Ambassadeurs kritisch over Nederland

Nederland is een in zichzelf gekeerd land aan het worden en ziet buitenlanders ten onrechte als probleem. Dat zeggen ambassadeurs van voor Nederland relevante landen zaterdag in NRC Handelsblad.

De krant sprak de afgelopen maanden met acht in Den Haag gestationeerde ambassadeurs. Allemaal spreken ze zich kritisch uit over hun gastland. Zo zegt de Britse ambassadeur Paul Arkwright dat Nederland zich steeds verder afsluit voor de buitenwereld. "En dat kan de internationale reputatie kwaad doen."

Ook de Duitser Heinz-Peter Behr heeft het idee dat Nederland te veel met zichzelf bezig is. Dat Nederlanders kritisch over Europa zijn, hoeft volgens hem niet negatief te zijn, maar het moet niet doorslaan. Hij denkt dat het hebben van kritiek in de aard van de Hollander zit. "Nederlanders zijn over alles kritisch."

De Israëliër Harry Kney-Tal vindt dat Nederland vol vertwijfeling naar de toekomst kijkt en niet weet welke kant het op moet. De Pakistaanse ambassadeur Aizaz Ahmad Chaudhry vindt dat er in Nederland 'tekenen van islamofobie' zijn en de Indiase Bhaswati Mukherjee snapt niet waarom buitenlanders in Nederland een probleem zijn. "Ik koop op de Haagse markt mijn tomaten bij de Marokkaan, met wie ik Frans praat. Ik haal mijn kaas en olijven bij een Nederlands-Frans stel. En bij een Indonesiër koop ik mijn vis. Ik zie het probleem niet."

Uitzondering is ambassadeur Frank Geerkens van België. Hij is positiever over Nederland dan de andere ambassadeurs. Wel zegt hij dat België het zou betreuren als Nederland en Finland eensgezind zouden optreden in de eurocrisis.

Volgens de krant is het ongebruikelijk dat ambassadeurs zich uitspreken over de binnenlandse politiek van hun gastland.