Kritiek op anti-terreurplan wekt verbazing

De kritiek die D66-voorman Boris Dittrich dit weekend leverde op een deel van de kabinetsplannen om terrorisme tegen te gaan, heeft verbazing gewekt bij coalitiepartners CDA en VVD. Ook de PvdA hoorde de kritiek met verbazing aan. Volgens Dittrich gaan de volgende twee zaken te ver: de meldingsplicht op politiebureaus voor mensen die nog niets strafbaars hebben gedaan, maar wel verdacht worden dat te gaan doen, en het verbod op verheerlijking danwel goedpraten van terreuraanslagen en geweld.

De D66-fractieleider ziet er het nut niet van in en vindt ze niet effectief. Bovendien vindt hij dat de burgerrechten worden ingeperkt door mensen die nog niets strafbaars hebben gedaan een meldingsplicht op te leggen. Het verbod op verheerlijking van geweld zou indruisen tegen de vrijheid van meningsuiting.

VVD-fractievoorzitter Van Aartsen noemde gisteren de meldingsplicht juist ''een zeer goede aanvulling''. Hij benadrukte dat er hard opgetreden moet worden tegen het geweld van een kleine ''bloedlinke'' minderheid binnen de islam. Zowel CDA als PvdA vinden het vreemd dat D66 nu ineens kritiek levert, terwijl het in het kabinet akkoord leek te gaan met de voorgestelde maatregelen.

GroenLinks juicht de kritiek van D66 toe. De partij van Femke Halsema uitte eerder al soortgelijke kritiek op de kabinetsvoorstellen en vindt dat de PvdA te makkelijk het kabinet volgt. De Tweede Kamer zal binnenkort debatteren over de kwestie. Dan moet blijken of er een meerderheid is voor deze anti-terreurmaatregelen.