Oog voor kwaliteit
Want wat was de scout van Ajax aan het doen toen hij de wedstrijden van Malmö FF in Zweden bekeek? Daar liepen twee spitsen. Ajax besloot om Markus Rosenberg aan te trekken. De Zweed, die niet eens een denderend doelpuntengemiddelde kon overleggen, bleek uiteindelijk niet echt in het systeem te passen en speelt inmiddels voor Werder Bremen. Zijn maatje voorin, de Braziliaan Afonso Alves, werd door de Amsterdammers over het hoofd gezien. De scouts van SC Heerenveen bleken wel overtuigd. Zij gingen ver om Alves te halen. De Friezen betaalden een recordbedrag voor hem. Nu blijkt dat het een schijntje was. Het voert te ver om de scouts van Ajax echt af te rekenen op de keuze voor Rosenberg, want er is geen garantie dat Afonso Alves het in Amsterdam net zo goed had gedaan als hij nu in Heerenveen doet. Maar toch, het geeft te denken.
Mooie voetballer, die Afonso Alves. Kwam binnen als duurste transfer ooit, maar maakte razend snel indruk. Trainer Verbeek, scheidend voorzitter Van der Velde en diverse supporters wisten het al na een paar oefenduels: Afonso Alves wordt een sensatie. De Braziliaan verkondigde doodleuk dat hij wel mikte op een doelpunt of vijfentwintig, mogelijk dertig. Een mooi staaltje Zuid-Amerikaans zelfvertrouwen in het nuchtere Friesland. Er werd al snel gedacht aan bluf. De gedachten gingen terug naar de Australiër Aurelio Vidmar, die bij zijn entree bij Feyenoord repte over wekelijkse hattricks. Naar Wesley Sonck, de Belgische topschutter die namens Ajax het antwoord op Mateja Kezman van PSV moest worden. Dat werd niks, zoals er nog meer voorbeelden zijn. Afwachten dus maar, met die grootspraak.
Wilde Afonso Alves bluffen? Misschien, maar nu het seizoen bijna voorbij is, lijkt het er steeds meer op dat hij een goede inschatting heeft gemaakt. In Zweden scoorde hij minder dan hier, maar verderop in datzelfde interview legde hij zijn uitspraak uit. De Nederlandse competitie staat bekend als een walhalla voor spitsen. De meeste clubs spelen aanvallend en geven dus ruimte weg. De eredivisie is het huis van de één tegen één spelende defensies. Ideaal voor een aanvaller, dat had Alves al snel in de gaten.
Dus scoort hij aan de lopende band. Dertig zijn het er al, uit even zoveel optredens. Afonso Alves sluit aan bij landgenoten als Romário en Ronaldo, die in ons land ook vele goals mochten bejubelen. De man oogt niet als een typische Braziliaan. Afonso Alves is meer een krachtmens, met een onstuitbare dadendrang richting het vijandelijke doel. Hij voetbalt mee, al heeft hij dagen dat hij onzichtbaar is en vooral op een kansje loert. Om dan toe te slaan. De aanvoer is prima, dat moet gezegd. Lasse Nilsson, de op een transfer naar Italië azende Pippi Langkous Zweed, en de met een fantastisch linkerbeen gezegende Kroaat Danijel Pranjic bedienen hem regelmatig op maat. Dan was de afgebroken international Ugur Yildirim, ooit assistkoning in de eredivisie, nog lange tijd geblesseerd. Zonder hulp rooide Alves het echter ook prima. Zijn befaamde schoten van afstand, waarbij de bal verraderlijk gaat zwabberen, dreven menig keeper tot wanhoop.
Afonso Alves werd al snel opgepikt als fenomeen. Zeker nu hij blijft scoren is de aandacht maximaal. Gaat hij weg na dit seizoen? Blijft hij, om te bewijzen dat hij geen eendagsvlieg is? Is hij echt onverkoopbaar voor de voorzitter of zal die een miljoenenbod alsnog dankbaar incasseren? Hadden we Harry Vermeegen nog maar op de buis, dan hadden we het wel geweten. Die was allang een keer naar Friesland afgereisd, met een potje appelmoes of een portie zoute haring. Alves had kennis gemaakt met de Nederlandse cultuur, klompen gedragen, het Friese volkslied uit het hoofd geleerd, meegedaan aan een wedstrijdje kaatsen of fierljeppen. Vermeegen had hem langs alle plaatsen van de elfstedentocht gereden en gevraagd wat Alves zou gaan doen.
Het fenomeen zelf zal best een stap omhoog willen maken. Piet de Visser zou namens Chelsea op de tribune gezeten hebben, Ajax zou nu ineens wel geïnteresseerd zijn. Terwijl Afonso Alves de krant leest, glimlacht zijn Zweedse vriendin. Londen ziet ze wel zitten. Die scouts met hun zogenaamde oog voor kwaliteit zijn toch mooi allemaal te laat geweest. Zij had het als eerste in de gaten, dit is een speler op weg naar de top. Binnenkort hoort ze wel wat de volgende bestemming zal worden. Eerst wil Afonso Alves er nog een paar in knallen in de play-offs. Scouten blijft een vak apart.