Vaders werken vaker thuis
Bijna negen op de tien werkende vaders namen in 2017 bij de geboorte van hun kind een vorm van verlof op. Vakantieverlof of arbeidsduurverkorting werden het meest genoemd. Van alle werkende vaders met kinderen tot acht jaar maakte 11 procent gebruik van ouderschapsverlof. Het gebruik van verlofregelingen door vaders is de afgelopen jaren nagenoeg gelijk gebleven. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.
Werkende vaders die na de geboorte van hun kind meer tijd thuis willen zijn, kunnen verschillende verlofsoorten inzetten zoals kraamverlof, (extra) arbeidsduurverkorting (adv) of vakantiedagen. In 2017 maakte 87 procent van de werkende vaders met kinderen jonger dan één jaar gebruik van zo’n regeling. Dat aantal is de laatste jaren nauwelijks veranderd. In 2015 maakte 85 procent gebruik van deze verlofregelingen. Met 66 procent wordt adv/vakantieverlof door werkende vaders het meest genoemd, gevolgd door kraamverlof (62 procent).
Eén op de tien vaders had ouderschapsverlof
Van de werkende vaders met kinderen tot acht jaar maakte 11 procent (70.000) in 2017 gebruik van ouderschapsverlof. Vergeleken met 2015 is het gebruik van ouderschapsverlof onder werkende vaders nagenoeg onveranderd. Een vrijwel even grote groep, 66 duizend vaders, gaf aan wel behoefte te hebben aan ouderschapsverlof maar het niet opgenomen te hebben. Als belangrijkste redenen om geen verlof direct op te nemen noemen werkende vaders dat het financieel niet haalbaar was, het werk het niet toeliet of dat collega’s onnodig belast zouden worden door hun afwezigheid.
Vaders werken vaker thuis
Onder werknemers werken vaders doorgaans vaker thuis dan mannen zonder kinderen. Van de werkende vaders (30 tot 50 jaar) met één kind tot 12 jaar werkte 48 procent in 2017 thuis. Een kwart werkte op incidentele basis thuis. Daarnaast werkte bijna 17 procent uitsluitend vanuit huis. Zo’n 6 procent had een vaste thuiswerkdag vastgelegd in overleg met de werkgever.
Werkende vaders met meerdere kinderen werken vaker thuis dan vaders met één kind. Meer dan de helft van de vaders met twee of meer kinderen (52 procent) werkte thuis, tegen iets minder dan de helft van alle vaders met één kind (48 procent).