgegraven. Folie er in, water, planten en uiteindelijk vissen.

Drie jaar heb ik er van genoten. Afgezien van de momenten dat reigers mijn vijver als een McDrive gebruikten. Of een McFloat liever gezegd. Ook vierentwintig uur per dag open. Met de vissen die het overleven gaat het goed. Ook leven er vele kikkers en salamanders in en om de vijver. Toch ben ik niet tevreden. Een overloop werkt niet zoals ik gehoopt had. Steeds vaker denk ik er over om hem te veranderen. Als ik de overloop nou weghaal en het achterstuk verhoog dan kan ik de vijver twee keer zo groot maken. Een bruggetje erover en dan... Tijdens de vakantie neem ik het besluit om de vijver te gaan veranderen.

En zo geschied. In drie delen verwijder ik de oude vijver en graaf het vrijgekomen deel af. Ditmaal moet ik het alleen doen. Tijdens het graven en verwijderen kom ik veel kikkers, padden, salamanders en andere kleine beestjes tegen. Ik voel me net als de slechte opzichter van Pluk van de Petteflet die de Torteltuin wil opruimen. Met dit verschil dat ik ze wil redden en terug zetten in en bij de nieuwe vijver. Wel moet ik een groot deel van hun leefomgeving tijdelijk weghalen om mijn vijver te vergroten. Maar, daar komt dan wel weer iets moois voor terug.

Na een week van flink graven en weer opbouwen is het werk klaar. De nieuwe vijver blijkt na het vullen bijna drie keer zo groot te zijn, ruim 3000 liter. Dat had ik niet verwacht, maar is mooi meegenomen. Des te meer vissen kunnen er in. Rondom komen nieuwe plantjes en sommige oude keren terug. Als het klaar is dan kan het genieten beginnen. Alles langzaam zien veranderen. De plantjes zien groeien, de vissen zien zwemmen, de kikkers springen. Het is prima zo. Behalve dat hoekje rechts. Waarom heb ik dat laten zitten? Niet dat ik die extra ruimte nou echt nodig heb, maar het zou er wel beter uit zien als het weg zou zijn.

Opeens wordt het me duidelijk, ik heb de ziekte van vijver. Nooit is het genoeg, nooit tevreden. Altijd moet er iets veranderd of verbeterd worden. Al heb ik wel het voordeel dat ik er tussendoor van kan genieten. Zittend in de zon op het bankje of achterop het bruggetje kan ik er heerlijk tot rust komen, kijkend naar de vissen met het geluid van de waterval op de achtergrond. Hopelijk blijft deze rust en kan ik de drang tot veranderen de eerstkomende jaren onderdrukken.