Groningers claimen immateriële schade NAM en staat

Zo'n 250 inwoners van de provincie Groningen stellen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de staat aansprakelijk voor immateriële schade door aardbevingen in de regio. Mensen zijn bang dat hun huis 's nachts instort, zegt hun advocaat Pieter Huitema woensdag.

De Groningers zeggen angst en stress te hebben omdat ze wonen in huizen met zo veel gebreken door de bevingen, zegt Huitema. "Er zijn schrijnende gevallen bij, bijvoorbeeld jonge gezinnen met kleine kinderen die 's nachts niet meer slapen omdat ze bang zijn dat hun huis instort." Sommige deelnemers zouden inmiddels psychische hulp krijgen.

De overheid is volgens Huitema aansprakelijk omdat ze burgers moet verzekeren van bescherming van hun persoonlijke levenssfeer, zegt Huitema. De NAM is als veroorzaker van de schade ook verantwoordelijk. "Volgens zowel het Europese Hof en de Hoge Raad geeft een verregaande aantasting van woongenot recht op een immateriële schadevergoeding."

De klagers zijn verenigd in de stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen. Het is de eerste keer dat zo'n grote groep de gang naar de rechter maakt vanwege immateriële schade, zegt Huitema.

Of ze allemaal ook daadwerkelijk een schadevergoeding krijgen is gissen, maar de advocaat verwacht dat vooral de schrijnende gevallen een goede kans maken. "Als we afgaan op jurisprudentie van de Hoge Raad hebben deze mensen zeker recht op een schadevergoeding."

In een nog lopende rechtszaak stelt de stichting de NAM aansprakelijk voor de waardedaling van huizen. Daarin is de eis dat de waardevermindering van de woningen meteen wordt vergoed en niet pas na verkoop.