'Steeds meer leerlingen per leraar'
Het aantal leerlingen per docent is in het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs de afgelopen vier jaar toegenomen. Dat meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb) dinsdag. Volgens de vakbond is een klas van 28 leerlingen geen uitzondering in het basisonderwijs. Docenten zouden steen en been klagen over de XL-klassen.
De leerling-leraarratio is in het basisonderwijs volgens cijfers van de AOb toegenomen van een gemiddelde van 17,6 in 2009 tot 18,8 in 2012. In het voortgezet onderwijs steeg het cijfer van 14,0 in 2009 naar 15,3 in 2012 en in het mbo steeg het van 22,0 in 2009 naar 23,5 in 2012.
Volgens de docentenvakbond zijn de klassen in het voortgezet onderwijs groter geworden omdat het aantal leerlingen blijft stijgen, terwijl het aantal werknemers in het onderwijs is afgenomen. Volgens de bond is het onmogelijk om goed onderwijs te geven als de klassen te groot zijn.
Uit een eerdere enquête van de AOb bleek dat een op de zes klassen in het basis- en voortgezet onderwijs dertig leerlingen of meer telt. Lerarenvakbonden voeren al een tijd actie tegen grote klassen. Een petitie van de vakbond Leraren in Actie (LIA) tegen volle klassen werd deze maand door ruim veertigduizend mensen ondertekend.
Eerder deze maand bleek dat acht op de tien middelbare scholieren willen dat de overheid een grens stelt aan het aantal leerlingen per klas. Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) liet in een reactie weten niets te zien in een wettelijk maximum. "Ik wil scholen juist aanmoedigen om te innoveren met lesvormen", zei hij toen. Wel is een onderzoek ingesteld.