Lotgenoten (0026)
Lotgenoten,
Het was – sinds we mogen spreken van een anderhalvemetersamenleving – een weinig krap tussen de gevel van de winkel en de gestalde fietsen aan de andere kant van het voetpad. Er kwam me iemand tegemoet. Als ik anderhalve meter afstand wilde houden, lukte dat niet. Ik maakte wat ruimte voor de oudere dame met de rollator en stapte tussen een paar geparkeerde fietsen om haar voorbij te laten gaan. De mevrouw glimlachte en kwam in haar eigen tempo enige stappen dichterbij.
Plots werd ik van achter gepasseerd door een grote en brede vent. Die liep vlak langs me heen, niets geen anderhalve meter afstand houdend. Hij duwde het oude mensje nog net niet opzij.
Dit kon ik natuurlijk niet laten gebeuren. Nou ja, het gebeurde al, maar ik kon het natuurlijk niet ongestraft laten gebeuren, bedoel ik. Ik trok een sprintje achter de vent aan. De oude dame schrok van mijn plotse beweging en kukelde tegen een paar fietsen aan. Ik had geen tijd om me om haar te bekommeren. Daar waren vast andere trottoirgangers gaarne toe bereid, zo veel vertrouwen had ik nog wel in de menschheid. Sinds de coronacrisis was uitgebroken, wemelde het van de mooie volksinitiatieven en er zou er heus wel eentje bij zijn waar deze dame aanspraak op zou kunnen maken.
Toen ik de grote en brede vent op anderhalve meter was genaderd, maakte ik een sprong. Hij had nog niets in de gaten. Anderhalve tel later wel. Met een ferme beweging beukte ik mijn elleboog tegen zijn kale achterhoofd. Terwijl hij voorover tegen de grond viel, draaide hij zich om. Veel tijd om verbaasd te zijn of te snappen wat er gaande was, gunde ik hem niet. Ik stampte hem met mijn Teva in het gelaat. Het bloed gutste over de stoeptegels. Boven de vent hurkte ik vervolgens diep en ik liet een luid snerpende wind in zijn bebloede gezicht. Toen sprong ik opnieuw en liet me boven hem vallen. Wederom een elleboog tegen zijn karpatenkop. Naast de bloedvlek zag ik dat er een stoeptegel los lag. Die wrikte ik uit het wegdek, voor zover je bij een voetpad kunt spreken van een wegdek. De stoeptegel hief ik omhoog en liet ik onzacht nederdalen op de vent z’n voeten.
Zo. Die kon voorlopig even niemand passeren.
Ik stond op, klopte wat stof van mijn T-shirt en wreef mijn elleboog. Vervolgens vervolgde ik mijn weg. Wat ging ik ook weer doen? O ja, bosuien kopen.
Wat een avonturen weer.
-
Apeldoorn, juni 2020
-
Huiswerkopdrachten:
- Beschrijf de motieven die je herkent in bovenstaande vertelling. Beargumenteer je keuzes.
- Herschrijf het verhaal, respectievelijk vanuit het perspectief van de oude dame en dat van de karpatenkop.
- Beschrijf het moment waarop in deze vertelling de fictie het overneemt van de werkelijkheid. Leg uit waarom jij denkt dat de schrijver voor deze plotwending heeft gekozen en waarom juist op dat moment in het verhaal.
Het is vakantie, Bas
Kraterkop:
Het was - sinds we mogen spreken van een coronacrisis - het eerste telefoontje dat positief was. Of eigenlijk negatief, de test was negatief. Aan de andere kant van de lijn hoorde ik de dokter nog vaag doorpraten over futiliteiten, maar het enige dat bleef hangen was "De uitslag was negatief. Alle kankercellen zijn verdwenen. U bent kankervrij!". Ik bedankte de dokter en liet me in mijn stoel vallen. Bevatten kon ik het nog niet echt. Vier jaar geleden die mokerslag, opeens was ik kankerpatiënt. Mijn wereld stortte in. Maar nu, na vier jaar vechten tegen misselijkheid van chemokuren en de effecten van de bestralingen, was daar opeens het goede nieuws dat ik nooit verwacht had te horen.
Ik liep naar de gang en trok mijn jas aan. Dit moet gevierd worden! Hoe zou mijn vriendin reageren? Die had ik al in geen maanden gezien door die verrotte corona crisis. Gezien mijn lage weerstand was het verstandiger als ik in zelf isolatie zou blijven had de dokter gezegd. Maar nu mocht ik haar zien! Ik sloeg linksaf richting haar huis, bedacht me en liep snel in tegenovergestelde richting. Eerst een flinke slagroomtaart kopen om het te vieren.
De favoriete taartenshop van mijn vriendin bevond zich in een straatje in het centrum. Ik ging steeds sneller lopen, terwijl ik in gedachten het gezicht van mijn vriendin voor me zag wanneer ik haar het geweldige nieuws zou vertellen. Vlak voor de winkel was een studentenflat en er stonden fietsen schots en scheef op straat. Een verwarde zwerver van mijn leeftijd leek zich te verstoppen tussen de fietsen. Zijn lange haar wapperde in de wind en deed me aan mijn eigen woeste haardos denken die ik altijd had gehad. Ik liep door en in iets verderop in de straat zag ik een oud dametje met rollator. Aan de kant gaan kon hier niet, dus ik passeerde haar zo snel mogelijk, terwijl ik mijn adem in hield voor de zekerheid. Ze zou maar besmet zijn en mij aansteken, ik moest er niet aan denken.
Daar was de taartenshop al, met een glimlach om mijn mond hield ik mijn pas in om naar binnen te gaan, toen ik uit het niets een klap op mijn achterhoofd kreeg. Ik viel op de grond, draaide me om en zag de verwilderde blik van de man die ik even eerder tussen de fietsen had zien staan. Ik werd aangevallen door een psychiatrisch patiënt! Ik probeerde me te verweren, maar hij sloeg me met iets in mijn gezicht. Door het bloed zag ik niets meer, maar ik hoorde een vreemd scheurend geluid. Ik voelde hoe de man opstond en probeerde me op te richten, maar een helse pijn schoot door mijn voeten. Ik hoorde een knal en voelde nog net hoe het volle gewicht van de man op mij terecht kwam, voordat het volledig zwart werd.
Schattig omaatje
Het was - sinds we mogen spreken van mijn pensioengerechtigde leeftijd - een vertrouwd gevoel om de deur weer eens uit te gaan met mijn geliefde Beretta 92. Niet dat mijn pensioen me niet beviel, het was lekker om niet meer op de Russische toendra te hoeven afzien of met een tong van leer door de Sahara te hoeven trekken, op zoek naar mijn doelwit. Maar nu had ik mijn "dienstwapen" even nodig. Tot hoeveel kills was ik gekomen in de bijna 50 jaar dat ik werd ingehuurd door geheime diensten, de FBI of door speciale beveiligingsfirma?s all over the world? Maar nu was ik met pensioen, geen opdrachten meer, rustig genieten van mijn oude dag.
Tenminste, dat was het idee geweest. Tot afgelopen zaterdag. Ik was naar de supermarkt gelopen en had mijn boodschappen gedaan. Zelfscannen doe ik niet, dat zijn van die moderne fratsen. Gelukkig heeft mijn supermarkt nog gewone kassa?s, voor oude mensen als ik. Terwijl ik mijn boodschapjes op de band legde, keek ik het kassameisje aan. Volgens haar naambordje heette ze Priscilla. Ze glimlachte naar me, maar haar ogen lachten niet. Toen ik met gepast muntgeld wilde betalen keek ze me chagrijnig aan en zei iets over de voordelen van pinnen. En ze mompelde er nog iets achteraan, over vervelende oudjes die niet meegaan met de tijd. Kijk, dan haak ik af. Op dat moment kon ik niets doen, maar nu was het tijd voor vergelding.
Voor de wandeling naar de super en het uitvoeren van mijn plan besloot ik de rollator mee te nemen. Die was voorzien van een handig opberg vak waar mijn Beretta in paste, samen met wat extra munitie en mijn lievelingsmes. Tijdens mijn werkzame jaren als huurmoordenaar had ik altijd het voordeel gehad dat mensen niet verwachtten dat een vrouw dit werk deed. En nu zou ook niemand een oud dametje met rollator verdenken van de gruweldaad die ik voor ogen had voor Priscilla.
Terwijl ik door het straatje schuifelde, verbaasde ik me weer over het aantal mensen op straat. Alsof er geen corona virus bestond. Een man van middelbare leeftijd die me tegemoet kwam lopen hield zich wel aan de anderhalve meter afstand regel en kroop tussen de fietsen. Maar een andere man had kennelijk meer haast en liep me bijna omver. Met zijn kale kop. Ik liep door richting de supermarkt, maar hoorde rumoer achter me. Ik draaide me om en zag de grote kale vent op zijn rug liggen, terwijl een man met lang haar en woeste gebaren een straatsteen op de voeten van zijn slachtoffer smeet. Vlug keek ik om me heen, de mensen op straat hadden alleen maar oog voor de twee vechtersbazen en in minder dan 3 seconden maakten mijn Baretta en ik een eind aan het gevecht en schuifelde ik weer door. Op weg naar de supermarkt. Priscilla zou haar lot niet ontlopen ondanks dit korte oponthoud...
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken