Eerste Kamer wil duidelijkheid over dubbelministers

De Eerste Kamer wil duidelijkheid over de positie van de zogenaamde 'dubbele ministers', namelijk de departementen die in het aankomende kabinet met twee ministers worden bezet. Op staatsrechtelijke gronden is dat namelijk niet mogelijk.

De voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, heeft in een brief aan de formateur (Mark Rutte) om opheldering gevraagd. Volgens artikel 44 van de Grondwet kan er slechts één bewindspersoon aan de leiding staan van een ministerie. "Graag ga ik ervan uit dat bij de benoeming van de nieuwe ministers duidelijkheid zal worden betracht welke ministers op de genoemde ministeries belast worden met de leiding van het ministerie”, aldus Broekers-Knol in haar brief aan de formateur.

Het is niet de verwachting dat dit het nieuwe kabinet nu al in problemen brengt, al kan het zeker geen kwaad om duidelijkheid te scheppen in de taakverdeling en de hiërarchie, die tot nu toe door Rutte én de betrokken bewindspersonen redelijk in het midden gelaten is. Op het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn bijvoorbeeld al heel erg lang twee ministers: de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. 

Een dergelijke subtiliteit in naamgeving is eerder voorgekomen en geeft aan wie de baas is op het ministerie: de van-minister. De voor-minister wordt ook wel een minister zonder portefeuille genoemd. Naast BuZa staan er nog drie dubbele posten op de lijst: Justitie & Veiligheid, Onderwijs en Volksgezondheid. 

Ferdinand Grapperhaus (CDA) wordt de minister van Justitie & Veiligheid, en Sander Dekker (VVD) wordt de minister voor Rechtsbescherming. Hugo de Jonge (CDA) wordt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Bruno Bruins (VVD) wordt de minister voor Medische Zorg. Ingrid van Engelshoven (D66) wordt minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Arie Slob (CU) wordt minister voor basis- en voortgezet onderwijs en media.