Chinese boer mag weer naar stad trekken

De verplichting dat Chinese boeren hun dorp niet uit mogen, zal geleidelijk worden afgeschaft. Honderden miljoenen boeren, voor wie op het platteland geen werk is, zullen daardoor legaal kunnen verhuizen naar bestaande of nog te bouwen steden.

Naar schatting wonen 900 miljoen van de minstens 1,3 miljard Chinezen op het platteland. De exacte omvang van de bevolking is onbekend, mede doordat bij de volkstelling van vorig jaar veel plattelanders die illegaal in de steden wonen, zich voor de tellers verborgen hebben gehouden.

Bij gebrek aan werk zijn naar schatting 140 miljoen plattelanders naar de steden getrokken. Daar vinden ze banen waarvoor de stadsbewoners hun neus plegen op te halen: in de bouw of de stadsreiniging, als hulp in de huishouding of als prostituee.

Het systeem om de boeren op het land te houden, werd ingesteld in 1958. Het was vooral bedoeld om de controle van de communistische partij op de bevolking te verzekeren en de trek naar de steden te voorkomen, daar die anders onbestuurbaar zouden worden en niet meer te bevoorraden. Het gevolg was een sterk groeiende kloof tussen de relatief welvarende steden en het platteland. Het systeem is gebaseerd op de hukou, een soort binnenlands paspoort dat een legale Chinees bij zijn geboorte krijgt. Zonder dit document kunnen Chinezen niet naar school, kunnen ze niet trouwen, krijgen ze geen werk en geen uitkeringen en hebben ze geen recht op een huis of op medische hulp. Kortom, een Chinees zonder hukou kan niets en bestaat officieel niet.