Moordwapen Wittenberg mogelijk in graf
Een ooggetuige zegt enkele dagen na de begrafenis van de vrouw, begin oktober 1999, te hebben gezien dat de klusjesman een zwart etui met ongeveer de omvang van een A4 in een spleet onder de stenen afdekplaat van het graf heeft gedeponeerd. De ooggetuige vermoedt dat zich in dat etui het moordwapen van de Deventer moordzaak bevindt.
De Hond laat weten dat er eind september door specialisten van een Duits bedrijf onderzoek is gedaan naar de aanwezigheid van metaal onder de grafsteen van het graf van de weduwe Wittenberg. Uit dat onderzoek zou blijken dat er op de aangegeven plek, tussen de stenen afdekplaat en de grond, inderdaad een metalen voorwerp ligt dat qua vorm en grootte sterk lijkt op een mes.
Uit de verklaring van de voormalig secreteratis van het bestuur van de begraafplaats blijkt volgens De Hond ook dat de ooggetuige in oktober 1999 bij de politie een zeer belastende verklaring heeft afgelegd jegens de klusjesman. Op de dag van de moord zou de weduwe Wittenberg tegen hem gezegd hebben dat ze bang was voor de aanstaande confrontatie met de klusjesman over het nieuwe testament. Ook zou de klusjesman de volgende morgen gezegd hebben dat de weduwe met messteken was vermoord, terwijl het lijk toen nog niet gevonden was.
De rechter heeft financieel adviseur Ernst Louwes veroordeeld voor de moord uit 1999. Maurice de Hond beweert dat niet Louwes, maar de klusjesman de werkelijke moordenaar van de weduwe Jacqueline Wittenberg is. Onlangs werd bekend dat justitie een opsporingsonderzoek naar De Hond is begonnen. Justitie verdenkt hem onder meer van smaad.
Ernst Louwes en Maurice de Hond