Schadevergoeding voor Robert M. om cameratoezicht
De hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, Robert M., krijgt een schadevergoeding omdat hij onnodig in afzondering en onder cameratoezicht is geplaatst. De schadevergoeding bedraagt 140 euro, heeft de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) bepaald.
De directeur van de gevangenis in Vught besloot dat M. moest worden afgezonderd en onder cameratoezicht geplaatst, uit vrees dat hij zelfmoord zou plegen. De advocaten van M., Wim Anker en Tjalling van der Goot, maakten hiertegen bezwaar bij de RSJ. Volgens de advocaten zorgden de beslissingen van de directeur voor 'detentie binnen de detentie'.
M. zit vast sinds december. De RSJ heeft de schadevergoeding van 140 euro toegewezen voor de periode van 9 februari tot 23 februari. Rond die tijd was de gemoedstoestand van M. volgens de raad dusdanig gestabiliseerd dat zijn afzondering kon worden aangepast. Een psychiater adviseerde de cameraobservatie te beëindigen. De directeur nam zijn beslissingen onder druk van het ministerie van Justitie, terwijl alleen de directeur over dergelijke zaken mag beslissen, aldus de raad.
De schadevergoeding zou uiteindelijk kunnen oplopen tot ruim 2300 euro, omdat M. tien maanden permanent onder cameratoezicht stond, meldt het Parool donderdag. Anker en Van der Goot hebben in totaal zeventien klachten ingediend. De advocaten laten in een persverklaring weten dat de uitspraak van de raad volgens hen 'consequenties moet hebben voor alle nadien door de directeur genomen beslissingen'.
Van der Goot en Anker verwachten dat Robert M. nu de komende tijd 'in dezelfde positie zal verkeren als zijn medegedetineerden'. "Dat werd ook tijd", zeggen ze.