Controverse is Charlie Hebdo niet vreemd
Het Franse blad Charlie Hebdo, dat woensdag getroffen werd door een bloedige aanslag, is controversiële onderwerpen nooit uit de weg gegaan. De edities waarin de islam op de hak werden genomen kwamen het meest in het nieuws, maar eerder moesten ook pausen en presidenten het ontgelden.
De aanslag van woensdag heeft aan twaalf mensen het leven gekost, maar het was niet de eerste keer dat moslimextremisten hun pijlen op het blad richtten. Nadat Charlie Hebdo in 2011 een cartoon van de profeet Mohammed op de cover had gezet werd de redactie in de nacht aangevallen met een brandbom. Toen was er enkel materiële schade.
"We behandelen het nieuws net als journalisten", zei cartoonist Luz, die onder de slachtoffers van woensdag is, in 2012. "Sommigen gebruiken camera's, sommigen gebruiken computers. Wij gebruiken papier en potloden. Een potlood is geen wapen. Het is een middel om je mee uit te drukken."
Hoofdredacteur Stéphane Charbonnier, die woensdag ook de dood vond, was het hiermee eens. "Mohammed is voor mij niet heilig. Ik neem het moslims niet kwalijk dat ze niet om onze tekeningen lachen. Ik leef onder de Franse wet, niet onder die van de Koran."
De islam was een welkom doelwit voor de satiristen van Charlie Hebdo, maar zeker niet het enige. Op eerdere covers stonden onder meer de gepensioneerde paus Benedictus XVI in een liefdevolle omhelzing met een bewaker van het Vaticaan, ex-president Nicolas Sarkozy als een ziekige vampier en een orthodoxe jood die een nazisoldaat zoent.