Mandarijnen zijn gezond
Op maandagmorgen is er een grote markt in het centrum van mijn woonplaats Apeldoorn. En die dag werk ik niet, dus heb ik alle tijd en gelegenheid om er eens rond te snuffelen. Als ik bij de groentekramen kom, ben ik blij verrast door de mooi uitziende stukken groente en fruit. Er is één kraam die echt heel uitgebreid is. Je wordt er vlot geholpen.
In de kraam liggen kistjes met verschillende soorten mandarijnen. Neem nou deze gele hier. Ze kosten drie euro per vijfentwintig stuks. Tenminste, dat zegt het bordje. Ernaast staan andere kistjes, met daarin mooie oranje grote mandarijnen. Ze liggen netjes gerangschikt; sommigen zijn gewikkeld in bedrukt papier. Er is een rood netje over de kistjes heen gespannen.
"Zoet en zonder pit. 18 voor ¤3.50" vertelt het bordje. De mandarijnen zien er echt heel lekker uit. Het water begint me al bijna uit de mond te lopen.
Er is één mevrouw voor mij, en die wordt nu geholpen. De dame achter de kraam is van middelbare leeftijd. Het is duidelijk de bedrijfsleidster. Ineens duikt er een andere bediende achter haar op.
"Wordt u al geholpen?" vraagt deze vriendelijk kijkende blonde schone.
"Eh, nee, nog niet," hakkel ik een beetje. Ik vind haar mooi om naar te kijken.
"Zegt u het maar," zegt ze vakkundig.
"Mag ik achttien van deze?" vraag ik, terwijl ik naar de mooie oranje mandarijnen wijs.
Het meisje pakt mandarijnen uit een kistje dat onzichtbaar achter de schuin opgestelde mandarijnen staat. Ze doet ze in een doorzichtige plastic tas. De mandarijnen zijn knalgeel.
"Zijn dat wel de goede?" vraag ik.
"Jawel hoor," zegt het meisje. "Het zijn dezelfde als die in deze kistjes zitten."
"Waarom zijn die mooie mandarijnen hier dan oranje, en de mandarijnen die jij in die tas stopt knalgeel?" wil ik weten.
"Ze komen toch echt uit dezelfde lading, hoor."
"Ik wil die mooie mandarijnen uit deze kistjes," zeg ik.
"Dat kan helaas niet. Ik moet eerst de aangebroken kistjes opmaken."
"Die knalgele lijken trouwens verrekte veel op die goedkope mandarijnen uit de kistjes hiernaast. Hier kijk, die van vijfentwintig voor drie euro."
De jonge vrouw krijgt een kleurtje. "Nee hoor," houdt ze vol. "Dat zijn heel andere. Veel goedkoper en van een heel andere kwaliteit." Volgens mij word ik hier genaaid waar ik bij sta.
"Volgens mij word ik hier genaaid waar ik bij sta," breng ik uit. "Ik zie toch dat de mandarijnen die je mij mee wil geven heel andere zijn dan die mooie die hier in deze kratjes zitten?"
"Meneer, wilt u die mandarijnen nog of niet?" De mooie meid vind ik ineens een vervelende trut geworden.
"Óf je verkoopt mij mooie oranje mandarijnen, achttien voor drie vijftig; óf je verkoopt me niets," zeg ik. "Ik heb het idee dat ik hier belazerd word en dat accepteer ik niet. Ik houd niet van oneerlijke handel."
"Dan heb je een probleem. Ik heb niet zoveel trek in klanten met een grote bek."
Ik krijg zin om de woorden van een collega-columnist te gebruiken: "Kijk, dan haak ik af." Maar ik doe het niet. Ik buig mij over de kistjes heen. Terwijl ik de meid diep in haar ogen kijk en trakteer op de beruchte boze-bazbo-blik, bijt ik haar toe: "Ik ben niet gediend van de manier waarop je tegen me praat. Barst met je zaakje, hiero." Ze is geschrokken en blijft trillend staan. Ik draai me om en wil weglopen.
"Wat is hier gaande?" vraagt een wat oudere meneer die naast mij is komen staan.
"Gaat u hier mandarijnen kopen?" vraag ik hem. "Let u er dan wel op dat u de goede krijgt? Deze jongedame probeert mij af te schepen met goedkope rommel, terwijl ik voor dure mandarijnen betaal."
"Het is een schande," zegt de meneer hardop.
"Ja!" roept ineens een mevrouw met een jengelend kind aan de hand. "We worden genept!"
"Hoe lang moeten we dit soort praktijken nog dulden?" schreeuwt weer een andere meneer.
"Ik pik het niet langer!" Er komen steeds meer mensen bij de kraam staan. Één man heeft een sinaasappel gepakt en gooit die naar het meisje achter de kraam. De vrucht raakt haar vol in haar gezicht. Ze wankelt en valt om.
"Wat zullen we nou krijgen?" brult de bedrijfsleidster die is komen aanlopen. "Blijf van mijn koopwaar af!" Veel kans om nog meer te zeggen krijgt ze niet. Verschillende mensen hebben peren, appels, mandarijnen en druiventrossen gepakt en smijten die in haar richting.
Ik begrijp dat dit volkomen uit de hand gaat lopen. Langzaam stap ik weg. Bij de kraam is inmiddels een waar voedselgevecht gaande. Fruit en groente vliegt over en weer tussen klanten en verkopers. De tegenoverliggende kraam van een concurrerende groentehandel is er nu ook bij betrokken. Ik bekijk het van een afstandje. Een koopman begint op een klant in te slaan met een plastic groentekrat.
Ik besluit dat ik genoeg heb gezien. Ik pak mijn fiets en rijd terug naar de veilige warmte van mijn woning. Daar luister ik naar het geluid van de muren die op me af komen.
Ik heb zin in een mandarijn, maar ik heb er geen.
Apeldoorn, oktober 2007