Persconferentie: The Boat That Rocked

Maandagmiddag 6 april, Amstel Hotel. In een ruimte is een aantal stoelen neergezet en daarvoor staan tafels met naambordjes erop: Philip Seymour Hoffman, Talulah Riley, Richard Curtis, Tom Sturridge, Hilary Bevan Jones en Bill Nighy. Een deel van de cast, de regisseur (Richard Curtis) en producent (Hilary Bevan Jones) van de film die vanaf morgen in de Nederlandse bioscopen draait: The Boat That Rocked (de review van de film kun je hier lezen). Wat meteen opvalt is dat er geen naambordje staat voor een andere acteur uit de film, Nick Frost. René Mioch, die het geheel presenteert, zegt dat Frost ziek in zijn bed in het hotel ligt en er helaas niet bij kan zijn. Na een korte uitleg over de gang van zaken worden de acteurs één voor één voorgesteld. Mioch heet de cast en crew welkom in Amsterdam en Nederland, ‘één van de weinige landen waar je alles mag zeggen op de radio’. Bill Nighy grijpt deze kans aan om er meteen even een ‘fuck!’ tegenaan te gooien. De toon is gezet.


Cast en regisseur The Boat That Rocked

De eerste vraag is voor Bill Nighy, waarom deze film anders is dan de vorige die hij gemaakt heeft (Love Actually, Hot Fuzz, Pirates of the Caribbean: At World’s End) en wat deze film bijzonder maakt. Bill: “Het gaat over een opmerkelijke tijd in Engeland wat muziek betreft, er was een radicale verschuiving in de muziek, een revolutie. De ‘blanke’ wereld raakte in contact met de ‘zwarte’ Amerikaanse muziek. Ik was toen jong en het was erg spannend. Vandaag de dag is alles beschikbaar, maar in die tijd was dat niet zo en waren platen exotische objecten. De piraten waren erg belangrijk, omdat zij ervoor zorgden dat je de muziek voor het eerst kon horen. Maar waarin deze film verschilt van andere films die ik gedaan heb, weet ik niet. Ik draag erg bijzondere broeken en heb een collectie sjaals waarin ik me nog nooit eerder vertoond heb!”


Bill Nighy en Philip Seymour Hoffman

De film is opgenomen op een boot in de Noordzee. Hoe was dit om te doen? Bill Nighy: “Het was erg leuk. Het was lente, we zaten aardig ver op zee. We hadden grote speakers en de muziek kon zo hard gespeeld worden als we wilden. Soms werd het een soort rockvideo, we dansten heel wat af. In de studio was het erger, waar de bewegingen van de boot gesimuleerd werden. Als je een halve zin had uitgesproken, verdween je daarna uit het shot. Op de boot hadden we dozen Mars en Snickers, en kon je elke smaak chips die je wilde hebben krijgen. Het was een erg leuke tijd met leuke mensen.” Regisseur Richard Curtis voegt hieraan toe: “Er stapten elke dag weer 140 mensen op die boot. Soms was het goed weer, maar soms ook niet. Het was een avontuur, het weer was soms frustrerend. Door de wind dreef de boot richting kust, waardoor we de scène moesten afbreken om weer een uur de zee op te varen.” Leuk weetje: de boot waarop de film is opgenomen, is Nederlands.

De volgende vraag is voor Talulah Riley (Pride & Prejudice): in de film is haar karakter omgeven door alleen maar mannen. Was het eenzelfde situatie op de set? Hierop moet iedereen erg hard lachen. “Het was heerlijk. Het was leuk om omringd te worden door leuke en grappige jongens.” Curtis: “Er waren ook veel vrouwen in de crew.” Tom Sturridge (Vanity Fair, Being Julia), die de hele tijd nog niets gezegd heeft en afwezig tekeningetjes maakt op het blaadje voor hem, schrikt op als er aan hem gevraagd wordt hoe het was om met zulke grote acteurs te werken. “Het was erg eng. Ik zie deze film als een soort documentaire. Ik ben een jongen die op de boot gestuurd wordt om naast helden te leven, en dat is ook mijn karakter in de film. Het enige dat ik moest onthouden, was te reageren op de naam Carl (zijn karakter in de film). Verder acteerde ik eigenlijk bijna niet, ik beleefde het gewoon.”


Talulah Riley en Tom Sturridge

Zouden de acteurs zelf radio dj willen zijn? Nighy: “Tijdens interviews werd me steeds gevraagd of ik teleurgesteld was dat ik in de film geen dj ben. En eigenlijk vond ik dat ook wel erg jammer. Toen bood iemand me een baan aan, dus ik ben nu ook radio dj.” Hoffman zou echter absoluut geen dj willen zijn: “dan moet je steeds maar dingen bedenken om te zeggen. Ik denk dat vooral het idee ervan aantrekkelijk is, maar in feite is het heel hard werken. Je moet veel tijd vullen. Als ik het eenmaal zou doen, zou ik het vast heerlijk vinden, maar het idee alleen is zo intimiderend.” Curtis: “Mijn vrouw is dj en ze heeft de acteurs getraind. Het is interessant hoe de verschillende karakters ontstonden en hoeveel verschillende manieren er zijn om dj te zijn. Rhys Ifans deed bijvoorbeeld niet echt huiswerk, terwijl Nick Frost juist heel veel onderzoek deed. Rhys Darby creeërde een hele fantasiewereld, met interviews die hij zou doen met fictionele karakters.”


Bill Nighy, Philip Seymour Hoffman en Richard Curtis

Aan de producer, Hilary Bevan Jones, wordt gevraagd of het moeilijk was om de rechten van alle muziek te verkrijgen. “Het was erg moeilijk, maar we hadden veel geluk en we hebben de meeste muziek die we wilden. Sommige nummers waren echter te duur, maar de meesten waren erg blij om in de film te komen.” Curtis voegt hier lachend aan toe: “The Doors vroegen zoveel geld, dat ze daarmee Jim Morrison weer tot leven hadden kunnen wekken!”

Dan zit het er alweer op. De acteurs verlaten de ruimte, om even later terug te komen voor een fotoshoot. ’s Avonds was er de feestelijke première in Pathé Tuschinski, waar de acteurs ook op het podium nog een aantal vragen hebben beantwoord. Na de film kwamen de acteurs terug voor de afterparty, waar ze zich in het publiek mengden. Het was duidelijk dat ze het erg naar hun zin hadden in Amsterdam. Tegen half 1 ’s nachts vertrokken ze weer naar het hotel, om de volgende dag alles nog een keer over te doen in Berlijn.


Bill Nighy