Kremlin weigert olieprijsplafond door EU, G7 en Australië te accepteren
De EU, de G7 en Australië zijn het vrijdag eens geworden over een prijsplafond van 60 dollar (57 euro) per vat voor per schip vervoerde Russische olie. De prijslimiet moet worden afgedwongen door het feit dat verzekeringsmaatschappijen en rederijen alleen mogen meewerken aan Russische oliedeals als de grondstof voor minder dan 60 dollar wordt verkocht. Het prijsplafond zou de mogelijkheden van Moskou om zijn offensief in Oekraïne te financieren, kunnen beperken.
Rusland heeft al een leveringsboycot aangekondigd voor landen die deelnemen aan dit prijsplafond. Volgens een diplomatieke vertegenwoordiger overweegt Rusland serieus het stopzetten van de olieleveranties aan Europa. "Vanaf dit jaar zal Europa leven zonder Russische olie", plaatste de Russische ambassadeur Mikhail Ulyanov op Telegram.
De Russische ambassade in de Verenigde Staten bestempelde het prijsplafond als gevaarlijk. Dit zou de onzekerheid alleen maar aanwakkeren en de grondstofprijzen verder opdrijven, schreef het bureau op Telegram. Maar Russische olie zal desondanks nog gewild blijven.
Ondertussen noemde Oekraïne het overeengekomen prijsplafond voor Russische olie als te hoog. Om de economie van de Russische vijand sneller te 'vernietigen' is het noodzakelijk om de prijs te verlagen tot $ 30, zei het hoofd van het Oekraïense presidentiële bureau Andriy Yermak op zijn Telegram-kanaal. Tegelijkertijd verwelkomde hij wel een prijsplafond.
Het Kremlin heeft scherpe kritiek geuit op het prijsplafond voor Russische olie in de G7-landen, de Europese Unie en Australië, maar houdt in een eerste reactie concrete stappen open. "We zullen dit prijsplafond niet accepteren", zei Kremlin-woordvoerder Dmitry Peskov volgens Russische persbureaus. Hij voegde eraan toe dat Moskou zich van tevoren op zo'n aftopping van de prijs had voorbereid, maar noemde geen verdere details.