Verdachte Schipholbrand krijgt halve ton
Schipholbrand-verdachte Ahmed Al-J. moet een schadevergoeding van bijna vijftigduizend euro van het Openbaar Ministerie krijgen omdat hij onrechtmatig vastzat. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdagochtend bepaald. De Libiër had ruim 650 duizend euro schadevergoeding geëist omdat hij anderhalf jaar vastzat.
Toen de man vastzat werd een vergoeding van 95 euro per dag gehanteerd voor het onterecht vastzitten in voorlopige hechtenis onder zwaardere omstandigheden. De man zat in totaal 504 dagen in voorarrest, wat neerkomt op een totaal van 47.880 euro. Behalve dat bedrag moet het OM ook een deel van de kosten betalen die deskundigen voor de verdachte maakten.
De Libiër had veel hogere dagvergoedingen gevraagd voor zijn tijd in de cel. Het geëiste bedrag van ruim 650 duizend euro is echter niet redelijk, oordeelde het hof. In dat oordeel is meegewogen dat Al-J. dan wel vrijgesproken is van schuld, maar toch verantwoordelijk was voor het aansteken van de brand.
Het OM betoogde eerder dat zijn vrijspraak niet betekent dat zijn voorlopige hechtenis onterecht was. De verdenking zou ernstig genoeg zijn geweest om de man vast te houden. Die ontstond mede door zijn eigen verklaringen dat hij vlammen in zijn eigen cel zag ontstaan na het wegschieten van een sigaret naar het voeteneinde van zijn matras.
Al-J werd jarenlang vervolgd voor brandstichting in het cellencomplex op Schiphol, maar werd vorig jaar maart na een lange juridische strijd door de Hoge Raad vrijgesproken, omdat hij niet opzettelijk handelde. De brand kostte in oktober 2005 elf mensen het leven.
De Schipholbrand leidde in 2006 tot het aftreden van minister van Justitie Piet Hein Donner (CDA) en minister van VROM Sybilla Dekker (VVD). Ze stapten op toen uit een rapport bleek dat de brandveiligheid van het complex niet op orde was.