'Vaticaan toont botten Petrus'
Petrus, ook wel bekend als Sint-Pieter, is best wel een grote naam binnen het christendom. Maar hoe betoon je zo'n man de eer die hij verdient? Als je naam Frans en je beroep paus is, is dat antwoord duidelijk: je stelt de botten tentoon, zodat de gehele christenheid zich eraan kan vergapen.
De botten van Sint-Pieter werden in 1942 onder geheimzinnige omstandigheden ontdekt in een tombe onder de Sint-Pieter-basiliek in Rome. De kardinaal die de ontdekking deed, omzeilde daarbij alle archaeologische methoden en verstopte de botten in een doos - naar eigen zeggen om ontering van de resten te voorkomen.
Een Italiaanse professor herontdekte de botten na de dood van de kardinaal en testte ze. Het geraamte bleek van een zestigjarige man te zijn geweest. In de overtuiging dat ze Petrus' resten had ontdekt, meldde ze haar vondst aan de toenmalige paus, Paul VI. Die maakte de vondst op 26 juni 1968 wereldkundig, maar borg de botten vervolgens weer op.
Nu krijgt de katholiek in de straat dan eindelijk ook de kans om een deel van de botten eens te vereren. Aanstaande zondag zullen de botten aan het publiek getoond worden tijdens een mis op het Sint-Pietersplein. Dit alles ten gelegenheid van de afsluiting van het Jaar van het Geloof.
De belangrijkste vraag die nog blijft staan, is of de gevonden resten inderdaad van Sint-Pieter zijn. Zelfs het Vaticaan heeft zich nooit expliciet uitgesproken over die vraag. Veel archaeologen zetten er hun vraagtekens bij.
Overigens worden de beenderen zondag getoond in de urn waar ze gewoonlijk in zitten als ze in de privékapel van de paus staan. De kans dat ook maar één gelovige de échte botten van Sint-Pieter te zien krijgt, lijkt daarmee maar klein.