B25TRIX

Wat een eerbetoon aan onze koningin was dat afgelopen zaterdag. Onder de naam B25TRIX (zeer waarschijnlijk niet verzonnen door een l33t) kreeg de Homo Visualis weer eens een ouderwets avondje televisie voorgeschoteld door ons aller Jopie van den Ende, die meteen even van de gelegenheid gebruik maakte om lekker zijn musicals te pluggen. Jammer was natuurlijk de heer M. Borsato, die op het podium stond alsof iedereen in de tent voor zijn optreden was gekomen in plaats van voor Bea en de presentator Ivo Niehe, die om de haverklap van de teleprompter voorlas hoe spontaan de show wel niet was en hoe knap hij kon improviseren. Gelukkig waren er genoeg artiesten over, die wel beseften dat het toch enigszins een eer is om voor de enige echte Neerlandse Royalty op te mogen treden.

Maar goed. Tussen alle artiesten door was er in de show ook tijd voor wat memorabele momenten van de afgelopen 25 jaar . Eén daarvan waren alle Nederlanders die de Nobelprijs hadden gewonnen. Hoewel in de show niet werd aangegeven voor wie en waarvoor de prijzen waren, zet ik ze hier maar even op een rijtje:

1984: Simon van der Meer (natuurkunde)voor ontwerp van een experiment waarmee deeltjes van de zwakke wisselwerking werden ontdekt.
1995: Paul Crutzen (scheikunde) voor onderzoek naar het gat in de ozonlaag.
1999: Martinus Veltman en Gerard ’t Hooft (natuurkunde), voor een theorie waarmee gedrag van elementaire deeltjes kan worden berekend.

Prachtig toch, dat Nederlandse intellect? Het deed mij denken aan een recent verricht onderzoek. Het blijkt namelijk dat de meeste Nederlanders vinden dat ze tijd tekort komen. De reden werd er ook meteen bij gegeven: we willen teveel. We willen namelijk werken, studeren, internetten, lezen, sporten, spelen, tijd aan de kinderen besteden, stappen, uit eten, seks en voldoende slapen en dat allemaal op dezelfde dag. En als het niet lukt hebben we het gevoel dat we iets tekort zijn gekomen. De conclusie lijkt mij simpel: we hebben het te goed met z’n allen en dat we de tijd weten te vinden om ons jaren en jaren bezig te houden met deeltjes van de zwakke wisselwerking of het gat in de ozonlaag en er zo verschrikkelijk goed in worden dat er een Nobelprijs voor uitgereikt wordt, is hier toch wel het ultieme bewijs van.

Mooi was dan ook het contrast in het volgende filmpje waarin aandacht werd besteed aan Unicef (één van de goede doelen die in overleg met onze Queen in de spotlight werd gezet). Unicef is een project gestart om analfabete kinderen in Afrika met een spoedcursus klaar te stomen voor regulier onderwijs. Dus in plaats van 40 kilometer per dag lopen voor een beetje water, of de wapens oppakken om gezellig mee te knokken in de burgeroorlog, of een beetje hongerig naast je tent liggen wachten op wat rijst en medicijnen, kunnen ze nu zelf werken aan hun toekomst. Nu ben ik normaal niet zo van de filantropie, maar de gezichten van blije, leergierige negertjes (mag dat woord nog wel?) deed me toch wel iets. Ik hoorde ze in ieder geval niet klagen over tijdgebrek en het was weer eens een welkome afwisseling op dat respectloze, ongeïnteresseerde, schoolgaande tuig dat hier op TV voorbij komt. Dat de Engelse lerares een gestelde vraag niet in het Engels kon beantwoorden, baarde mij dan wel weer wat zorgen, maar toch, de eerste stap in de goede richting lijkt gezet.

Ik kon dan ook niet de hoopvolle gedachte onderdrukken dat misschien, heel misschien, één van die kinderen ooit een Nobelprijs zou ontvangen. En ergens heb ik het gevoel dat onze Bea dat best een mooi jubileumcadeau zou vinden.