Koeman moet vrezen na slap gelijkspel in Europa League
Everton moet nog altijd wachten op zijn eerste zege in groep E van de Europa League. De ploeg van de geplaagde Ronald Koeman leek donderdagavond in de thuiswedstrijd tegen Apollon Limassol lang op weg naar de overwinning, maar moest in de absolute slotfase tegen nota bene tien man toch nog de gelijkmaker incasseren: 2-2.
Everton won afgelopen weekeinde in de Premier League weliswaar ternauwernood van laagvlieger Bournemouth, maar het elftal van Koeman liep zeker niet over van vertrouwen. The Toffees verloren immers vier van hun laatste zes wedstrijden en maakten ook tegen Apollon een onzekere indruk in de openingsfase. De bezoekers uit Cyprus bleven vrij eenvoudig op de been en namen na een klein kwartier spelen zelfs de leiding op Goodison Park.
Ashley Williams leverde de bal op kinderlijke wijze in bij Anton Maglica, die vervolgens een afgemeten voorzet in huis had op Adrián Sardinero: 1-0. Everton, waar Maarten Stekelenburg, Cuco Martina en Davy Klaassen allen genoegen moesten nemen een plek op de bank, maakte een matige indruk, maar ging dankzij een flater in de verdediging van Apollon toch rusten met een gelijke stand. Een terugspeelbal van Héctor Yuste op zijn doelman kon onderschept worden door Wayne Rooney, die het leder daarna in een leeg doel kon schuiven.
Everton maakte na de onderbreking jacht op de overwinning, al viel het de ploeg niet mee om een vloeiende aanval op te zetten. Halverwege de tweede helft slaagde het elftal van Koeman er echter toch in een gaatje te vinden in de verdediging van Apollon. Nikola Vlasic werd op een meter of twintig van het doel bereikt door Gylfi Sigurdsson, waarna de negentienjarige Kroaat het vijandelijke strafschopgebied binnenstoomde en met een geplaatst schot in de korte hoek voor de 2-1 tekende. Klaassen viel na het doelpunt van Vlasic nog in en hij zag hoe Yuste het scorebord twee minuten voor tijd met een kopbal toch nog in evenwicht bracht. Apollon stond op dat moment al met tien man na een directe rode kaart voor Valentin Roberge.