Noord-Korea ontkent betrokkenheid Sony-hack

Noord-Korea heeft aangeboden samen met de Verenigde Staten een onderzoek te doen naar de cyberaanval op filmstudio Sony Pictures. Met het aanbod benadrukt het land niet achter de aanvallen te zitten.

De minister van Buitenlandse Zaken van Noord-Korea beschuldigde de Amerikaanse overheid van het verspreiden van ongegronde beschuldigingen en gaf aan dat uit een onderzoek zou blijken dat zij er niets mee te maken hebben. De aanval op Sony en de dreigementen richting bioscopen heeft Sony doen besluiten om The Interview, een komedie die draait om een moordaanslag op Kim Jong-Un, niet langer uit te brengen.

De film zou in de VS oorspronkelijk met Kerstmis openen, en in Nederland vanaf eind januari te zien zijn. Sony heeft deze week diverse uitspraken gedaan, variërend van een boodschap aan bioscopen begrip te tonen voor het niet vertonen van de film tot het zelf terugtrekken van de release zonder uitzicht op een alternatieve release. Later kwam het bedrijf daar weer op terug.

Vrijdag beweerde de Amerikaanse FBI dat de regering in Pyongyang verantwoordelijk was voor de hack, maar op zaterdag gaf Noord-Korea aan dat deze beschuldigingen ongegrond zijn. "Zonder terug te vallen op martelingen zoals de Amerikaanse CIA doet kunnen we bewijzen dat wij er niets mee te maken hebben," aldus de minister.

Barack Obama bekritiseerde het terugtrekken van de film tegen de pers en sprak de wens uit dat Sony met hem had overlegd alvorens toe te geven aan terrorisme. "We kunnen niet leven in een maatschappij waarin één of andere dictator censuur kan opleggen," aldus Obama, die zich voornam om nog met een meer formele respons te komen.

Sony zelf heeft intussen verklaard niet te vinden verkeerd te hebben gehandeld in het annuleren van de release. "We hebben niet opgegeven," aldus CEO Michael Lynton, verklarend dat de beslissing om de film terug te trekken was gebaseerd op "de beslissing van de meerderheid van de bioscopen om de film niet te vertonen." Sony had geen keus, aldus de topman. "We hebben nog steeds de hoop de film te kunnen vertonen aan een ieder die het wil zien."