Tour: Etappe 14 - Sprinten op de muur in Rodez

Korte ritten met meerde beklimmingen leveren vaak veel kijkgenot op en dat was nu niet anders. De rit richting Foix was vanaf het begin spannend, vooral omdat Alberto Contador op de eerste klim van de dag al in de aanval ging. Hij kreeg Mikel Landa met zich mee en zo ontstond er meteen een interessante situatie. Daarna ging zelfs Quintana nog in de achtervolging, wat een vrij verrassende actie was.

Het peloton dunde snel uit en even leek het daar stil te vallen. De voorsprong van Contador en Landa liep snel op, even leek de Tour op z'n kop gezet te worden. Dat duurde alleen niet lang, want tegenwoordig is iedere plaats in het algemeen klassement belangrijk. Ook de 10e plaats, volgens Louis Meintjes althans. Op de een of andere manier zaten er in het kleine peloton nog wat jongens van Team Emirates en die mochten hun kloten eraf draaien voor het stekje van Louis. Ook Roglic mocht nog even op kop rijden voor Bennett, net zo onbegrijpelijk.

De voorsprong van Contador en Landa bleef door het werk van onder meer Team Emirates zo rond de twee minuten hangen, terwijl het achtervolgende groepje met Quintana, Kwiatkowski en Barguil op een halve minuut bleef hangen. In de voorlaatste afdaling van de dag leek de groep Quintana naar voren te rijden, maar daar zat Contador niet op te wachten. Hij bleef hard rijden in de hoop toch nog een coup te plegen, maar het zat er niet in. Op Mur de Péguère reden Quintana en Barguil naar de kop van de koers toe, terwijl Kwiatkowski afhaakte.

Daarachter gebeurde in de groep der favorieten weinig. AG2R reed op kop en ook Roglic deed nog even een duit in het zakje. Nadat alle knechten verdwenen waren besloot Dan Martin om tempo te rijden tot de top. Ondanks het feit dat alle verschillen zo klein zijn er er nog niets beslist is kregen we toch geen aanvallen van mannen als Bardet en Aru. Verrassenderwijs kwam de enige aanval van Froome, hij probeerde er als enige nog wat van te maken. Uiteindelijk bleef hij bij speldenprikjes en daardoor ging er bijna niemand overboord van de grote namen, alleen Bennett haakte af.

De voorsprong van de koplopers werd evenwel niet groter, kleiner zelfs. Daardoor werd ook meteen duidelijk dat Landa de boel niet op z'n kop zou zetten, hoewel hij nog steeds wel een verdomd goede zaak deed. Winnen deed hij dan weer niet, in de sprint ging de overwinning naar Barguil, die na de eerdere teleurstelling van de rit naar Chambéry nu echt reden had om te juichen. Contador, die gelukkig weer eens met een geweldige actie kwam na een aantal matige dagen, werd tweede.

Uit de groep der favorieten wisten alleen Dan Martin en Simon Yates nog weg te rijden in de afdaling, de rest bleef bij elkaar. Daarom werd het voor het algemeen klassement toch een redelijk geschiedenisloze dag, ondanks de opmars van Landa. Alsnog is het wel eens te meer gebleken dat een korte bergrit na een lange en zware bergrit een geweldige combinatie is. Een overgangsrit daarna spreekt dan weer minder tot de verbeelding. Zeker als die overgangsrit in het weekend komt.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
De rit start in Blagnac, een stad in het departement Haute-Garonne, regio Occitanië, met 26.000 inwoners. Een stad met de nodige geschiedenis in de Tour, de koers is hier al zeven keer eerder geweest. Voor het eerst in 1984, de 12e rit van die Tour startte in de startplaats van de vorige rit, Saint-Girons en zou eindigen in Blagnac. De zege ging naar Pascal Poisson. Een dag later zouden de renners tijdens de 13e rit net als nu van Blagnac naar Rodez rijden.

In 2012 was de Tour voor het laatst in deze stad, toen was het de startplaats van de 18e rit. De laatste aankomst in Blagnac dateert van 1989, niemand minder dan Mathieu Hermans ging toen met de winst aan de haal. Dat zou zijn eerste en enige overwinning in de Tour zijn, de Vuelta was meer zijn ding.

Blagnac is vooral bekend vanwege Airbus, het hoofdkantoor van de vliegtuigbouwer staat in deze stad. Even buiten Blagnac is er ook een vliegveld, het Aéroport Toulouse-Blagnac, want we zitten hier ook dicht in de buurt van de grote stad Toulouse. Dit vliegveld, waar jaarlijks acht miljoen passagiers gebruik van maken, ligt aan de rand van de stad, net als alle verschillende onderdelen van het gigantische bedrijf dat Airbus is.

In de stad zelf kom je weinig opvallende dingen tegen. In het kleine centrumpje staat nog wel een aardige kerk en aan de oevers van de Garonne ligt een mooi park, het Parc du Ramier. Aan de rand van dit park kom je ook nog een vervallen château tegen en een abdij. Daarnaast heb je ook nog een theater, met de inderdaad vrij theatrale naam Odyssud. Dit schijnt een van de belangrijkste theaters buiten Parijs te zijn, maar dat zou ook zomaar een lichtelijke hyperbool kunnen zijn want van buiten is het gebouw in ieder geval niet aan te gluren.

Blagnac is een enorm sportieve stad, er zijn liefst 56 verschillende sportverenigingen, waar je 45 verschillende disciplines kan beoefenen. Als je alle leden van de clubs bij elkaar optelt kom je aan meer dan 10.000 mensen, bijna de helft van de stad is dus niet smerig dik. De laatste noemenswaardigheid van Blagnac is Aeroscopia, het luchtvaartmuseum. Moet ook wel in zo'n stad natuurlijk. Bij een bezoek aan dit museum is ook een tocht langs de assemblagelijnen van Airbus inbegrepen, dat is vast heel interessant.

Het vliegveld Toulouse-Blagnac (Foto: Panoramio)
Het vliegveld Toulouse-Blagnac (Foto: Panoramio)

De route
De renners starten in het centrum van Blagnac en rijden langs het vliegveld naar het noorden, waarna er 7,5 kilometer volledig rechtdoor wordt gefietst richting Grenade als het officiële startsignaal is gegeven. Na Grenade steken de renners de Garonne over en komen ze op wat bochtigere wegen terecht, die ze dwars door het Franse platteland gaan leiden. Het is de eerste 25 kilometer van de rit volledig vlak, terwijl de coureurs vooral veel akkers en weilanden tegenkomen.

Af en toe ook een klein dorpje, zoals Villariès. Richting dit dorpje loopt de weg vier kilometer drie kilometer vals plat omhoog, dat is tijdens het eerste deel van de rit zo ongeveer het enige hoogteverschil. Via een behoorlijk rechte weg rijden de renners door een weinig inspirerend gebied verder richting Bessières, een dorpje aan de Tarn, waar ze na 41 kilometer passeren. Ze blijven een tijd de Tarn volgen, over een brede weg gaat het verder langs deze rivier die niet vaak in beeld komt. Dorpjes als Buzet-sur-Tarn en Saint-Sulpice-la-Pointe, waar nog een gave kasteelruïne te vinden is, worden gepasseerd.

Na Saint-Sulpice-la-Pointe rijden de renners over de Tarn en gaan ze de andere kant van deze rivier verkennen. Ze zijn nu ook al dicht in de buurt van de tussensprint, die na 55 kilometer komt in Rabastens. De laatste meters voor de tussensprint loopt de weg nog even omhoog, maar eigenlijk is dat allemaal al niet relevant meer. De groene trui kan Kittel al niet meer ontgaan, tenzij hij nog met pech te maken krijgt. Rabastens is overigens best een leuke stad, ook aan de Tarn.

Die rivier blijven we nog wel een tijd volgen. De steden hier zijn vrij vergelijkbaar, ze beschikken allemaal over hoog opgetrokken muren langs de rivier, een fraaie kerk en een oude brug over de rivier. Dat is in Rabastens zo en nadat men na de tussensprint 15 kilometer lang zo goed als rechtdoor rijdt over brede en vlakke wegen komt het peloton uit in Gaillac, waar ze hetzelfde aantreffen. Vooral bekend vanwege de wijngaarden in de omgeving, maar het dorp zelf is ook nog niet zo verkeerd.

Gaillac ligt er mooi bij (Foto: Panoramio)
Gaillac ligt er mooi bij (Foto: Panoramio)

Na een rondje door Gaillac laten de renners de Tarn even voor wat het is en duiken ze wat meer het binnenland in, waar de weg al snel wat meer begint te hellen. Zo gaat het richting Senouillac een kilometer aan 6% omhoog. Dit is voorlopig wel een uitzondering, verder is het vooral veel vals plat, met ook veel vlakke stukken tussendoor. Ook een aantal kleine knikjes naar beneden, terwijl de omgeving weer wat minder interessant is geworden. In de wijde omgeving zijn alleen maar akkers te zien, met af en toe een boerderij tussendoor. De wegen zijn steeds breed, maar af en toe behoorlijk slecht onderhouden. Smeltend asfalt is hier wel een garantie als de zon een beetje schijnt.

De coureurs rijden door een aantal dorpjes, zoals Villeneuve-sur-Vère en Blaye-les-Mines, voordat er een aantal kilometer wordt gedaald richting Carmaux, waar het peloton na 107 kilometer doorheen gaat fietsen. De naam van Blaye-les-Mines laat al zien in wat voor regio we zitten. Een regio met mijnbouw, dat zijn vaak niet de beste gebieden voor wat natuurgenot. Hoewel de oude en inmiddels verlaten gebouwen van die mijnbouw dan wel weer ideaal terrein zijn voor de Franse hangjeugd om te vertoeven.

Na Carmaux rijden de renners verder over een enorm brede weg, die steeds een beetje omhoog loopt. In 10 kilometer tijd gaat het 200 meter omhoog, dus erg lastig wordt het niet. De omgeving blijft ook nog steeds aan de povere kant, dit blijft het terrein van de boeren. Na die tien kilometer in licht stijgende lijn is het zeven kilometer vlak, terwijl de renners richting Tanus rijden. Voorbij dit dorp loopt de weg naar beneden, richting de rivier Viaur. Deze afdaling van drie kilometer kent geen lastige bochten.

Op de brug over de Viaur wordt het vlak en daarna gaat het gelijk omhoog, de eerste gecategoriseerde klim van de dag begint op dat moment. De Côte du viaduc du Viaur, 2,3 kilometer lang aan 7% gemiddeld, een heuvel van de derde categorie. Genoemd naar een viaduct dat hier even verderop ligt, een bijzondere creatie die in 1902 werd gebouwd door Paul-Joseph Bodin, die tijdens een ontwerpwedstrijd niemand minder dan Gustave Eiffel wist te verslaan.

Het viaduc du Viaur zal niet geheel onterecht de nodige aandacht krijgen vandaag (Foto: Panoramio)
Het viaduc du Viaur zal niet geheel onterecht de nodige aandacht van de helikopter krijgen vandaag (Foto: Panoramio)

Na 131 kilometer komen de renners boven op deze heuvel, terwijl ze dat hele viaduct niet eens te zien krijgen. Ze rijden wel onder een ander viaduct door, maar dat ding lijkt nergens op. Na de klim is het acht kilometer zo goed als vlak, onderweg naar de volgende klim van de dag. Er wordt gereden over een bijzonder rechte weg, tot Naucelle-Gare, dat zes kilometer van de top van de klim ligt, komen de renners maar één bocht tegen. In Naucelle-Gare volgt er een bocht naar rechts en daarna komt het peloton over minder brede en slechtere wegen te rijden.

Het gaat hier na een tijd ook nog twee kilometer vrij forst naar beneden, richting Le Navech. Dit korte afdalinkje kent nog een aantal venijnige bochtjes, vooral de laatste bocht voor Le Navech is redelijk gemeen. Net buiten dit dorp ligt links van de doorgaande weg een smal geitenpad dat bijna recht omhoog lijkt te lopen. Die weg gaan de renners verkennen, want dit is de weg richting het gehucht Centrès. Boven in dit dorp ligt de top van de Côte de Centrès, een klim van de derde categorie die 2,3 kilometer lang is en 7,7% gemiddeld.

De korte klim is vooral in het begin lastig, tijdens de eerste meters gaat het aan meer dan 10% omhoog. Richting de top zwakt het dan wel wat af, maar het blijft een zeer pittig tussendoortje. Na 145 kilometer, op minder dan 40 kilometer van de finish, komen de coureurs boven op deze Côte de Centrès. Na het klimmetje gaat het even een kilometer voorzichtig naar beneden zonder lastige bochten. Daarna slaan de renners linksaf en komen ze weer op een iets bredere weg terecht, die grotendeels vlak is. Af en toe een beetje glooiend, maar weinig zware stroken.

In acht kilometer tijd twee stevigere knikjes omhoog, tussendoor vooral veel vlak werk terwijl de renners door allerlei kleine gehuchten rijden. Nadat de renners na 157,5 kilometer na La Bousquet rijden gaat er voor het eerst weer eens wat langer gedaald worden.

Ondanks de mijnbouw in de omgeving toch wat natuurschoon hier (Foto: Panoramio)
Ondanks de mijnbouw in de omgeving toch wat natuurschoon hier (Foto: Panoramio)

Een afdaling van vier kilometer, terwijl de wegen eindelijk weer wat breder worden. Lang rijden de renners over smalle wegen dwars door een agrarisch landschap, maar nu is het tijd voor een niet zo lange afdaling over een redelijk fatsoenlijke weg richting de oevers van de Viaur. Weinig akkers en weilanden hier, maar wel een bos. Beneden in Pont de Grand Fuel wordt het vlak en dat zal een aantal kilometer zo blijven.

We zitten ondertussen op bekend terrein, de finale van deze rit is gelijk aan de finale van de rit naar Rodez in 2015. Komt goed uit, want dan kan ik mooi mijn voorbeschouwing van 2015 gebruiken. Als ze bij de ASO aan knip- en plakwerk doen mag ik dat natuurlijk ook. Bovendien schijnt recyclen goed te zijn voor het milieu, niks mis mee dus. Langs de Viaur fietsen de renners vijf kilometer over een behoorlijk rechte en brede weg, dit zijn de laatste vlakke kilometers van de rit.

Na 166 kilometer passeert de koers Bonnecombe, waar langs de oevers van de Viaur een bijzonder fraaie abdij te vinden. Hier begint een nieuwe klim, die leidt naar La Primaube. In vier kilometer tijd overwinnen de renners 200 hoogtemeters, wat duidt op een gemiddeld stijgingspercentage van 5%. Vooral het eerste deel van dit klimmetje is nog best steil, richting La Primaube vlakt het dan weer wat af. Na 170 kilometer, op 11 kilometer van de streep, komen de renners boven op deze klim, waar geen punten te verdienen zijn.

We rijden langs een mooie abdij (Foto: Panoramio)
We rijden langs een mooie abdij (Foto: Panoramio)

De weg richting La Primaube was best recht, weinig bochten tijdens de klim. Voorbij het dorp wordt dat niet anders, het gaat zelfs vijf kilometer volledig rechtdoor, met alleen een paar rotondes onderweg. Ondertussen gaat het lichtjes naar beneden, pas in de buurt van Rodez begint het het wat steiler naar beneden te lopen. Op vijf kilometer van de streep is er een rotonde, waar de renners links gaan. Niet veel later komen ze nog een rotonde tegen, waar ze dan weer rechts moeten gaan. Daarna gaat het even een kilometertje rechtdoor, terwijl het flink naar beneden gaat.

Op iets minder dan vier kilometer van de streep krijgen de renners te maken met een rotonde, waar ze een bocht van 180 graden maken. Ze gaan onder een viaduct door en krijgen nu twee bochten naar links. De afdaling is hier behoorlijk pittig, terwijl de renners onder een oude brug door duiken. Tot op twee kilometer van de streep blijft het dalen. De renners krijgen op iets meer dan twee kilometer van de streep weer te maken met een rotonde, die ze aan de linkerkant passeren. Op dat moment verlaten ze Rodez weer en komen ze langs de rivier L'Aveyron te rijden.

Op weg naar de finish rijden ze dan weer onder een brug door die ze eerder al tegenkwamen. Het is exact dezelfde route als in 2015, het is zelfs zo erg dat er op het kaartje van de laatste kilometers bijna geen onderscheid te vinden is. Het enige verschil is dat er bij de versie van 2017 bij enkele bochten staat dat ze scherp zijn, maar verder kan ik net zo goed het kaartje van 2015 hier weer neersmijten. Scheelt weer knippen en plakken.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De renners rijden nog onder een fraai viaduct door (Foto: Panoramio)
De renners rijden nog onder een fraai viaduct door (Foto: Panoramio)

Op twee kilometer van de streep wordt het zo goed als vlak, dit blijft anderhalve kilometer zo. Bij het passeren van de laatste kilometer krijgen de renners met een flinke bocht naar links te maken en niet ver daarna volgt een flinke bocht naar rechts. Na deze bocht begint het meteen verdomd steil omhoog te lopen. Er volgt nog een bocht naar links en weer een bocht naar rechts, daarna gaat het in de laatste meters redelijk rechtdoor tot de streep.

De laatste 570 meter van de etappe loopt het dus omhoog en dan nog vrij stevig ook. 9,6% gemiddeld over die 570 meter, met zelfs nog een strook aan 11%. Zo steil lijkt het niet als je zelf kijkt, maar tijdens de aankomst op deze puist in 2015 hebben we kunnen zien dat het lastig genoeg is. Toch weer een muurtje aan het eind van een rit, daar lijkt meneer Gouvenou op te kicken.

Het eerste deel van dit muurtje is wel het lastigste, vooral in de eerste bocht loopt het hard omhoog. Daarna zwakt het wat af richting de finish, maar het blijft lastig tot de streep. Na 181,5 kilometer zit deze rit die eigenlijk niets in het weekend te zoeken heeft er dan op.

Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
Rodez is een stad met 26.000 inwoners in het departement Aveyron, regio Midi-Pyrénées. Het maakt voor de vierde keer deel uit van de Tour. In 1984 kwam er net als nu een rit met start in Blagnac aan in Rodez, deze rit werd gewonnen door Pierre-Henri Menthéour. Een vrij onbekende renner, een veelwinnaar was het niet. De 13e rit in de Tour van 1984 zou zijn enige succes in een grote ronde zijn. Pierre-Henri overleed een aantal jaar geleden na een langdurige ziekte. Zijn broer, Erwan, is wellicht bekender. Niet vanwege zijn prestaties, maar omdat hij de eerste renner zou zijn die echt verdacht werd van het gebruiken van EPO.

Twee keer vertrok er een rit in Rodez. Een dag na de overwinning van Pierre-Henri Menthéour vertrok het peloton weer uit Rodez, om naar Domaine du Rouret te fietsen. De Belg Fons De Wolf zou deze rit winnen. In 2010 vertrok de Tour voor het laatst in Rodez. De rit vertrok hier en zou eindigen in Revel. De grote baas van Astana en eigenlijk ook gewoon de baas van de koers, Alexandre Vinokourov, zou deze rit winnen. In 2015 was er dus ook een aankomst in Rodez, op hetzelfde muurtje. Tijdens die rit ging Wilco Kelderman met een aantal andere jongens in de aanval en lang leken ze het te redden, maar in het zicht van de haven werden ze toch nog bijgehaald door het peloton.

Op het slotklimmetje bleek Greg Van Avermaet vervolgens de sterkste, hij wist voor het eerst Peter Sagan te kloppen en achteraf gezien is het misschien wel zijn belangrijkste overwinning ooit. Na die overwinning in Rodez is hij niet meer gestopt met winnen. Hij ziet het zelf als een keerpunt in zijn carrière, in Rodez zette hij de laatste stap richting de absolute top. Rodez is overigens best een mooi stadje, met vooral een mooie kathedraal. Het is ook nog eens de geboorteplaats van Alexandre Geniez, de Fransman die vorig jaar nog een rit in de Vuelta won. Dit jaar loopt het allemaal niet zo lekker bij hem, hij is er dan ook niet bij tijdens deze Tour.

Rodez heeft meer moois dan alleen het muurtje (Foto: Panoramio)
Rodez heeft meer moois dan alleen het muurtje (Foto: Panoramio)

Het weer & TV
In Blagnac gaat het bijzonder warm worden, het kwik stijgt al snel richting de 30 graden. Kans op neerslag is er niet, maar het zou wel eens redelijk hard kunnen gaan waaien. De renners rijden tijdens de rit vaak door open terrein, dus de wind heeft met enige regelmaat vrij spel. Kan iets toevoegen aan de rit, als het daadwerkelijk hard gaat waaien. In finishplaats Rodez zou het iets minder warm worden, 25 graden in de middag. Ook daar geen kans op neerslag, maar wel kans op wind. Wellicht nog wel meer wind als in de omgeving van Blagnac. Het w-woord gaat tijdens deze rit misschien wel de revue passeren.

Starten doen we om 13:00, waarna er een lange neutralisatie volgt. Het départ réel volgt pas om 13:20. De NOS en Sporza zijn er niet integraal bij, de uitzending begint daar pas op het gebruikelijke tijdstip, 14:10. Als je het begin van de rit ook absoluut wil zien moet je helaas schakelen naar Eurosport, die zenden het wel integraal uit, minus enkele breaks. De finish in Rodez, op de Côte de Saint-Pierre wordt relatief laat verwacht, tussen 17:27 en 17:52.

Greg van Avermaet won in 2015 in Rodez, een keerpunt in zijn carrière (Pro Shots/George Deswijzen)
Greg van Avermaet won in 2015 in Rodez, een keerpunt in zijn carrière (Pro Shots/George Deswijzen)

Favorieten & voorspelling
Deze rit heeft veel weg van een overgangsrit, daarom is het ook zo merkwaardig dat dit een weekendrit is. In het weekend heb je toch het liefst de zware bergritten, omdat die veel kans op spektakel bieden, waar dan de meeste mensen weer van kunnen genieten. Nu hadden we dus doordeweeks de bergritten, terwijl er dan minder mensen kunnen kijken. Niet echt tactisch van de parcoursbouwer, maar dat mag ondertussen geen verrassing meer zijn.

Hoe dan ook, deze overgangsrit bleek in 2015 geen overgangsrit te zijn. Het scheelde weliswaar niet veel, maar uiteindelijk werd het toch een strijd tussen de mannen uit het peloton. Het is een ideale aankomst voor enkele specialisten, zoals Van Avermaet, Matthews en Gilbert. Normaliter ook voor Sagan, maar hij is er al een tijd niet meer bij helaas. Voor Van Avermaet is dit een aankomst met veel emotionele waarde, daarnaast is het tijdens deze Tour een van de weinige overgebleven kansen voor hem om er nog iets van te maken.

Deze rit kan twee kanten op, waarbij ik het vermoeden heb dat BMC een grote rol gaat spelen. Van Avermaet zou, samen met enkele andere renners, voor een Revel-scenario kunnen gaan. Vorig jaar reed er tijdens de rit naar Revel een grote groep weg, met bijna alleen maar snelle mannen. Sagan, Matthews, Van Avermaet, Boasson Hagen, noem ze allemaal maar op. Dit tot tevredenheid van iedereen in het peloton. Het werd een vluchtersrit, maar dan wel een met een kopgroep die bijna niet mooier kan zijn.

Zou nu ook kunnen, dat Matthews en Van Avermaet samen met wat andere gasten in de aanval gaan, waardoor de rest van het peloton een snipperdag kan nemen. Het tweede scenario zou zijn dat er een matige kopgroep wegrijdt, waarna BMC en Sunweb de boel mogen gaan controleren. Hoe dan ook verwacht ik dat vooral die twee jongens er alles aan gaan doen om een gooi naar de ritzege te doen, linksom of rechtsom.

1. Van Avermaet. Buiten het feit dat hij hier al eens won heeft Krek ook nog eens goede benen. In het begin van de Tour ging het niet zo geweldig met vriend Olvarit, maar ondertussen is de vorm er. Tijdens de afgelopen rit, die veel te zwaar voor hem zou moeten zijn, ging hij verrassend lang mee. Naar eigen zeggen heeft hij superbenen. Met die benen gaat hij absoluut iets proberen. Het liefst in Rodez, de plaats waar zijn carrière voor altijd zou veranderen.

2. Matthews. Hij kan zoals hij al vaker tijdens deze Tour heeft gedaan vroeg in de aanval gaan, dat lijkt me tijdens deze rit nuttiger dan tijdens de andere ritten waar hij het probeerde. Of hij wacht en zet zijn mannen op kop van het peloton, dat kan ook. Het moraal zal in ieder geval hoog zijn na de overwinning van ploeggenoot Barguil. Bij Sunweb zijn ze bezig aan een behoorlijke Tour, hoewel het vooral van Barguil en Matthews moet komen. Matthews zal ook nog graag een overwinning willen en deze rit lijkt daar uitermate geschikt voor. Hoewel er tot nu toe altijd wel mensen beter zijn gebleken.

3. Gilbert. Reed nog even in de aanval tijdens de vorige rit, maar al die lange beklimmingen waren toch wat te zwaar. Desalniettemin liet hij zien dat het met de vorm best goed zit. Zulke korte muurtjes waren niet al te lang geleden nog zijn specialiteit, alleen in Longwy viel hij nogal tegen. Nu krijgt hij een herkansing, hier moet er toch meer mogelijk zijn dan een 22e plaats. Bij zijn wonderjaar hoort ook nog een goede uitslag in de Tour.

4. Bakelants. In 2015 was hij derde op deze aankomst. Op gepaste afstand van Sagan en Van Avermaet, maar alsnog een knappe prestatie. Dat zou nu ook weer moeten lukken, als hij er voor mag gaan. Met Bardet zo hoog in het klassement is het maar de vraag hoeveel vrijheid Jantje heeft om z'n eigen ding te doen. Toch zou dat tijdens deze rit geen probleem moeten zijn. Hier heeft Bardet weinig aan Bakelants en daarom moet Jan maar lekker dat ding op gaan sprinten. Winnen moet ie natuurlijk niet doen, dat is zielig voor de rondemissen.

5. Bettiol. Vijfde op de aankomst in Longwy, dus dan kan je hier ook vooraan eindigen. De afgelopen ritten ook vrij sterk gereden, hoewel het allemaal vrij anoniem is. Desondanks een man om rekening mee te houden in de toekomst, maar nu eigenlijk ook al. Vooral op dit soort aankomsten.