Zweed: 'ik ben gemarteld in Guantánamo'
Ghezaldi werd in 2001 gearresteerd toen de Amerikanen het Taliban-regime in Afghanistan verdreven. Nog voor de aanslagen van 11 september 2001 was hij naar Pakistan gegaan om de Islam te bestuderen. Toen de Amerikaanse invasie startte bezocht hij net een vriend in Afghanistan. Hij besloot weer naar Pakistan terug te gaan, maar werd door Pakistaanse dorpelingen aangehouden die hem zouden hebben verkocht aan Pakistaanse politieagenten. Vervolgens werd hij overgedragen aan de Amerikanen.
In januari 2002 werd hij overgebracht naar Guantánamo Bay. Hij werd verdacht van terroristische activiteiten, maar volgens de Zweed is hij onschuldig. Aan zijn verblijf op Guantánamo Bay heeft de man een gevoelloze enkel en rotte tanden overgehouden. Hij is nu ondergedoken omdat Zweedse neonazi's hem hebben bedreigd.
Na de inrichting van de gevangenenkampen voor terroristen op Cuba in 2001 heeft de Amerikaanse regering steeds verklaard dat de Geneefse conventies niet van toepassing zijn op de terreurverdachten. De terreurverdachten worden onderworpen aan 'speciale verhoortechnieken', goedgekeurd door de Amerikaanse minister van Defensie. Dit jaar verschenen al een aantal berichten in de media over martelingen in Guantánamo, maar volgens de Amerikaanse overheid worden gevangenen daar niet gemarteld.
De Amerikaanse marinebasis in Guantánamo Bay