165.000 personen verdacht van misdrijf in 2019, ruim 1 op 10 was minderjarig
De politie registreerde vorig jaar 18.000 minderjarigen, 1.000 (6,5 procent) meer dan in 2018. Van de minderjarige verdachten werd 70 procent voor het eerst als verdachte geregistreerd. In de afgelopen tien jaar is het aantal minderjarige verdachten meer dan gehalveerd, 2019 is het eerste jaar waar weer sprake is van een toename. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
In 2019 registreerde de politie in totaal 165.000 personen als verdachte van een misdrijf. Zij werden verdacht van het plegen van in totaal 262.000 misdrijven. Ruim 1 op de 10 verdachten was minderjarig, in totaal werden deze verdacht van het plegen van 31.000 misdrijven.
Meisjes op jongere leeftijd verdacht dan jongens
Van de minderjarig verdachten in 2019 was het overgrote merendeel (78 procent) jongen. Een kwart van de jongens was jonger dan 15 jaar. Meisjes zijn vaker dan jongens op jongere leeftijd verdachten van een misdrijf, bijna 30 procent was jonger dan 15. Het aantal meisjes dat geregistreerd was als verdachte is de laatste tien jaar met 61 procent gedaald, het aantal jongens daalde tegelijkertijd met 58 procent.
Ongeveer 30 procent van minderjarige verdachten al bekend bij de politie Van de minderjarige verdachten die de politie in 2019 registreerde was 3 op de 10 eens eerder aangemerkt als verdachte van een misdrijf. De minderjarigen die vorig jaar voor het eerst met de politie in aanraking kwamen, waren gemiddeld ouder dan minderjarige ‘first offenders’ in de voorgaande tien jaar. Het eerste misdrijf waarvan zij werden verdacht was gemiddeld ook minder zwaar dan in eerdere jaren.
Minderjarigen plegen vooral vermogensmisdrijven
Minderjarigen worden in vergelijking met andere leeftijdsgroepen relatief vaak verdacht van vermogensmisdrijven (diefstal fiets, scooter, snorfiets, winkeldiefstal en straatroof) en openlijk geweld. Bijna 60 procent van de verdachte minderjarigen wordt verdacht van een vermogensmisdrijf en 10 procent van openlijke geweldpleging. Bij meerderjarige verdachten is dat respectievelijk 35 en 2 procent.
Met een aandeel van 4 procent zien we naar verhouding ook veel minderjarige verdachten bij straatroof tegenover 0,5 procent bij meerderjarigen. Meer dan 6 procent van alle minderjarige verdachten is verdachte van een (vuur-)wapendelict tegenover bijna 4 procent van de volwassen verdachten. Minderjarigen zijn (logischerwijs) minder vaak verdacht van een verkeersmisdrijf zoals rijden onder invloed van alcohol of drugs.
Bij minderjarige verdachten heeft meerderheid Nederlandse achtergrond
Van de geregistreerde minderjarige verdachten had 53 procent in 2019 een Nederlandse achtergrond, bij alle leeftijden was dit 47 procent. In 2019 waren minderjarigen met een migratieachtergrond relatief 2,4 maal zo vaak verdachte als minderjarigen met een Nederlandse achtergrond.
Minderjarige verdachte woont vaak in grote stad
Van alle minderjarige verdachten in 2019 woonde 20 procent in één van de vier grote steden. In Amsterdam woonden ruimschoots de meeste minderjarige verdachten (32 per 1.000 minderjarige Amsterdammers), gevolgd door Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Van alle gemeenten woonden relatief gezien de meeste minderjarige verdachten in het Zeeuwse Noord-Beveland (43 per 1.000 minderjarigen). Ook Vlissingen, Middelburg en Oost-Gelre kennen veel minderjarige verdachten.
(Stockfoto: Pixabay)