'Huizenzeepbel door grondspeculatie'
De huizenprijzen in Nederland zijn in vergelijking met buurlanden fors hoger door met name grondspeculatie. Dit blijkt uit een deze week uitgezonden reportage dat het actualiteitenprogramma Netwerk. Gemiddeld bestaat een prijs voor een huis in ons land voor de helft uit de grondprijs.
Deze prijs is met name hoog door kunstmatige grondschaarste die gecreëerd wordt door gemeenten die restrictieve bestemmingsplannen hanteren. In de Randstad, het dichtbevolkste gebied van Nederland, bestaat hierdoor voor bijna 90 procent uit onbebouwd gebied. Een koe in de Randstad blijkt over 20 maal meer ruimte te beschikken dan een mens.
Door een kredietorgie, waar gemeenten, grondspeculanten, verzekeraars en banken samen fors geld verdienen, hebben zij er alle baat bij om de grondprijzen kunstmatig op te drijven.
Grondspeculanten spelen in op het feit dat landbouwgrond vele honderden keren goedkoper is dan grond dat bestemd is voor bebouwing. Zij verdienen hier elk jaar vele miljoenen euro's aan. Tipgevers, die van te voren weten dat de gemeente het bestemmingsplan van landbouwgebieden wijzigt, krijgen van de grondspeculant soms tonnen voor één enkele tip.
Peter de Rooy, onderzoeker en adviseur ruimtelijke ordening voor verschillende ministeries heeft geen goed woord over voor de massale rijtjeshuizen in Nederland: "Met alle respect voor degenen die hier wonen; maar het is wel de illusie van een landhuis en de ruimte van een luchtkasteel, maar mensen wonen hier als kistkalveren, terwijl er zoveel meer ruimte is. Er zou zoveel meer kunnen... je krijgt kleine postzegeltuintjes, trek en dan gewoon wat meters bij, want mensen willen een tuin, en daar hebben ze denk ik ook recht op."
Peter Sisselaar, een van de rijkste grondspeculanten in Nederland: "Het systeem is te gek voor woorden. Want in wezen is de grond van de gemeenschap. Maar doordat de gemeenschap niet optreedt en het overlaat aan tien, twintig mensen in Nederland krijg je die rare situaties."
Hans van Leeuwen, Tweede Kamerlid voor de SP, zegt dat er een absoluut taboe heerst binnen de Nederlandse politiek om het vreemde grondbeleid aan te passen. Hij roept op tot meer debat over het onderwerp.