Steeds meer statushouders hebben betaald werk
Het aantal statushouders met betaald werk is in 2022 toegenomen, vergeleken met het jaar ervoor. Van de statushouders die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, had 45 procent medio 2022 een baan. Dat blijkt uit nieuwe cijfers uit het onderzoek Asiel en integratie 2023 van het CBS.
Het CBS onderzoekt elk jaar in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid hoe het asielzoekers vergaat die vanaf 2014 naar Nederland zijn gekomen.
Minder verblijfsvergunningen voor Syriërs en Eritreeërs
Vanaf 2014 tot en met juni 2022 hebben bijna 285.000 asielzoekers zich gemeld bij het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA). De meesten komen uit Syrië en Eritrea. Andere grote groepen asielzoekers zijn afkomstig uit Irak, Afghanistan, Turkije en Jemen. De laatste jaren neemt het aantal asielzoekers uit die laatste twee landen toe.
Van deze 285.000 asielzoekers kregen ruim 215.000 een verblijfsvergunning. Meer dan de helft daarvan werd verleend aan Syriërs en 16 procent aan Eritreeërs. In de eerste helft van 2022 kregen meer asielzoekers een verblijfsvergunning dan in de vier jaar daarvoor. Het aandeel verleende verblijfsvergunningen aan mensen uit Syrië en Eritrea daalde. Aan asielzoekers uit Turkije en Jemen zijn meer asielvergunningen verleend. Zodra asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen, zijn zij statushouder.
Statushouders steeds sneller aan het werk
Het aandeel statushouders met een baan neemt toe naarmate zij langer in Nederland zijn. De afgelopen jaren vinden statushouders die recent een verblijfsvergunning kregen ook steeds sneller een baan. Zo had bijna 20 procent van de asielzoekers die in 2019 een verblijfsvergunning kregen, na tweeënhalf jaar een baan. Van de groep statushouders uit 2014 was dat 11 procent. In coronatijd kwamen statushouders minder gemakkelijk aan een baan, vooral omdat zij vaak flexibele contracten hebben en in kwetsbare bedrijfstakken werken, met name in de uitzendbranche en de horeca.
Eritreeërs en Afghanen het vaakst aan het werk
Van alle statushouders hebben Eritreeërs het vaakst betaald werk. Na zevenenhalf jaar heeft iets meer dan 60 procent van deze groep een baan. Dat is meer dan statushouders met een andere nationaliteit. Afghanen vinden het snelst een baan: bijna 1 op de 3 heeft na tweeënhalf jaar werk. Dat is bijna drie keer zoveel als het gemiddelde voor alle statushouders. Na zevenenhalf jaar heeft bijna de helft van alle Afghaanse statushouders een baan, meer dan het gemiddelde voor alle statushouders (44 procent).
Werk steeds belangrijker
Statushouders beginnen vaak als oproepkracht of met een ander tijdelijk contract en werken tegen een relatief laag uurloon. Naarmate ze langer aan het werk zijn, krijgen ze steeds vaker een contract voor onbepaalde tijd. Hun uurloon is dan hoger en ze maken meer uren.
Ook de sociaaleconomische positie van statushouders is merkbaar verbeterd. Zo is hun uitkeringsafhankelijkheid flink gedaald en is werk vaker hun belangrijkste inkomstenbron. In 2016 was een uitkering de belangrijkste inkomensbron voor 60 procent van de statushouders die in 2014 een verblijfsvergunning kregen. Bij Eritreeërs was dit iets meer dan 80 procent. Maar vijf jaar later, zeven jaar na het verkrijgen van hun verblijfsvergunning, is inkomen uit werk de belangrijkste inkomstenbron.