Levertraan en pindarotsen (1)

 

De politie was niet zachtzinnig geweest toen ze de deur van Joris Colus openramde met een zware stalen stormram. Joris had geen schijn van kans en hij was nog wel zo goed in vluchten. Zijn exen en minstens een dozijn kinderen vonden hem niet, net zoals de sociale dienst die iedere maand weer haar best deed. Nu was hij te laat. Hij vloog zijn bed uit, maar voor hij er goed en wel erg in had, voelde hij hoe de handboeien zich om zijn polsen sloten.

"Klootzakken, jullie hebben mij weer nodig. Kunnen jullie geen boeven vangen?"
"En wat denk je dat we nu aan het doen zijn, klootzak?" zei het hoofd van het arrestatieteam Jan Blokker.
"Denken jullie dat ik een boef ben?"
"We denken dat je een klootzak bent die kleine kinderen lastigvalt."
"Ze was zestien man, ben je wel goed ingelicht?"
"Dat is het hem juist boerenlul, dat was ze niet, zestien, ze is dertien", zei Bert van Nieuwpoort, inspecteur van politie in Amsterdam. Bert was niet aan een bureau toegevoegd omdat hij zich gewoon nergens aan toe liet voegen.
"Zet meneer Colus maar op die stoel," zei Bert. Hij wees een gammel opklapstoeltje aan. Jan Blokker deed de handen van Joris omhoog achter zijn rug - hij gilde het uit van de pijn - en manoeuvreerde hem zo naar de klapstoel. Jan Blokker pakte de tweede en laatst overgebleven klapstoel in de ruimte en ging recht tegenover Joris zitten. Hij sloeg zijn rechterbeen over zijn linker en rustte zijn handen op zijn rechterknie.

"Zeg lamlul, het doet mij geen reet wat je met je bitches uitgehaald hebt. Maar dit kind is de dochter van mijn zeer gewaardeerde collega. Dertien jaar en jij hebt er met die gore klauwen al aangezeten. Wat heb je haar beloofd?" Joris lachte zijn parelwitte tanden bloot.
"Wat ik ze allemaal beloof met die lieve lach van mij?"
Hij draaide zijn hoofd iets naar Jan Blokker. Zijn focus was niet meer op Bert gericht, een cruciale fout. Op dat moment flitste er een Beretta 92F door het luchtledige en verbrijzelde de voortanden van Joris. Instinctief spuugde hij zijn gebroken tanden uit, samen met bloedklonters.
"Godverdomme man, wat doe je nu!" schreeuwde Joris. Zelfs voor Jan Blokker en zijn collega's in de kleine ruimte leek het even te veel geweld. Maar niemand ging ooit tegen Bert van Nieuwpoort in, niemand. Als hij er niet voor zorgde dat je niets meer was binnen het korps, dan zorgde zijn zeer uitgebreide netwerk er wel voor dat je nergens meer aan de bak kwam.
"Kijk boer, klungel, nu loop je tegen een muur aan en ben je je voortanden kwijt. Maar, je hebt geluk."
"Hoezo, klootzak?" schreeuwde Joris.
"Je hebt je kiezen nog, je kunt je voedsel nog kauwen. Je bent een echte geluksvogel. Het kan ook anders hè, als je mij niet heel snel vertelt waar de dochter van onze collega is. Wat denk je? Babyvoeding voor een heel lange tijd of gewoon een patatje oorlog?"
"Het lijkt hier verdomme wel middeleeuws! Waar is mijn advocaat?"
"Een advocaat is voor verdachten. Jij bent geen verdachte, je bent een kakkerlak. Waar heb je het meisje gelaten? Waar is Isabelle? Ik schiet je voor je hondenkop!"
Bert laadde zijn Beretta door. De kogel sloeg de kamer in. "Luister kwezel, ik ben een outlaw binnen de politie. Ik word gedoogd door de overheid, een 007 without a licence to kill, I've only got a licence to give assholes like you serious pain. Ze kijken niet naar mij om, het is de kwantiteit boven kwaliteit. Resultaten tellen en het maakt niemand in dit hele bureau een malle moer uit of ik jou, een waardeloos stukkie mens, serieus vermink voor zijn leven."
Bert kwam dichterbij, met zijn gezicht naar dat van Joris. Slechts enkele centimeters waren hun neuzen van elkaar verwijderd. "Wat zal het zijn?" Voor het eerst zag Bert de angst in Joris zijn ogen terwijl Bert de loop van zijn Beretta in de slaap van Joris porde.
"Verdomme, dertien, man! Hoe kon ik dat weten? Ik heb haar alleen wat gerustgesteld."
"Je hebt haar misbruikt en ergens neer geflikkerd."
"Nee man, daar was ze veel te mooi voor. Ze was voor BB bestemd."
"BB?" Joris twijfelde iets te zeggen. Bert porde zijn wapen nog eens stevig in de slaap van Joris. "Ik krijg kramp in mijn wijsvinger, kakkerlak." Berts wijsvinger omsloot de trekker van zijn Beretta. Joris dacht geluid te horen en spuwde zijn woorden.
"BB, Boris Balkan!"
"Boris Balkan?" Bert zag vanuit zijn ooghoeken dat Jan Blokker meer wist. Hij keek zijn collega indringend aan.
"Een verschrikkelijke vrouwenhandelaar. Niemand kent zijn echte naam, iedereen noemt hem BB. In zijn vak de ergste die er is. Hij smokkelt zeer jonge vrouwen vanuit Europa naar bijvoorbeeld China en veel Arabische landen. Chinezen zijn dol op blonde Europese vrouwen."
Bert ontspande de haan van zijn wapen en stond op. Alsof hij een ingeving kreeg en tegelijkertijd een soort berusting. Breng de kakkerlak naar de tandarts, zet in het rapport dat hij zich verzette tijdens zijn arrestatie."
Jan wilde Joris afvoeren.
"Denk jij nu werkelijk dat je iemand zijn tanden eruit kan slaan en er mee weg kan komen? Sta jij boven de wet? Denk je werkelijk dat ik geen aanklacht in zal dienen en dat jij daardoor morgen gewoon op straat staat?"
Bert keek Jan aan.
"Laat hem maar los, Jan." Jan ontdeed Joris van zijn boeien.
"Goeie beslissing Bert", zei Joris triomfantelijk.
"Yeah sure."
Joris vloog het politiebureau uit.
"En nu?" vroeg Jan Blokker.
"Kom maar even mee naar mijn kantoor, Jan. Ik heb een ruwe strategie en aanvalsplannen."
Jan volgde Bert. Jan, een trouwe bondgenoot in lastige situaties. Voor duivels niet bang, alleen voor zijn vrouw had hij vrees. Een echte Hollander die leefde voor zijn vak. Als lid van het arrestatieteam behoorde hij meer te trainen, meer te weten dan de gemiddelde agent. Hij bezat er een natuurlijke liefde voor.

Bert van Nieuwpoort was een apart geval. Door zijn natuurlijke gave snel te denken en te handelen had hij binnen de politie veel respect afgedwongen. Hij wist dat hij zo ver kon gaan met Joris omdat het de dochter van een collega was. Maar ook als dit niet zo was, dan aanvaardde hij de risico's. Zijn derde schorsing zou dan een feit kunnen worden.
Met het voorkomen van Arnold Schwarzenegger en de looks van Brad Pitt, met kleine nuances wat betreft de kleur van het haar en grootte van de neus, was hij een persoon waar men niet omheen keek. Maar hij was vaker beschuldigd van ruwheid en alleen zijn psychiater wist waar het vandaan kwam. Hij haatte zijn ouders. Iedere dag duwden zij met een lepel levertraan zijn strot in om even daarna alle goorheid en neiging tot kotsen te onderdrukken met pindarotsen. Pinda's in harde chocola. Zijn trauma was er niet minder om. Maar dat was te gemakkelijk voor hem. Hij haatte ze om veel redenen.

"Ga zitten Jan." Bert ging achter zijn metalen bureau zitten en slingerde direct zijn benen op het bureau. Hij drukte op de intercom. "Laura, een lunch morgen van mij voor een paar bakken koffie nu?"
"Goed baas", klonk een zachte vrouwenstem. Jan was ook gaan zitten op de enige overgebleven stoel in de ruimte.
"Luister, Jan. Die Boris Bojoviq - zo heet hij echt - is geen gewone vrouwenhandelaar. Wat ik je nu ga zeggen, houd je voor je, okay?" Jan knikte, hij vond het vreemd dat Bert plotseling zijn emoties toonde. Zo was hij niet, tenminste nooit waar collega's bij waren.
"Deze Bojoviq is een monster, een menselijk monster dat connecties heeft met alle takken van de onderwereld. Niet de maffia, Jan, een andere onderwereld. Ik ben hem een keer tegen het lijf gelopen en liep daarna een half jaar in therapie."