Fatah al-Islam dreigt strijd uit te breiden

De militante Palestijnse groepering Fatah al-Islam heeft vandaag gedreigd de strijd uit te breiden buiten de omgeving van de Noord-Libanese stad Tripoli, als het Libanese regeringsleger Fatah al-Islam blijft bestoken in het vluchtelingenkamp Nahr el-Bared.

De nieuwszender CNN liet vanmiddag beelden zien van zware beschietingen van Fatah al-Islam door het Libanese leger. Boven het vluchtelingenkamp hangen grote zwarte rookpluimen. Zeker negen burgers zijn om het leven gekomen en zeventig anderen zijn gewond geraakt door de beschietingen van het Libanese leger. Gisteren waren regeringssoldaten en Palestijnse strijders ook al verwikkeld in felle gevechten. Daardoor verloren circa vijftig mensen het leven.

Volgens Palestijnen in het kamp is de kans groot dat het aantal slachtoffers nog zal oplopen, omdat reddingswerkers delen van het gebied niet kunnen bereiken. In het vluchtelingenkamp leven ongeveer 40.000 Palestijnen.

De Fatah Al Islam wordt geleid door de Palestijn Shakir Al Abassi, maar veel leden zouden uit andere Arabische landen komen. De groep heeft sympathie voor de terreurgroep Al Qaeda. Volgens de Libanese regering wordt Fatah Al Islam gesteund door buurland Syrië, maar Damascus en de groepering zelf ontkennen dat. Al Abassi ontkent dat zijn organisatie banden heeft met het terreurnetwerk Al Qaeda, maar is het wel grotendeels eens met de tactiek van Al Qaeda om niet-moslims te bevechten en zelfs te doden. Zijn organisatie heeft tot doel ''islamitische hervormingen'' door te voeren in de Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon en Israël te bestrijden.

Vluchtelingen
In Libanon wonen op dit moment bijna 400.000 Palestijnse vluchtelingen in kampen, wat neerkomt op ongeveer 10 procent van de bevolking. Na de oprichting van de staat Israël in 1948 zijn 750.000 Palestijnen gevlucht naar onder meer Jordanië, Syrië en Libanon.

In 1967 kwam een tweede groep Palestijnse vluchtelingen op gang van 250.000 personen na de verovering van de Sinaï-woestijn, de Westelijke Jordaanoever en de Golan Hoogvlakte. Op dit moment leven ongeveer vier miljoen Palestijnen in ballingschap. In Jordanië hebben de vluchtelingen het staatsburgerschap verkregen, en ook in Syrië zijn ze redelijk geïntegreerd.

In Libanon hebben de vluchtelingen echter geen rechten, mogen ze bijna niet werken en wonen ze verspreid over twaalf kampen. In deze kampen heerst grote armoede. De vluchtelingen hebben nauwelijks toegang tot de gezondheidszorg, onderwijs en andere publieke diensten. Dit komt onder meer doordat veel Libanezen de Palestijnen verantwoordelijk houden voor het uitbreken van de Libanese burgeroorlog, die van 1975 tot 1990 plaatsvond.

De Palestijnen gebruikten het land toen als basis voor geweld tegen Israël. Libanon is een van de meest gecompliceerde en verdeelde landen in het Midden-Oosten. De bevolking is een mix van onder meer christenen, moslims en Druzen, doordat het land eeuwenlang een toevluchtsoord was voor bedreigde minderheden in de regio. Al dertig jaar speelt het land een rol bij de problemen tussen Israël en de Palestijnen.