FOK!toen: 70 jaar na de bevrijding van Auschwitz
Op zaterdag 27 januari 1945 openden eenheden van de 60e divisie van het Oekraïnse leger de poorten van het concentratiekamp nabij de Poolse stad Auschwitz en kregen een beeld op hun netvlies dat ze nooit meer zouden vergeten. In het kamp troffen de soldaten zo'n 7500 totaal uitgeputte en vaak doodzieke gevangenen aan, die met hun laatste krachten de soldaten als bevrijders in het kamp onthaalden. In FOK!toen blikken we vandaag terug op de geschiedenis van het gruwelkamp waar meer dan een miljoen mensen om het leven werden gebracht.
Auschwitz (foto: Auschwitz Museum)
De bouw van het kamp
Nadat de Duitsers in september 1939 Polen hadden aangevallen kregen de bezetters steeds vaker te maken met weerstand en verzet. Veel van de politieke tegenstanders werden dan ook al snel opgepakt en werden net als hun Duitse vakgenoten in grote gevangenenkampen oftewel concentratiekampen opgesloten. Begin 1940 waren er echter al zoveel mensen opgepakt dat de Reichsführer van de Duitse SS Heinrich Himmler opdracht gaf voor de bouw van een groot concentratiekamp in de omgeving van de Poolse stad Oświęcim oftewel Auschwitz. Transporttechnisch had de stad veel voordelen voor de nazi's, onder meer vanwege de spoorwegverbinding van Katowice met Krakau.
Stammlager Auschwitz
Auschwitz was een concentratiekamp dat in totaal uit drie kampen bestond. Auschwitz I, dat ook wel het Stammlager werd genoemd, werd in 1940 opgebouwd rondom een oude Poolse legerkazerne. Als kampcommandant werd Rudolf Höss aangesteld die de leding kreeg over de opbouw van het nieuwe kamp. Op 20 mei 1940 kwam het eerste gevangenentransport bij het kamp aan. Een dertigtal Duitse criminelen moesten samen met zo'n 300 Poolse Joden het oude kamp opknappen en werden bewaakt door een vijftiental SS'ers. Als eerste liet Höss een stalen hek bij de ingang van de kazerne bouwen met de tekst Arbeit Macht Frei. De Duitse criminelen zouden later allerlei privileges krijgen als kampoudsten en werden door veel andere gevangenen gevreesd vanwege hun wreedheid.
Auschwitz I bestond in totaal uit 18 gebouwen, waaronder een kampziekenhuis en een kampgevangenis. Rondom het kazerneterein werden wachttorens gebouwd en werd het gebied afgezet met prikkeldraad. Buiten het kamp stond dan nog een gebouw voor de staf van het kamp en een crematorium, dat was ingericht in een oude munitiebunker. Nog geen maand later kwam het eerste officiële gevangenentransport met ongeveer 720 Poolse politieke gevangenen aan in Auschwitz. Dat getal liep al snel op en zo zaten er eind 1940 al meer dan 7800 gevangenen in het werkkamp. Het was rond diezelfde tijd dat ook de eerste executies plaatsvonden in het kamp. Zo werden er in november 1940 een veertigtal gevangenen doodgeschoten als wraak voor een aanslag op een SS-officier in een nabijgelegen stad.
Joodse gevangenen in Auschwitz (foto: Auschwitz Museum)
Gevangenen werkten 6 dagen per week zo'n 11 uur per dag aan de uitbreiding van het kamp dat al snel uitgroeide tot één van de grootste werkkampen van de nazi's. In een straal van 5 kilometer rondom het kamp werden alle bewoners uit hun huizen verdreven, waarna de bouwmaterialen van de verlaten woningen werden gebruikt voor de aanbouw van barakken in het kamp bij Auschwitz.
In 1942 bracht Himmler een inspectiebezoek aan het gevangenen- en werkkamp in Polen. Höss kreeg de opdracht om de capaciteit van Auschwitz I uit te breiden tot 30.000 gevangenen en kreeg eveneens de opdracht om in het drie kilometer verderop gelegen Birkenau een tweede kamp te bouwen waar zo'n 100.000 mensen konden worden opgesloten. Auschwitz I was oorspronkelijk bedoeld als gevangenenkamp voor Poolse politieke tegenstanders, verzetsmensen en intellectuelen. Nadat de Duitsers echter de aanval hadden ingezet op de Sovjet-Unie kwamen er ook veel Russische krijgsgevangenen en Duitse criminelen in het kamp terecht. Later werden ook Jehova's Getuigen en 'ongewenste elementen uit de maatschappij' zoals zwervers, prostituees, homo's en Joden in Auschwitz I opgesloten.
Uit De Waarheid van 15 december 1945
De eerste vergassingen
In de eerste jaren van haar bestaan zaten er gemiddeld zo'n 15.000 mensen in het kamp. Dat zou vanaf 1942 oplopen tot een totaal van zo'n 20.000 gevangenen. Vanaf juli 1941 was er in Duitsland de campagne Action 14f13 opgestart om nutteloze gevangenen die niet meer konden werken uit de weg te ruimen. Zo'n 570 gevangenen uit Auschwitz werden naar Schloss Sonnenstein in Pirna gebracht, waar ze door middel van koolstofmonoxide werden vergast. Duitsland had deze methode eerst op gehandicapten toegepast en nadat er zo'n 70.000 gehandicapten waren vergast leek het Himmler ook een prima methode om te gaan gebruiken in de concentratiekampen.
De SS'er Albert Witmann, die betrokken was bij de ontwikkeling van de koolstofmonoxidevergassingen, werd naar Polen gestuurd om een beter methode van executies te vinden. Men ontdekte dat het veel te duur was om flessen met koolstofmonoxide over grote afstand te versturen en zo nam de Duitser een vrachtwagen vol explosieven mee om daarmee de ongewenste gevangenen bijeengedreven in een afgezonderde bunker op te blazen. Ook werden er experimenten gedaan waarbij gebruik werd gemaakt van uitlaatgassen. Zo werden gevangenen opgesloten in een kamer die aangesloten was op de uitlaten van een tweetal vrachtwagens. Deze methode bleek ook nog eens een stuk goedkoper te zijn dan het aanvoeren van flessen met koolstofmonoxide.
Vanaf september 1941 werd er ook experimenten uitgevoerd met een middel dat eveneens werd gebruikt om kleding te desinfecteren. Men had namelijk ontdekt dat de kristallen van het middel Zyklon B, oplosten zodra ze in aanraking kwamen met lucht waarna het dodelijke blauwzuurgas vrijkwam. In de voormalige kampgevangenis werd een groep Russische krijgsgevangenen in de kelder bijeengedreven en werden blootgesteld aan het Zyklon B gas. De daaropvolgende dag bleken de meeste mannen nog te leven. De dosis kristallen werd opgevoerd waarna het experiment het gewenste resultaat had voor de nazi's. De oude munitiebunker buiten het kamp werd omgebouwd tot een gaskamer met crematorium, waar men meteen de lijken kon verbranden.
Vanaf eind 1941 vonden de eerste grote vergassingen plaats. Zo werden er in december van dat jaar meer dan Russische krijgsgevangenen met Zyklon B omgebracht. Begin 1942 werden op dezelfde wijze 400 Joden om het leven gebracht. Tot mei 1942 zouden in totaal zo'n 60.000 mensen in de eerste en enige gaskamer van Auschwitz I worden vermoord. Nadat het kamp was uitgebreid met de kampen Auschwitz II-Birkenau en Auschwitz III-Monowitz werd het belang van Auschwitz I kleiner. Auschwitz I werd een administratief hoofdkwartier en was eveneens de plaats waar de arbeiders van de fabrieken in Auschwitz III-Monowitz onder werden gebracht.
De gruwelen van Blok 10
Net als in de meeste concentratiekampen werden er ook in Auschwitz de meest weerzinwekkende experimenten uitgevoerd op mensen. Onder leiding van beruchte SS-artsen zoals Carl Clauberg, Horst Schumann en August Hirt werden vooral vrouwen aan gruwelijke onderzoeken blootgesteld in het gevreesde Blok 10. De meest beruchte arts was echter Josef Mengele, die onderzoek deed naar de genetische eigenschappen van de mens door middel van allerlei experimenten op tweelingen. Zo werd bloed van de ene bij de andere tweeling ingespoten, spoot hij kleurstof in de ogen van kinderen en werden zonder verdoving ledematen en organen van jonge tweelingen verwijderd. Oudere tweelingen werden geïnjecteerd met allerlei dodelijke bacteriën waarna Mengele toekeek hoelang het duurde voor ze dood waren. Dat veel tweelingen de experimenten niet overleefden was voor de arts geen enkel probleem. Er zaten tenslotte nog veel meer tweelingen in Auschwitz. Ook was het een uitgelezen kans voor Mengele om autopsie uit te voeren op tegelijkertijd overleden tweelingen.
Ook deed Mengele allerlei experimenten met electrocutie om zo uit te testen hoeveel electriciteit een menselijk lichaam kon doorstaan zonder dood te gaan. De eindresultaten van deze experimenten vormen tot de dag van vandaag de basis voor de fabricage van aardlekschakelaars. Ook werd er in Blok 10 onderzoek gedaan naar een methode om Joodse vrouwen onvruchtbaar te maken. Door middel van röntgenstraling probeerde men de vrouwen onvruchtbaar te maken, zonder dat er verlies aan arbeidskracht was. Er moest tenslotte wel gewerkt worden.
SS Officier Fremel Rudolf met vrouw en zoon (foto: Auschwitz Museum)
Auschwitz II: Birkenau
Bij het Poolse dorpje Brzezinka, dat van de Duitsers de naam Birkenau kreeg, werd in 1942 het tweede kamp van Auschwitz geopend. Op een oppervlakte van 175 hectare zaten zo'n 100.000 mensen gevangen, waaronder veel Joden, Sinti en Roma. Ook zo'n 40.000 Vlaamse werkweigeraars werden in Auschwitz II gevangen gehouden. Hoofddoel van Auschwitz II was de massavernietiging van Joden en andere 'ongewenste elementen' uit de maatschappij en daarvoor werden een viertal gaskamers met bijbehorende crematorium gebouwd. Het crematorium kreeg in totaal vijftien verbrandingsovens.
Vanaf 1943 kende Auschwitz II maar liefst vijf grote crematoria, met de daarbij behorende gaskamers, waarin per keer zo'n 2500 personen tegelijkertijd konden worden verwerkt. Met de bouw van de crematoria werd Auschwitz het centrum van de heersende holocaust. Auschwitz II was vooral bedoeld ter vernietiging van Joden. Van de 200.000 aangevoerde Joden werden er meteen bij aankomst zo'n 140.000 vergast. Met de uitbouw van de kampen stierven vanaf begin 1943 zo'n 4756 mensen per dag in de gaskamers van Auschwitz II.
In de loop van 1943 nam het aantal transporten naar Auschwitz II enorm toe. Van elk transport ontliep maximaal dertig procent van de gevangenen aan de gaskamers. In Auschwitz-Birkenau zouden in 1943 meer dan 300.000 mensen om het leven komen. Eind 1943 besloten de Duitsers om de spoorlijn door te trekken naar het kamp in Birkenau om zo nog sneller de in hun ogen minderwaardige mensen af te kunnen voeren.
Action Höss
Vanaf begin 1944 werd het vernietigingsproces nog grootschaliger uitgevoerd. Onder de codenaam Aktion Höss werden duizenden Hongaarse Joden naar Auschwitz gedeporteerd. In Hongarije, een trouwe bondgenoot van Duitsland, woonden in die tijd meer dan 795.000 Joden. Van begin mei tot begin juli 1944 werden er 437.402 Joden in 151 treinen naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Op 18 augustus arriveerde het laatste transport met aan boord 152 Joden en kwam er een einde aan Action Höss. Meer dan de helft van alle Hongaarse Joden was gedeporteerd en vermoord in Auschwitz.
Vanaf eind 1942 was Auschwitz ook het eindstation voor vele Roma en Sinti (zigeuners). Vanaf februari 1943 tot Juli 1944 werden zo'n 23.000 zigeuners uit onder meer Duitsland, Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Nederland, België, Frankrijk, Joegoslavië, Litouwen, Hongarije en de Sovjet-Unie naar Auschwitz gedeporteerd. Slechts 3000 zouden het kamp weten te overleven. Door overbevolking in de zigeunerbarakken heersten er ook veel besmettelijke ziekten zoals tyfus. Dat was uiteraard ook een mooi excuus voor de nazi's om zigeuners over de kling te jagen. Het zogenaamde Zigeunerlager zou tot augustus 1944 bestaan. Op 2 augustus werden de ongeveer 3000 nog levende zigeuners in vrachtauto's gestopt en naar de gaskamers gereden, waar ze werden vergast. De enige zigeuners die daaraan wisten te ontsnappen waren de mannen die aan konden tonen dat ze eerder in het Duitse leger hadden gediend of op andere wijze een militaire onderscheiding hadden ontvangen.
Auschwitz III - Monowitz
Auschwitz III: Monowitz was het laatste van de drie grote kampen in Auschwitz. Auschwitz III was het werkkamp, waar bedrijven als IG Farben en Krupp Stahl hun fabrieken hadden waarin de gevangenen moesten werken. Monowitz ontstond nadat er in zowel Auschwitz I als Birkenau een grote tyfusuitbraak was, waardoor niemand aan het werk mocht. Daarop besloot men om in Monowitz barakken neer te zetten. Eind oktober 1942 kwamen de eerste gevangenen in het concentratiekamp van Monowitz, een aantal dat begin november van datzelfde jaar al was opgelopen tot 2000 personen.
In de zomer van 1943 was de aanbouw van Auschwitz III - Monowitz voltooid. In 56 barakken leefden zo'n 6000 mensen, vooral van Joodse afkomst, in het kamp. In Juli zouden meer dan 11.000 gevangenen in het derde kamp van Auschwitz zitten. Hoewel Monowitz geen vernietigingskamp was, kende het concentratiekamp een hoog sterftecijfer. Er wordt aangenomen dat zo'n 25.000 gevangenen van Auschwitz III in het kamp om het leven kwamen.
Uit De Maasbode van 27 juni 1960
Ontsnappingen
Zo'n 700 gevangenen deden een poging om uit Auschwitz te ontsnappen. Hiervan slaagden zo'n 300 mensen. Onder hen was ook de Poolse verzetsheld Witold Pilecki. Pilecki had zich op laten pakken door de Duitsers en bracht 945 dagen in het kamp door voordat hij wist te ontsnappen. De verzetsman verstuurde via het Poolse Vetzetsleger informatie naar de Britse overheid en was één van de belangrijkste bronnen van informatie over Auschwitz voor de westerse geallieerden. De Britten dachten echter dat de Polen de berichten over de wandaden van de nazi's in het concentratiekamp hadden overdreven om aandacht te krijgen en weigerden luchtondersteuning te verlenen bij een aanval op Auschwitz.
Vanaf eind mei 1944 waren de geallieerden in het bezit van gedetailleerde luchtfoto's van alle grote kampen van de Duitsers. Op fabrieken rondom de kampen werden regelmatig luchtaanvallen uitgevoerd maar de concentratiekampen werden voor zover mogelijk met rust gelaten om burgerslachtoffers te voorkomen. Toen de Sovjetlegers
zich in juli 1944 op minder dan tweehonderd kilometer van Auschwitz bevonden had de Duitse legerleiding nog maar 2 keuzes. Of men hief het kamp op of men probeerde het zolang mogelijk open te houden met de hoop dat het tij zou keren. Ook had Himmler de opdracht gegeven dat al het bewijs van de holocaust moest worden vernietigd als de geallieerden te dichtbij kwamen. In november 1944 kwam er zo een einde aan de vernietiging van de Joden. Joden die bij het Sonderkommando (gevangenen die in de crematoria en gaskamers werkten). hadden gewerkt werden door de SS als getuigen van hun wreedheden tegen de menselijkheid gezien en werden allemaal doodgeschoten.
Uit de St Petersburg Times van 24 februari 1979
De dodenmarsen
Toen de geallieerden steeds dichterbij kwamen besloten de Duitsers dat het tijd werd om al het bewijs voor hun massamoorden te vernietigen. Een groot onderdeel daarvan was de evacuatie van gevangenen uit de concentratiekampen. Met zogenaamde dodenmarsen moesten de gevangenen lopende naar concentratiekampen die dieper in het Derde Rijk lagen. Van de 130.000 gevangenen die in augustus 1944 nog in Auschwitz zaten waren aan het einde van dat jaar meer dan de helft vertrokken. De meest beruchte dodenmars vond in januari 1945 plaats, nadat de Russen de Poolse grens waren overgetrokken. Negen dagen voordat de Sovjet legers bij Auschwitz aan zouden komen moesten zo'n 60.000 gevangenen bij een temperatuur van min 20 graden celcius naar Loslau lopen dat bijna zestig kilometer verderop lag. Bij deze dodenmars zouden meer dan 15.000 om het leven komen. Velen vroren dood, anderen werden door SS'ers doodgeschoten. De overlevenden werden in Loslau in veewagens geladen en via het spoor naar andere concentratiekampen in het Derde Rijk vervoerd.
Uit De Waarheid van 09 december 1950
De bevrijding
Terwijl de Sovjets steeds dichterbij kwamen werd er hard gewerkt om alle bewijs voor volkerenmoord te verdoezelen. Zo werden eind januari 1945 de crematoria van Auschwitz door de Duitsers opgeblazen. In het concentratiekamp zaten nog zo'n 9000 veelal verzwakte gevangenen. De meesten waren uitgeput en hadden een enorm tekort aan voeding. Troepen van de vluchtende Wehrmacht hadden ondertussen de proviandkamers van het kamp geplunderd. Bij aankomst van de eerste Russische legereenheden troffen ze dan ook zo'n 7500 totaal uitgeputte en uitgehongerde gevangenen aan.
Door het Oekraïnse leger werden een tweetal noodhospitalen gebouwd waar men zo goed als men kon de uitgemergelde gevangenen probeerde te helpen. Ook kreeg men de nodige hulp van Poolse gevangenen uit de omgeving die aan de Duitsers hadden weten te ontsnappen. Begin februari 1945 werd er door het Poolse leger een kampziekenhuis gebouwd waar zo'n 4500 mensen uit meer dan 20 landen werden geholpen. Onder deze gevangenen waren meer dan 400 kinderen. Het grootste deel van de kinderen zouden in februari en maart van 1945 in kindertehuizen en bij andere instanties terechtkomen. Slechts enkelen zouden hun ouders terugzien.
De slachtoffers
Over het aantal mensen die in Auschwitz om het leven zijn gekomen circuleren diverse getallen. Volgens de Poolse historicus Franciszek Piper werden in totaal zo'n 1,3 miljoen mensen (1,1 miljoen Joden, 140 000 Polen, 23 000 zigeuners, 15 000 Russische krijgsgevangenen en meer dan 25 000 slachtoffers van andere etniciteiten) naar Auschwitz gedeporteerd. Hiervan zouden 1,1 miljoen Auschwitz niet overleven.
Vanuit Nederland werden meer dan 57.000 mensen via Kamp Westerbork, Apeldoorn en Kamp Vught naar Auschwitz gedeporteerd. Hiervan werden 38.000 direct vergast, terwijl de overgebleven 19.000 als gevangene werden ingeschreven. Hiervan zouden slechts 900 mensen de concentratiekampen weten te overleven.
Uit het Gereformeerd gezinsblad van 24 december 1963
De berechting
Van de 8000 nazi's die in Auschwitz werkten werden slechts enkele honderden vervolgd. De kampcommadanten Rudolf Höss en Arthur Liebehenschel werden beiden ter dood veroordeeld en opgehangen. Richard Baer die als laatste het scepter zwaaide in Auschwitz wist onder te duiken in Hamburg waar hij in 1960 zou worden gearresteerd. Baer zou drie jaar later in de gevangenis overlijden.
Uit de Friese koerier van 4 april 1964
Veel van de SS'ers wisten aan hun straf te ontkomen door naar Argentinië te ontsnappen of simpelweg omdat er geen bewijsmateriaal tegen hun bestond. Joseph Mengele, die tot tweemaal toe werd opgepakt maar ook weer werd vrijgelaten wist naar Zuid-Amerika te ontkomen waar hij spoorloos verdween. Mengele zou in 1979 in Brazilië aan een beroerte overlijden. Dit werd pas bekend nadat in 1985 zijn beenderen worden gevonden op het kerkhof van Embu in Brazilië.
Uit het Vrije Volk van 27 januari 1986