'Inburgeringswet mag niet discrimineren'
Een grote meerderheid binnen de Tweede Kamer wil dat minister Verdonk de nieuwe inburgeringswet drastisch verandert. In de wet gelden er verschillende regels voor Nederlanders van geboorte en Nederlanders die genaturaliseerd zijn, wat de kamer hard tegen de borst stuit. Naast dat deze regeling discriminerend is, staat de wet zulk onderscheid ook niet toe. Verdonk vindt echter dat je alleen naar het doel moet kijken. "Hun integratie is maatschappelijk urgent", aldus de minister. Jeroen Dijsselbloem (PvdA) heeft een mogelijke oplossing. Hij stelt allereerst voor dat alle mensen die een uitkering ontvangen, arbeidsplichtig zijn en het Nederlands onvoldoende beheersen (allochtoon én autochtoon), verplicht moeten worden om een inburgeringscursus te volgen. Daarnaast moeten alle ouders die leerplichtige kinderen hebben ook het Nederlands beheersen. Deze voorstellen zullen later deze week worden besproken.
Het CDA, de VVD en de PvdA zijn het overigens helemaal met de minister eens dat allochtone mensen kwetsbaar zijn en dringend moeten inburgeren. Verder vindt de Kamer net zoals de minister dat mensen die Nederlander willen worden een inburgeringstraject moeten afleggen. Enige discussie ontstaat over het lot van de 258.000 genaturaliseerde Nederlanders, die het Nederlands niet of nauwelijks beheersen. De vraag is of je hen als aparte Nederlanders mag behandelen door genaturaliseerden de plicht tot inburgeren op te leggen, en de hier geborenen niet. Volgens Verdonk heiligt het doel, de (discriminerende) middelen. "Maar het mag niet zo zijn dat de wet straks strandt in juridische onmogelijkheden", waarschuwt het Kamerlid Sterk (CDA). Volgens PvdA en VVD gaat dat ook zeker gebeuren.
