Proces tegen Vlaams Blok wellicht over
Het Brusselse hof van beroep stelde eerder dit jaar dat de klacht tegen het Vlaams Blok een rechtstreekse aanslag inhoudt tegen de politieke instellingen van België, daar het voortbestaan van het Blok als politieke partij door het proces in gevaar kwam.
De klacht tegen het Vlaams Blok was ingediend door het 'Centrum voor Racismebestrijding en de Liga voor Mensenrechten; het was gericht tegen drie vzw's van het Vlaams Blok. Mocht de klacht echter gegrond worden verklaard, dan zou het hele Vlaams Blok kunnen worden ontbonden.
De reguliere politieke partijen zijn geen voorstander (meer) van de rechtszaken tegen het Blok. Na de uitspraak van het Hof dat het proces geen doorgang mocht vinden kwam de politiek eensgezind tot het besluit dat het Vlaams Blok beleidsmatig moet worden aangepakt, en niet langer via juridische weg.
De Liga voor Mensenrechten en het centrum-Leman (Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding) blijven echter aandringen op een veroordeling van het Vlaams Blok wegens inbreuken op de anti-racismewet. Op 18 november behandelt het Hof van Cassatie de zaak. Het hof is niet verplicht het advies van de advocaat-generaal te volgen, maar zou dan de eigen rechtspraak negeren. Als het Hof de uitspraak van het hof van beroep in Brussel verbreekt, moet een ander hof van beroep de klacht tegen de Blok-vzw's opnieuw behandelen. Dat hof beslist uiteindelijk of de partij al dan niet een racistische groepering is.