Hegseth censureert marinebibliotheek

De Amerikaanse marineacademie, de prestigieuze U.S. Naval Academy in Annapolis, is onder vuur komen te liggen omdat het ministerie van Defensie honderden boeken uit de bibliotheek heeft laten verwijderen op bevel van minister van Defensie Pete Hegseth. Deze boekenverbanning trof vooral titels die kritisch staan tegenover racisme en discriminatie, terwijl controversiële werken zoals Adolf Hitlers Mein Kampf en het door extreemrechts geliefde The Camp of the Saints op de planken zijn blijven staan.

Onder de bijna 400 verwijderde titels bevindt zich onder andere I Know Why the Caged Bird Sings van Maya Angelou, het bekende autobiografische werk uit 1970 waarin Angelou haar traumatische ervaringen met racisme beschrijft. Ook het academische werk Memorializing the Holocaust van Janet Jacobs, dat onderzoekt hoe vrouwelijke slachtoffers van de Holocaust worden herinnerd, is verwijderd.

Daartegenover zijn boeken met racistische en controversiële standpunten, zoals The Bell Curve, waarin wordt beweerd dat zwarte mensen genetisch minder intelligent zouden zijn dan witte mensen, wel behouden gebleven. Opvallend genoeg werd een kritische analyse van dit boek juist uit de collectie gehaald.

De verwijdering van boeken gebeurde naar aanleiding van een bevel uit de top van het Pentagon. Politiek benoemde ambtenaren binnen het ministerie van de Marine bepaalden welke boeken moesten verdwijnen. Volgens Commandant Tim Hawkins, woordvoerder van de marine, zijn aanvankelijk zo'n 900 boeken geselecteerd via trefwoordzoekopdrachten. Na verdere evaluatie werden uiteindelijk 381 boeken daadwerkelijk uit de bibliotheek gehaald.

Academici en alumni reageren ontsteld en spreken van ideologische censuur die haaks staat op de academische vrijheid en de missie van de academie. De Naval Academy heeft als doel toekomstige officieren ‘moreel, mentaal en fysiek’ voor te bereiden op hun verantwoordelijkheden binnen leger, politiek en maatschappij, maar deze censuurbeperkt  toekomstige leiders in hun intellectuele groei en vermogen om om te gaan met complexe maatschappelijke problemen.

Risa Brooks, hoogleraar politieke wetenschappen aan Marquette University, noemt de maatregel ‘een ernstige miskenning van de studenten’. Volgens haar moet de opleiding juist mensen vormen die om kunnen gaan met moeilijke en soms ongemakkelijke ideeën. Brooks stelt: "We leiden deze mensen op om leiding te geven aan militairen in oorlogssituaties. Wat ze daarbij tegenkomen is vele malen moeilijker dan een boek dat hen mogelijk ongemakkelijk maakt."

Admiraal James G. Stavridis, voormalig bevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa en oud-student van de academie, benadrukt dat de verwijderde boeken niet verplicht leesvoer waren, maar simpelweg beschikbaar stonden voor wie geïnteresseerd was. "Waar zijn we bang voor?" vraagt Stavridis zich af. "Boeken die ons uitdagen maken ons sterker. We hebben officieren nodig die zijn opgeleid, niet geïndoctrineerd."

William Marks, eveneens oud-student en gepensioneerd marinecommandant, is een actie gestart om verwijderde boeken gratis beschikbaar te stellen aan studenten van de academie. Marks heeft een samenwerking opgezet met een boekhandel in Annapolis en wil bij evenementen zoals voetbalwedstrijden gratis exemplaren uitdelen. "Dit zou een kwestie moeten zijn die liberalen en conservatieven samenbrengt," stelt Marks. "Iedereen zou verontwaardigd moeten zijn over deze vorm van censuur."

Ook vanuit de politiek komt stevige kritiek op het besluit. Democratische parlementsleden Adam Smith en Chrissy Houlahan stuurden op 4 april een brief aan marine-secretaris John Phelan, waarin zij spreken van ‘een aanval op de vrijheid van meningsuiting en een zorgwekkende terugkeer naar censuur zoals ten tijde van McCarthy.’

Philomena Polefrone van American Booksellers for Free Expression noemt de maatregel ongebruikelijk en ongekend voor hoger onderwijsinstellingen. Volgens haar zijn veel van de verwijderde titels niet niet eens direct gericht op thema’s als diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI), maar gaan ze slechts over onderwerpen en mensen uit minderheidsgroepen die niet passen binnen het conservatieve wereldbeeld van de regering. Zelfs dat is inmiddels al te controversieel.

Ondanks de felle kritiek is de accreditatie-instelling Middle States Commission on Higher Education vooralsnog niet van plan de accreditatie van de Naval Academy te heroverwegen. Nicole Biever, chef-staf van de commissie, gaf aan op de hoogte te zijn van de situatie, maar benadrukt dat instellingen geacht worden zich aan uitvoeringsbevelen van de regering te houden.

De verwijdering van boeken uit de bibliotheek is extra opmerkelijk gezien het erfgoed van de academie. De bibliotheek is vernoemd naar admiraal Chester W. Nimitz, een oorlogsheld uit de Tweede Wereldoorlog die bekend stond om zijn erkenning van raciale diversiteit binnen het leger. In 1942 kende hij persoonlijk een hoge onderscheiding toe aan Doris Miller, een Afro-Amerikaanse matroos die zich had onderscheiden tijdens de aanval op Pearl Harbor. Miller was de eerste zwarte militair in de Amerikaanse marine die zo'n hoge eer kreeg. Hij kwam later om het leven tijdens gevechten in de Stille Oceaan. In 2020 kondigde de marine aan een nieuw vliegdekschip naar hem te vernoemen.

Het is dus nogal ironisch dat juist boeken die het belang van diversiteit en de geschiedenis van racisme belichten worden verwijderd uit een bibliotheek die is gewijd aan een admiraal die raciale barrières doorbrak. Generaal Mark A. Milley, voormalig voorzitter van de Joint Chiefs of Staff, benadrukte eerder al dat het lezen van controversiële boeken niet gelijkstaat aan indoctrinatie. "Ik heb Mao gelezen, Marx, Lenin," stelde Milley tijdens een hoorzitting in 2021, "maar dat maakt mij nog geen communist."