Weer patiënt aan hondsdolheid overleden
Van de zes patiënten die organen kregen van de donor zijn er drie die helemaal geen symptomen van de ziekte vertonen. Uit voorzorg zijn ze wel ingeënt, net als tachtig mensen uit hun omgeving.
De Duitse Stichting voor Orgaantransplantaties heeft laten weten dat zoiets als dit nog nooit eerder is gebeurd in Duitsland. Hoewel er uitgebreide tests worden gedaan op ziektes voordat een transplantatie wordt uitgevoerd, valt dit volgens de stichting toch niet te voorkomen.
De Nederlandse Transplantatie Stichting heeft maandag verklaard dat een besmetting van donororganen met hondsdolheid in Nederland ook niet uit te sluiten is. De kans dat zoiets gebeurt is uitermate klein, maar wel aanwezig aangezien donororganen niet op alle ziekten gecontroleerd kunnen worden.
Hondsdolheid kan op de mens worden overgedragen door een beet, krab of lik van een besmet dier, zoals een hond, vos of een vleermuis. Als de ziekte zich openbaart is de afloop ook bijna altijd dodelijk. Wereldwijd kost de ziekte kost aan 40 tot 70 duizend mensen per jaar het leven, maar in het westen komt hij zelden voor.