Yes!

Veertien november 2009. Waerdse Tempel, Heerhugowaard. Er staat een vent van vierenveertig te trillen op zijn benen. Op het podium spelen een paar van zijn jeugdhelden. Vanaf dat podium klinkt muziek die velen afdoen als 'oubollig', 'pretentieus' of 'gedateerd'. Het zal de vent van vierenveertig worst wezen. Het zijn ZIJN jeugdhelden. Hij kijkt eens om zich heen. Inderdaad, vooral ouderen met grijs haar staan te luisteren. Maar ook jong volk. De vent van vierenveertig kijkt weer naar het podium en ondergaat aandachtig. Dan ontstijgt hij zichzelf.

Ik ben zestien jaar en leef in mijn zolderkamer. Daar droom ik van meisjes en draai ik mijn grammofoonplaten. Ik heb niet zoveel zakgeld, maar mijn verzameling groeit gestaag. Mijn verzameling grammofoonplaten dan, niet mijn verzameling meisjes. Electric Light Orchestra en Supertramp, dat zijn tot dan toe altijd mijn bandjes geweest. ELO is de eerste band waarvan ik echt alle elpees heb. Een jaar geleden ontdekte ik de muziek van Emerson Lake & Palmer en jongens wat vind ik dát gaaf. Ik ben op zoek gegaan naar meer van dat soort muziek en hoorde wel eens wat, maar niets kan tippen aan ELP.
Ook probeer ik mijn ontdekkingen te delen met de weinige vrienden die ik heb. Ze begrijpen het niet. "Wat een rotherrie!" "Dat is toch geen muziek? Blondie, die is pas lekker!"
Mijn moeder ziet het als een heuse schande. "Dat je daar je zakgeld aan uitgeeft, aan die rotmuziek! Doodzonde. Misschien moeten we je zakgeld maar stoppen, want iets zinnigs doe je er niet mee."

Op een middag ben ik bij een vriend thuis. We hebben het over muziek. Ik probeer hem enthousiast te maken voor de platen die ik voor hem heb meegenomen, maar hij schudt zijn hoofd. "Kom 's mee," zegt hij. We sluipen naar de slaapkamer van zijn broer. Die is er vandaag niet. Mijn vriend pakt een plaat uit een stapel en legt hem op de draaitafel.
Wat ik dan hoor, opent een geheel nieuwe wereld. Dit zijn de mooie liedjes en de complexe arrangementen van ELO, de hoge stem en de gedegen composities van Supertramp, en de virtuositeit, de experimenteerdrang en het technisch vakmanschap van Emerson Lake & Palmer. Wat is het? Het is 'The Yes Album'. De vriend neemt een paar Yesplaten voor mij op een cassettebandje op. Al snel koop ik zelf ook elpees van de band.
Binnen een jaar heb ik alles tot dan toe compleet. En vanaf dat jaar 1981 moet ik natuurlijk ook ál het werk gaan verzamelen waarbij de afzonderlijke bandleden betrokken zijn. Jon Anderson, Bruford, Steve Howe, Rick Wakeman, Patrick Moraz, Jon & Vangelis, Asia, UK, King Crimson, The Buggles, GTR, Flash, Badger, Tomorrow, Refugee. Het is onbegonnen werk; zóveel platen zijn het.

Pas in 1989 zie ik ze voor het eerst live. Het is ook mijn allereerste grote concert. In de jaren daarop volgen nog vijf concerten.
In 2004 sta ik samen met mijn goede vriend Tim, beter bekend als TheGrandWazoo, op het Arrow Rock festival. Na een hele dag verveeld bier drinken komt dan 's avonds eindelijk datgene waar we voor komen. Yes! In de klassieke bezetting. We zingen liederlijk mee en tussen de nummers door brullen we koorknapenimitaties: "Could we get much higher?" Als de band 'And You And I' speelt, stromen de tranen over mijn gezicht.

De vent van vierenveertig die vorig weekend in Heerhugowaard naar zijn jeugdhelden staat te luisteren, is plots weer even dat jongetje van zestien. Kippenvelmomenten, koude rillingen over zijn rug, een traan op zijn wang.
Tuurlijk, wat er op het podium staat is al bijna dood. Wat een oude mannen! Ze worden traag. De vent van vierenveertig hoort fouten. De timing is niet altijd correct. Maar de gedrevenheid om goede muziek te maken en te delen is er nog steeds. En daarbij: het zijn zijn jeugdhelden.
Na afloop van het concert mag hij de band ontmoeten. De hand van bassist Chris Squire die hij schudt, is twee keer zo groot en dik als die van hem. Wat voelt hij zich klein.
Achtentwintig jaar liefhebber. Voor altijd zestien.




Apeldoorn, november 2009