NSC en GroenLinks-PvdA willen strengere eisen aan kennismigratie.

In een nieuwe poging om de instroom van arbeidsmigranten verder te beperken, hebben regeringspartij NSC en de grootste oppositiepartij GroenLinks-PvdA de krachten gebundeld. Volgens beide partijen mogen buitenlandse kennismigranten alleen met een Europese blauwe kaart naar Nederland komen als zij gaan werken in een sector met een bewezen en structureel tekort aan arbeidskrachten. Wie zal bepalen waar deze 'structurele tekorten' zich bevinden en welke sectoren voorrang krijgen, is op dit moment onduidelijk.

Het voorstel zorgt ervoor dat de blauwe kaart niet als een algemeen toegangsmiddel tot de Nederlandse arbeidsmarkt kan worden gebruikt. NSC en GroenLinks-PvdA willen het plan indienen als amendement op een wetsvoorstel dat asielminister Marjolein Faber binnenkort in de Tweede Kamer zal verdedigen.

De wet van Faber introduceert nieuwe Europese regels die het eenvoudiger moeten maken voor kennismigranten van buiten de EU om hier te wonen en werken. Vorige week uitte de Kamer al veel kritiek; veel partijen vinden het wetsvoorstel niet streng genoeg en vrezen misbruik.

NSC en GroenLinks-PVDA willen dat het kabinet sectoren selecteert die daadwerkelijk werknemers van buiten de EU nodig hebben. NSC-leider Pieter Omtzigt noemt dit een "belangrijke stap om misbruik van kennismigratie tegen te gaan, arbeidsmigratie te beperken en ervoor te zorgen dat we alleen de buitenlandse werknemers binnenhalen die we echt nodig hebben".

Daarnaast willen de partijen dat de blauwe kaart uitsluitend geldt voor mensen die een vaste aanstelling krijgen bij een werkgever. Dit betekent dat de blauwe kaart niet van toepassing is op werknemers die via een uitzendbureau werken of worden gedetacheerd. "Bij een direct dienstverband kunnen werkgevers worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid", zegt Kamerlid Mariëtte Patijn van GroenLinks-PvdA. "Dat biedt werknemers zekerheid en stabiliteit, aangezien ze nu vaak niet weten waar ze aan toe zijn."