Zomers vooruitzicht

BazboOp 13 april trok ik mijn schoenen en sokken uit. Sindsdien loop ik met blote voeten in mijn sandalen. Ik hoop dat het me dit jaar ook weer lukt om het zeker tot oktober vol te houden.
De periode van eind april en begin mei van dit jaar was klimatologisch gezien een uitzonderlijke tijd. Veel zonuren per dag en zomerse temperaturen. Behalve de boeren genoot iedereen er zichtbaar van.
De terrassen zaten vol, het witbier schuimde, de zonnebrandolie kwam weer tevoorschijn, de tuinen stonden in bloei, mensen trokken erop uit en droegen zo min mogelijk kleren op het lichaam.
Gebruinde hoofden, filmsterrenzonnebrillen, teenslippers, hemdjes, bermuda's, korte rokjes, topjes: alles deed heerlijk zomers aan.

Het allermooiste van een dergelijke zonnige periode vind ik zelf het prachtige uitzicht op breekbare meisjes die zich luchtig kleden. Ik weet het: ik ben getrouwd, en ook nog 's érg oud, maar het bloed kruipt waar het graag gaat. De radar staat voortdurend aan, zal ik maar zeggen.
En het aanbod is vaak zo overweldigend.

Vorig jaar, en de paar jaren ervoor, werd de zomermode gedomineerd door de heupbroek en het naveltruitje. En ik vind die kledij wel wat hebben. De aanblik van vrouwelijke schoonheidjes in dergelijke uitdossing doet mij verlangen naar dingen waarnaar een gehuwde man eigenlijk niet zou moeten verlangen.
Excuus. Hier moet ik even een korte pauze houden. Het water staat me namelijk hoog in de mond.

(Korte pauze. Tijdens het intermezzo klinkt: "Clavell Morenet" door La Troba Kung-Fú, in mijn ogen dé leukste zomer-cd van dit jaar. Kijk eens, krijgt u zomaar een muziektip van mij cadeau! Overigens, de dames Clara Morena en Mayra Andrade hebben ook mooie zomerplaten gemaakt. Allemensen, wat een tips toch weer. En dat allemaal in een column over de zomer!)

Zo, daar ben ik weer. Waar had ik het ook weer over? Dat geheugen van mij, dat is niet meer wat het geweest is. Oja, het ging over de zomerse aankleding van veel meisjes op straat. Naveltruitjes en heupbroeken. Over het algemeen erg mooi, vind ik.

Maar je hebt ze erbij. Die een naveltruitje en een heupbroek dragen, én in de taille rijkelijk voorzien zijn van reservevlees. Op zich is het helemaal niet erg dat een meisje of vrouw wat steviger is. Het uiterlijk van de modieuze gratenbaal is nu eenmaal niet bereikbaar voor iedereen. Bovendien is het niet echt een representatieve weergave van het volume van de gemiddelde hedendaagse vrouw.
(Over het misleidende beeld van 'de ideale vormen van de vrouw', dat reclames en media schetsen, kan ik overigens een nog veel uitgebreidere column schrijven, maar dat is voor een volgende keer. Help me onthouden.)
Vollere dames zien we nu eenmaal méér in het straatbeeld dan die wandelende ribbenkastjes.
(Dat veel mannen stiekem verlangen naar een voluptueuze vrouw, laten we hier maar even buiten beschouwing.)
Nee, het is geen schande dat iemand voorzien is van 'love-handles'. Absoluut niet. Maar om ze nou in het openbaar tentoon te stellen, gaat me wat ver. Dat overschrijdt mijn gevoel voor esthetica. Over 'love-handles' gesproken: ik paradeer toch ook niet met mijn 'pientere pookje'?
(Voor 'love-handes' bestaat ook een Nederlands woord. Maar dat bezigt men niet in een fatsoenlijke column.)

Aanvankelijk dacht ik de oplossing voor deze affreuze aanblik te hebben gevonden in een landelijke oproep.
"Lieve meisjes die wat breder in de taille zijn, doe er alsjeblieft iets aan. Voorkom horizonvervuiling. Bespaar mij de aanblik van de 'love-handles'. Zéker als er op de onderrug ook nog een uitgezakte tattoo te vinden is."
Ik ben echter bang dat aan mijn oproep geen gehoor wordt gegeven. Daarom moeten we de wáre oorzaak in Europees verband of op globaal niveau aanpakken! Geloof me, het is nog niet te laat!

We moeten écht álles op álles zetten om de gevolgen van het broeikaseffect zoveel mogelijk tegen te gaan. Hoe warmer het op de aarde wordt, hoe hoger de temperaturen in ons land, hoe langer de zomer duurt, hoe langer we moeten kijken naar die afzichtelijke blubberbuiken.

Ik wens u desondanks toch een smakelijke zomer.


Apeldoorn, mei 2007