Keroppi in het kinderbadje

Keroppi in het kinderbadje

Op een zonnige dag, of tenminste, iets wat een zonnige dag leek te worden, het was immers nog vroeg toen we vertrokken, begonnen mijn moeder, broertje en ik aan onze tocht richting het zuiden van Nederland. Daar zou immers het verjaardagsfeestje van mijn vele jaren jongere nichtje plaatsvinden.

Na een voorspoedige reis met het openbaar vervoer (ze kunnen het wel, ze willen gewoon af en toe niet ) kwamen we op de plaats van bestemming aan. Net over de drempel gestapt werd er al een tiara in het haar van mijn moeder en mij gesplaatst en mijn broertje kreeg een van goud geknutselde kroon op zijn hoofd geplant.
Want mijn nichtje is 6, en rond die leeftijd komt bijna elk meisje onvermijdelijk in de wat ik 'prinsessen periode' noem terecht. Je doet dan niks liever als je de hele dag in de meest protserige prinsessenjurken voortschrijden en spelen dat je een heuse prinses bent. Dat je alleen jammerlijk genoeg door een fout van het ziekenhuis in het 'gezin Doorsnee' bent terechtgekomen, geloof jij alleen.
Dus vandaar dat dit niet zomaar een verjaardagsfeestje was, nee dit was een heus prinsen en prinsessenbal. En dus moesten de gasten, door middel van de tiara/kroon, in stijl rondlopen.

In de tuin gekomen maakten we kennis met de andere kant van de familie (ook voorzien van tiara's) en storten we ons snel op de taart. Omdat het toch Limburgers blijven was er ook vlaai, maar doordat ik in mijn vroege jeugd bij mijn familie overvoerd ben hiermee, weiger ik dat nog te eten. Dus ik stortte me, zonder tegenzin overigens, op de roze ballerina taart. Het glazuur sprong van mijn tanden, en er zaten genoeg kleurstoffen in om me energie te verschaffen voor de komende week, maar het was de taart die ik vroeger altijd al had willen hebben, maar van mijn moeder nooit kreeg. En hij smaakte best.

Terwijl de volwassenen bij elkaar schoven om de laatste nieuwtjes op het gebied van burgerlijkheid (hypotheek, auto’s enz.) door te nemen, werden de kinderen gedropt in het kinderbadje. Nou ja kinderbadje... In mijn tijd waren kinderbadjes nog echt kinderbadjes. Zelfs als 8 jarige kon je er niet meer languit in liggen en ze waren desnoods met een gieter te vullen. Dit was een half zwembad, en ik bespaarde mezelf maar de moeite om te berekenen hoeveel tijd het gekost moet hebben om het te vullen.

Mijn broertje en ik zweven qua leeftijd tussen de blije kiddies en de volwassenen (okee ik ben wel volwassen wat betreft leeftijd, maar de huidige situatie wat betreft de huizenmarkt interesseert me alsnog weinig) maar we hadden ons toch maar ergens in de kring gewurmd.
"Annemiehiehiek!" klonk het vanuit het kinderbadje. "Kom eens!" Hmm die poeslieve stemmetjes betekenen vaak niet veel goeds. Ik had een vermoeden dat ik wel eens nat gespetterd zou kunnen worden. En ja hoor, toen ik ze voldoende genaderd was kreeg ik de volle laag.
Ik riep mijn broertje te hulp (sinds we ouder zijn, zijn we iets meer solidair dan vroeger ) en we sloten de tuinslang aan op de kraan, klaar voor een wraakactie.
Dit was de kiddies niet ontgaan en ze begonnen te overleggen voor een tegenactie. Net op tijd, de eerste peuter met een emmer vol water naderde ons al, kregen we de tuinslang aan de praat en spoten het hummeltje weer naar een veilige afstand. Zo hielden we even stand maar ze begonnen toch steeds dichterbij te komen. Snel verschanste mijn broertje en ik ons in huis. Meestal hebben kinderen een korte concentratiespan, dus we hoopten erop dat ze na 5 minuten ons vergeten zouden zijn en we weer veilig langs hun naar de tafel met lekkers zouden kunnen lopen.

Maar 'oudere kinderen' zoals wij zijn in hun ogen machtig interessant en ze begonnen onderling te smiespelen. Af en toe vingen we een zinnetje op, en vernamen op die manier dat ze van plan waren om een contract op te stellen waarin vastgelegd werd dat wij hen niet meer mochten natspetteren. Contractbreuk van onze zijde zou bestraft worden met een boete van maar liefst honderdduizendmiljoen euro!

Omdat we nu al een kwartier stonden te wachten tot ze het zouden opgeven, en er weinig hoop op was, overlegde ik even met mezelf. Ik had een extra set kleren bij me, het is zonnig weer. Waarom zou ik niet gewoon mijn schoenen uittrekken en voor een ouderwets watergevecht gaan?
Dus zo gezegd, en zo gedaan. En binnen 5 minuten was ik tot op mijn ondergoed doorweekt. Een deel van de groep haakte af om met de barbies en het bijbehorende sprookjeskasteel te spelen, dus ik bleef over met een nieuwsgierige tweeling van 8.
"Hoe lang is hij al jouw vriendje?" vroegen ze, met een knikje naar mijn broertje. Lachend legde ik uit dat dat niet mijn vriendje, maar mijn broertje was. Maar daarmee was de kous niet af. "Heb je een vriendje?" was de volgende vraag. "Niet meer." Antwoordde ik naar waarheid. Aha! Maar dat was interessant! ""Waarom niet, waarom niet, waarom niet, waarom niet" dreinde het in mijn oor.
Omdat ik niet bepaald zin had om een uiteenzetting over afstanden, jaloerse exen en meerdere complicerende factoren te houden voor deze 2 onschuldige wezentje, besloot ik het te versimplificeren tot: "Hij woonde te ver weg'. Waar ze gelukkig genoegen mee namen.

Na nog een uur in het water gestoeid te hebben, afgewisseld met wat vragen over hoe ver ik dan wel niet weg woonde, en waarom ik niet meer bij mijn ouders woonde, had ik er genoeg van en stapte druipend uit het badje. En nadat ik me omgekleed had leunde ik achterover, met mijn gezicht in de zon en op de achtergrond de gesprekken over hypotheken.