Column: Het Alboretohuis

Luca was er huisoudste. Altijd al geweest. Hij was de eerste bewoner, en Pedro verwachtte niet dat hij zou vertrekken voor de Ferrari test crew er achter zou komen dat hij vredig was ingeslapen tijdens het laatste rondje over de testbaan van Mugello.

Het leven van een ervaren testrijder is niet eenvoudig. In tegenstelling tot de jonge, onervaren testrijders, wordt er van je verwacht dat je uitmuntende feedback aan de engineers kunt geven, dat je met de precisie van een klok rondes kunt draaien om goede telemetrie te verzamelen en wordt er ook nog eens absoluut niet getolereerd dat je schade rijdt. Je hebt de ambitie om toch ooit weer hogerop te komen, maar je mag dat niet in de weg laten staan van je motivatie om eindeloos buiten het zicht van de TV camera’s je testrondes af te leggen. En als dat allemaal lukt, moet je ook nog opboksen tegen de reputatie van “mislukt” coureur. Het laatste wordt er iets makkelijker op gemaakt door het Alboretohuis, een thuis voor chronisch ontheemde Formule 1 coureurs.

Pedro had wel eens geruchten gehoord dat het huis in eerste instantie door Ferrari gefinancierd was en speciaal voor Luca in leven was geroepen, als dank, als erkenning, om de Italiaan een plek te geven waar hij thuis zou zijn. Niet in Monaco, tussen de echte racers, maar ook niet anoniem in een onopvallend huis in een onbekend Italiaans dorp. Een plek waar hij zichzelf kon zijn, samen met begrijpende lotgenoten. Al snel werd het huis gesponsord door vrijwel alle grote teams.

Desondanks had Luca het huis enige tijd voor zichzelf gehad. Maar uiteindelijk waren de lotgenoten toch gekomen. Aangetrokken door de erkenning. Aangetrokken door de luxe. Aangetrokken door de racebaan met trapauto’s in de achtertuin, waar ze eindeloos tegen elkaar mogen racen. Aangetrokken door de vele tijdlussen en sensoren her en der in het huis, zodat ze van vrijwel al hun handelingen de telemetrie kunnen terugvinden, een effectieve manier om te kunnen leven met een beroepsdeformatie. Eén minuut vijftien punt negen onder de douche. Binnen een tiende van de tijd van gisteren, perfect. Om drie minuten over half één de REM slaap ingegaan. Voornemens om volgend etmaal iets later te REMmen. Wurz meldde zich als tweede aan, op de voet gevolgd door Anthony Davidson. Panis volgde niet veel later. Robert heeft al een intake procedure lopen, maar weet dat hij voorlopig niet verder kan komen dan de wachtlijst. Tenzij Pedro, die de kamer toch eigenlijk meer verdient, alsnog niet toegelaten wordt.

Het leek allemaal in kannen en kruiken voor Pedro. Aan alle inschrijvingsvoorwaarden voldeed hij met gemak. Ooit aan een echte race meegedaan? Check. Nooit echt doorgebroken als eerste of tweede rijder? Check. Minstens twee jaar vaste testcoureur? Check. De lovende reverenties van Ron lagen al bij de intake commissie. Wat kon er nog fout gaan? Toen werd hij opeens bevorderd tot tweede rijder. Het team zat in de prut en hadden het hem liever ook niet aangedaan, maar een andere oplossing was er even niet. En ondanks dat het team hem tot tweemaal toe op pad stuurde met een strategie die hem volledig onopvallend achter in de punten had moeten laten belanden, was het meerdere mensen opgevallen dat hij qua tempo niet of nauwelijks achterbleef bij Kimi.

Opeens heeft hij de kans zich te bewijzen en misschien alsnog door te breken. Maar het zou hem wel zijn recht op de kamer in het huis kosten. Hij twijfelt. Neen, hij twijfelt niet, tenminste niet heel lang. Hoe mooi het Alboretohuis ook is, zijn ambitie ligt bij het racen. Hij zou het zichzelf nooit vergeven als hij deze kans aan zich voorbij liet gaan. Met één voet al over de drempel draait hij zich om en keert terug, richting zijn eigen appartement in Monaco. Aan het eind van de oprijlaan kijkt hij nog eenmaal achterom. Hij ziet Luca achter het raam van de zolderkamer hem nakijken. Luca heeft een zelfverzekerde blik in zijn ogen. Een blik die Perdo een onaangenaam gevoel geeft. Berustend en alwetend. Een blik die zegt: tot snel.