Inkomsten uit sociale premies 6,1 miljard hoger in 2018

De premie-inkomsten van de sociale fondsen zijn gestegen van 101,9 miljard euro in 2017 naar 108,0 miljard euro in 2018. Vanuit de sociale fondsen worden sociale verzekeringen gefinancierd zoals de AOW, de WW, de Zorgverzekeringswet en de arbeidsongeschiktheidswetten. Dit meldt het CBS op basis van cijfers over de sociale fondsen.

De inkomsten uit premies liggen structureel lager dan de uitgaven aan uitkeringen van sociale verzekeringen. De uitkeringslasten van de sociale verzekeringen stegen van 113,5 miljard euro in 2017 naar 116,6 miljard euro in 2018.

Verschillen tussen de uitgaven en de premie-inkomsten worden voor een groot deel opgevangen door rijksbijdragen aan de sociale fondsen. Deze bedroegen 21,4 miljard euro in 2018. Naast de uitgaven aan uitkeringen werd vanuit de sociale fondsen ook nog voor 2,6 miljard euro gefinancierd aan subsidies en aan overdrachten naar andere overheidssectoren. De uitvoeringslasten van de sociale fondsen bedroegen 3,6 miljard euro in 2018.

Behalve sociale verzekeringen zijn er ook sociale voorzieningen zoals bijstand en kinderbijslag, die niet uit premies worden gefinancierd, maar die worden betaald uit de belastingen. De uitgaven aan sociale uitkeringen, de sociale verzekeringen en sociale voorzieningen tezamen, bedroegen 155,6 miljard euro in 2018. Dit artikel richt zich op de sociale verzekeringen.

Premies zonder AOW sinds 2016 hoger dan uitkeringen
De premies en uitkeringen van de sociale fondsen lopen grofweg in de pas, maar er zijn wel verschillen. De uitgaven aan uitkeringen zijn tussen 2008 en 2018 met bijna 25,5 miljard euro gestegen, terwijl de inkomsten uit premies 22,1 miljard euro hoger geworden zijn. Dit verschil in toename komt grotendeels door de fiscalisering van de AOW. De rijksbijdragen aan de AOW worden steeds groter.

Los van de AOW waren de premie-inkomsten in de periode 2016–2018 wel hoger dan de uitkeringen, onder andere door de toename van het aantal werkenden dankzij de economische groei.

De invloed van de conjunctuur is ook in eerdere jaren goed terug te zien. In het crisisjaar 2009 daalden de premies met ruim 7 miljard euro terwijl de uitkeringslasten met ruim 6,4 miljard euro toenamen. In een recessie lopen de uitgaven aan bijvoorbeeld WW-uitkeringen op, terwijl de premie-inkomsten afnemen.

Afschaffing AWBZ
Ook de afschaffing van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) per 1 januari 2015 heeft de verhouding tussen de uitkeringen en de premies veranderd. Voor de AWBZ kwam de Wet Langdurige Zorg (WLZ) in de plaats, maar met een beperkter takenpakket. Gemeenten namen een groot deel van de taken van de AWBZ over. In 2014 waren de AWBZ-premies 6,5 miljard euro lager dan de uitkeringslasten. De WLZ-premies in 2015 waren 2,1 miljard euro lager dan de uitkeringslasten van de WLZ.