Kritiek op euro neemt toe

Botje96 had ons via de nieuws-submit te melden:

Na het Franse en Nederlandse 'Nee' tegen de Europese Grondwet, is de discussie over de euro stevig losgebarsten. Nadat gisteren het Duitse weekblad der Stern meldde dat de Duitse economie lijdt onder de euro, heeft vandaag een Italiaanse minister gezegd dat de euro de economie in zijn land negatief beïnvloed.

Het gaat om Roberto Maroni van Lega Nord, de Italiaanse minister van Welzijn. Volgens hem zou Italië de lire tijdelijk moeten laten terugkeren. In het verleden devalueerde Italië zijn munteenheid nogal eens als het economisch minder ging. Met de euro is dat niet meer mogelijk. Met een tijdelijke terugkeer van de lire denkt hij de economie weer op de rails te kunnen zetten.

Maroni zegt dat zijn partij niet tegen Europese eenwording is en ook niet terugverlangt naar de lire. Een woordvoerder van de Europese Commissie wilde niet reageren op Maroni's uitlatingen.

Uiteenspatten
De Volkskrant schrijft vandaag dat doemscenario's over het einde van de euro opduiken na het 'Nee' in Frankrijk en Nederland, maar dat de autoriteiten ze afdoen als flauwekul. Economen maken zich echter wel zorgen. In de Volkskrant zeggen zij dat de euro wel eens uit elkaar zou kunnen spatten.

Rick van der Ploeg, hoogleraar aan de Europese Universiteit in Florence: ''De huidige politieke realiteit kan tot gevolg hebben dat de euro wordt weggegooid''. Redding is volgens hem nog wel mogelijk. ''Maar dan moeten die lethargische reuzen Frankrijk en Duitsland hun arbeidsmarkt wel onmiddellijk gaan hervormen.''

Paul de Grauwe, hoogleraar internationale economie aan de Universiteit van Leuven: ''Het is niet langer ondenkbaar dat de euro uit elkaar zal spatten. Bij een gezonde euro hoort een politieke unie, maar die is voorlopig hard weggestemd''.

Sweder van Wijnbergen, hoogleraar algemene economie aan de Universiteit van Amsterdam, waarschuwde in de jaren negentig samen met ander economen al dat Europa zich niet voor één munt zou lenen. Volgens die critici liepen de economieën van de deelnemers niet gelijk met elkaar. Bovendien behoort bij een muntunie ook een politieke unie. Euro-voorstanders zeiden dat die politieke unie er met de euro 'als aanjager' vanzelf wel zou komen. Na het 'Nee' van Frankrijk en Nederland lijkt dat voorlopig echter nog ver weg.

Van Wijnbergen nu: ''De Europese economieën zijn niet meer, maar juist minder met elkaar in de pas gaan lopen. In Spanje en Finland groeit de economie met meer dan 3%, terwijl Duitsland en Italië sterk achterblijven.'' Doordat men nu de euro heeft kunnen die verschillen in economische prestaties niet meer door middel van wisselkoersen of monetair beleid opgevangen worden. Normaal gesproken zouden werknemers in een unie moeten reizen naar de regio's waar het economisch goed gaat, dan worden regionale verschillen automatisch uitgevlakt. ''Maar die arbeidsmobiliteit is er niet in Europa en gaat er ook nóóit komen'', zo stelt Van Wijnbergen.